Het World Wide Web als schoolplein: een exploratieve studie naar cyberpesten bij jongeren in het secundair onderwijs in de Brugse regio

Stèphanie
del Cioppo

 

Loert het cybermonster om de hoek of lopen we te hard van stapel? Door de toenemende negatieve aandacht in de media maken ouders zich al dan niet terecht zorgen over de mogelijke gevaren die met de nieuwe media, zoals internet, gepaard gaan. Één van die gevaren, met name cyberpesten, vormt het onderwerp van de scriptie ‘Het world wide web als schoolplein: een exploratieve studie naar cyberpesten bij jongeren in het secundair onderwijs in de Brugse regio.’
 
Het is een feit: tieners en de nieuwe media vormen tegenwoordig een onafscheidelijk duo. Een dag zonder tv, internet of hun gsm lijkt voor hen de hel. Het internet is een onmisbare schakel geworden in het sociale leven van jongeren: het is een soort hangplek geworden, waar ze vriendschappen maken en onderhouden.
Daarnaast kan op internet gewerkt worden aan en geëxperimenteerd worden met het zelfbeeld en de identiteit. Het is spannend omdat ze zich anders kunnen voordoen, ze kunnen perfecter lijken en voldoen aan het ideaalbeeld dat zij, en ook de anderen, koesteren. Sommigen durven meer zichzelf zijn en anderen kruipen in de huid van iemand anders. De jongeren ontdekken en vormen als het ware hun ‘ik’ in hun relatie met anderen. Internetten is dus geen eenzame of solistische activiteit, zoals vele ouders denken.
Al deze functies van de nieuwe media verlagen echter ook de drempel om over te gaan tot negatieve activiteiten zoals cyberpesten.
 
Cyberpesten wordt gedefinieerd als het pesten via nieuwe informatie- en communicatietechnologieën. Het pesten stopt nu niet meer aan de schoolpoort, maar wordt verder gezet via deze ‘nieuwe’ communicatietechnologieën, met internet op kop: het World Wide Web als schoolplein!
Dit digipesten wordt mogelijk gemaakt door de kracht van internet. Deze laatste drukt zich uit in anonimiteit, de toegankelijkheid en de snelheid of beschikbaarheid waarmee jongeren er gebruik kunnen van maken. Dit alles samen zorgt ervoor dat deze technologieën heel wat mogelijkheden hebben, die gebruikt maar ook misbruikt kunnen worden. Een dergelijke vorm van misbruik is cyberpesten, waarbij de traditionele, beschermende grenzen in tijd en ruimte verdwijnen. Deze grenzen dienden het slachtoffer te beschermen tegen de constante confrontatie met de pesterijen. Cyberpesten verdient dan ook serieuze aandacht, ondanks het feit dat het minder hard lijkt dan klassiek pesten. Pesten in het echte leven komt nu eenmaal harder en duidelijker over dan pesten op internet. Dit leidt ertoe dat cyberpesten minder snel herkend wordt. Helaas is er nood aan aandacht voor dit fenomeen omdat het een meer continue karakter kreeg met de komst en inburgering van internet alsook de gsm.
Echter, net door dit digitale karakter wordt cyberpesten door de meeste mensen, zowel professionelen als leken, beschouwd als een gegeven dat zich voordoet los van het schoolgebeuren. Niets is minder waar.
 
Uit het onderzoek kwam immers voort dat cyberpesten vaak voortbouwde op conflicten en pesterijen ontstaan op school of in de klas. In dit licht, houdt het argument van de scholen, dat het een fenomeen is dat zich buiten de schoolmuren voordoet, niet langer stand. De oorsprong ervan bevindt zich immers op hun terrein en dus moeten ze zich ook buigen over een mogelijke aanpak. Anderzijds werd ook duidelijk dat slachtoffers van cyberpesten vaak de daders zijn van klassieke pesterijen en omgekeerd: de daders van cyberpesten zijn veelal diegene die klassiek gepest werden. Daarenboven is gebleken dat jongeren niet echt een besef hebben van de verreikende consequenties van hun activiteiten op het internet. Ook de anonimiteit, het gevoel van straffeloosheid en de idee dat er op het internet nu eenmaal meer mag en kan, speelt bij diegenen die bewust pesten een versterkende rol. Aan de kant van de slachtoffers is het duidelijk dat iedereen slachtoffer kan worden.
 
We kunnen er niet onderuit: er bestaat een kenniskloof tussen de jongeren van vandaag en de ‘oudere’ generatie. Er is een gebrek aan informatie en kennis bij de scholen, de overheid en ook de ouders merkbaar. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen gedrag gaan stellen waarvan ze weten dat het onaanvaardbaar is. Enkel en alleen omdat ze weten dat ze er mee kunnen wegkomen. Anderzijds leidt dit tot een gebrekkige hulpverlening aan de kinderen. Ouders weten niet wat er speelt en welke impact dit kan hebben op hun kind. Ze weten dan ook niet hoe ze kunnen voorzien in een adequate oplossing. In het gros van de gevallen verwijzen ze hun oogappel door naar de leerkrachten. Om deze reden moet ook op de scholen voldoende gewerkt worden rond cyberpesten en moeten er maatregelen voorhanden zijn om gericht te kunnen ingrijpen. Scholen zouden eventueel ook een campagne kunnen opstarten gericht op de ouders.
De eerlijkheid gebied ons om te vermelden dat er in tussen tijd heel wat initiatieven op touw werden gezet. Zoals eerder reeds vermeld werd, is er groeiende aandacht voor dit fenomeen. Denken we maar aan stappenplan van het tijdschrift Klasse, het diploma veilig internet en de lespakketten m.b.t. cyberpesten. Doch, Het beleid dat momenteel gevoerd wordt op het niveau van de Vlaamse overheid dient dringend te worden doorgetrokken naar de Vlaamse scholen. Hierbij moeten ook de ouders betrokken worden, zodat een bewustmaking van deze laatste, de leerkrachten alsook de leerlingen kan worden gerealiseerd.
 
Algemeen kan gesteld worden dat de nieuwe technologieën vandaag de dag een plats innemen in het leven van eenieder. Ze bieden heel wat mogelijkheden alsook heel wat uitdagingen. Je zou kunnen zeggen dat deze technologieën maar zo goed zijn als diegene die ze hanteert! Jongeren dienen dan ook bewust gemaakt te worden over de mogelijkheden van de nieuwe media én de gevaren die ermee hand in hand gaan.
 
 

Download scriptie (1007.58 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2008