De Dertigjarige Oorlog (1618-1648) door de ogen van een Nederlandse, gereformeerde emblematicus.

Casper
Stouthuysen

Centraal in deze masterpaper staat het embleemboek Den Onderganck des Roomschen Arents door den Noordschen Leevw, geschreven door de predikant en schrijver Bartholomaeus Hulsius (°1601-†ca. 1635). De bundel werd gepubliceerd in het jaar 1642 door de graveur en uitgever Crispijn de Passe de Jonge (°1594-†1670) in Amsterdam. Den Onderganck is op verschillende vlakken een opmerkelijk literair werk. Ten eerste is het vooralsnog het enige bekend gebleven Nederlandstalige embleemboek waarin verslag gedaan wordt van de militaire interventie van de Zweedse koning Gustav II Adolf (°1594-1632) in het Heilig Roomse Rijk tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618-1648). Daarnaast werd de bundel pas zo’n zeven jaar na de dood van Hulsius en tien jaar na het overlijden van de protagonist Gustav Adolf uitgegeven. Ook wordt in Den Onderganck het embleemgenre aangewend met als doel het verspreiden van een propagandistische boodschap die voornamelijk is gekant tegen de keizer van het Heilig Roomse Rijk, Ferdinand II (°1578-†1637). Ondanks het unieke karakter van deze embleembundel is er op dit werk slechts in zeer beperkte mate academisch onderzoek uitgevoerd. De meest gedegen studie die ingaat op Den Onderganck is een artikel geschreven door McKeown, getiteld ‘A Reformed and Godly Leader: Bartholomaeus Hulsius’ Typological Emblems in Praise of Gustavus Adolphus’ (McKeown 2000). In deze masterpaper vormt Hulsius’ embleembundel het onderzoeksobject. Waar Den Onderganck in het schaarse voorgaande onderzoek eerder aan een oppervlakkige analyse onderworpen werd, is het de intentie om in deze masterpaper enkele emblemen diepgaand te bestuderen. De klemtoon van dit onderzoek ligt voornamelijk op het propagandistische karakter van Den Onderganck, maar er wordt eveneens aandacht besteed aan de historische achtergrond van de bundel, alsook aan de wijze waarop de emblemen en hun verschillende onderdelen (motto, pictura, subscriptio en prozacommentaar) geconstrueerd zijn.

De onderzoeksvraag van deze analyse valt uiteen in twee segmenten. Ten eerste is het doel om na te gaan op welke wijze het propagandistische discours van Hulsius tot stand gebracht wordt in het samenspel van motto, pictura, subscriptio en prozacommentaar. Ten tweede wordt er gefocust op de manier waarop Den Onderganck een positie inneemt binnen het genre van de vroegmoderne protestantse propagandaliteratuur. Voor de analyse werden vijf emblemen geselecteerd die naar mijn mening gelden als representatieve casussen van de wijze waarop Hulsius zijn emblemen een polemisch karakter geeft. De emblematische componenten (motto, pictura, subscriptio en prozacommentaar) van de uitgekozen emblemen worden geanalyseerd en becommentarieerd met bijzondere aandacht voor hun retorische eigenschappen.

De retorische analyse van de emblemen toont aan dat er in Hulsius’ Den Onderganck duidelijk enkele propagandistische technieken terug te vinden zijn. Zo wordt er ten eerste een bijzonder positief beeld van de Zweedse koning Gustav Adolf geschetst. Hij wordt voorgesteld als een miles christianus, een strijder voor het juiste geloof. Hij is een martelaar die zijn leven heeft gegeven voor de protestantse gemeenschap en de Duitse vrijheid. Daartegenover staat het beeld van keizer Ferdinand II, de vijand van koning Gustav (en bij uitbreiding van de protestanten in het Heilig Roomse Rijk). Hij wordt beschreven aan de hand van een zeer negatief woordgebruik. Een laatste propagandatechniek die uit de embleemanalyse naar voor komt, is het gegeven dat Hulsius de leefomstandigheden van de onderdrukte Duitse protestanten vergelijkt met de geschiedenis van de Israëlieten zoals die weergegeven wordt in het Oude Testament. Eveneens blijkt dat Hulsius door het gebruik van de hierboven opgesomde retorische technieken zich met zijn embleembundel positioneert binnen een internationaal veld van protestantse propagandaliteratuur.

Naast deze bevindingen is uit de analyse van Den Onderganck ook naar voor gekomen dat zowel Hulsius als Crispijn de Jonge bij de constructie van respectievelijk de tekstuele en de picturale componenten in grote mate hebben teruggegrepen naar reeds bestaande emblematische werken, waaronder de Nucleus Emblematum Selectissimorum en Selectorum Emblematum Centuria Secunda van Rollenhagen, de Emblematum Ethico-Politicorum Centuria van Zincgref en Hulsius’ eigen Emblemata Sacra.

image-20201004221114-1Titelplaat van Hulsius’ Den Onderganck. Afbeelding overgenomen uit B. Hulsius, Den Onderganck des Roomschen Arents door den Noordschen Leevw. Alles met Kunstrycke Sinnebeelden, ende de verklaringe van dien, soo in Rym als Prose, uytgedruckt, door Weylandt Barth. Hulsius Dienaer des God. W. ende nu aent Licht gebrocht door Crispin de Pas. Amsterdam: Crispin vande Pas, 1642. Geraadpleegd via Archive: https://archive.org/details/denonderganckdes00huls/page/n113/mode/2up. Laatst geraadpleegd op 3 maart 2020. Fol. [π1]r.

Download scriptie (7.15 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. dr. Marc Van Vaeck