De kansrijke vluchteling in een kansloze samenleving

Robbert
Leysen

 

Mijn leven is als een spel dat ik niet kan winnen. Ik doe telkens mijn uiterste best, maar zal mijn doel nooit bereiken. (Nur, Somalische vluchteling).

In april 2015 kwamen enkele honderden bootvluchtelingen om bij het maken van de oversteek van de Middellandse zee. Sindsdien wordt de verhoogde toestroom van vluchtelingen naar het Europees continent beschreven als de vluchtelingencrisis. 

Nur is een van de vele kanszoekers die rond deze periode is toegekomen in België. Samen met 15 andere vluchtelingen maakt hij deel uit van mijn onderzoek. Allen hebben ze een opleiding tot hoogtewerker gevolgd bij de organisatie Rising You. Ik stelde mezelf de vraag hoe deze jonge mannen zelf hun afgelegde traject hebben ervaren. Welke obstakels zijn ze tegengekomen? Hoe staan ze zelf ten opzichte van hun huidige job als hoogtewerker? En beschikken ze over de mogelijkheid om hun ware aspiraties waar te maken?   

Druk tot integratie

Uit de gesprekken kwam naar voor dat de respondenten een tweezijdige druk ondervinden om te integreren. Zo hebben ze hun thuisland ontvlucht met vrees voor eigen leven. Terugkeren naar het thuisland is met andere woorden geen optie. Ze willen deel uitmaken van de samenleving en voelen zich uitgesloten zolang ze aanspraak maken op een uitkering. Anderzijds ondervinden ze een grote druk vanuit het thuisland. Hun zoektocht naar een beter leven was enkel mogelijk door aanspraak te maken op het familiekapitaal. Ze dragen dus een zekere verantwoordelijkheid ten opzichte van achtergebleven familieleden, in die zin dat van hen verwacht wordt in financiële ondersteuning te voorzien. Ze willen dan ook zo snel mogelijk aan het werk om deze verwachtingen in te lossen. Wat echter opvalt is dat bij aankomst in België het merendeel van de interviewees de aspiratie had om verder te studeren. Deze aspiratie hebben ze moeten bijstellen omdat de combinatie van studeren en financiële zelfredzaamheid niet mogelijk was. Dit zou ten koste gaan van de familie in het thuisland.

Financiële zelfredzaamheid

Na erkenning van de vluchtelingenstatus of de status tot subsidiaire bescherming komen de vluchtelingen bij het OCMW terecht. Hier kunnen ze aanspraak maken op een leefloon. Uit de gesprekken komt naar voor dat het onmogelijk is om rond te komen met een leefloon. Dit probleem hangt rechtstreeks samen met de huisvestingsproblematiek. Door een aanbodtekort van sociale huurwoningen worden vluchtelingen gedwongen hun toevlucht te zoeken op de private huurmarkt. Sommige krijgen een huursubsidie van het OCMW, maar zelfs dan gaat het merendeel van het budget verloren aan het betalen van huur. Dit maakt dat het bijna onmogelijk wordt om hun familie in het thuisland financieel te ondersteunen zonder zichzelf te verwaarlozen. Deze financieel ongunstige situatie heeft de respondenten richting de arbeidsmarkt geduwd.  Ze willen zo snel mogelijk aan het werk om financiële zelfredzaamheid te bekomen. Wat blijkt is dat ze zo terechtkomen in slechte, onderbetaalde, arbeidsintensieve jobs.

A job to start a life

De opleiding tot hoogtewerker bij Rising You biedt de respondenten een uitweg, in die zin dat het hen in staat stelt om op korte termijn financieel zelfredzaam te zijn. Ze worden op 3 maanden tijd klaargestoomd voor een specifieke niche van de arbeidsmarkt. Omdat hoogtewerker een knelpuntberoep is vinden ze snel langdurige tewerkstelling en verdienen ze goed hun boterham. Dit inkomen stelt hen in staat om achtergebleven familieleden financieel te ondersteunen, een meer adequate woonst te vinden en nog wat geld te sparen.

Kanttekening

Toch zijn er een aantal kanttekeningen die dienen gemaakt te worden. Veel jobs op hoogte zijn seizoensafhankelijk. Het merendeel van de respondenten werd opgeleid tot schilder op hoogte. Bij slecht weer kunnen ze dit beroep niet uitoefenen. Hierdoor moeten ze een aantal keer per jaar langdurig aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering. De uitkering voor tijdelijke werkloosheid bedraagt 65% van het gemiddeld loon. Voor heel wat respondenten ligt dit bedrag rond de armoedegrens. Dit is met andere woorden niet voldoende om huur te betalen, familie te ondersteunen en voor zichzelf te zorgen. Dit maakt dat ze aanspraak moeten maken op het reeds vergaarde spaargeld. Dit spaargeld speelt nochtans een belangrijke rol om hun lange termijn aspiraties waar te maken. Ze komen vast te zitten in een job die niet overeenkomt met hun aspiraties. De duurzaamheid van dit soort fast-track tewerkstellingstrajecten kan dus in vraag gesteld worden.

Beleid

Trek het leefloon op tot boven de armoedegrens. De ambitie om verder te studeren wordt opzijgeschoven vanwege een gebrek aan financiële middelen. Een hoger leefloon zou een extra incentive kunnen geven om toch te studeren. Dit zou een veel duurzamere uitkomst bieden i.p.v. zo snel mogelijk verzeild te geraken in slecht betaald, arbeidsintensief werk.

Verder zou het beleid moeten inspelen op de huisvestingsproblematiek. Alleen zo kan de financiële draagkracht van de vluchteling vergroot worden. In Vlaanderen bedraagt het percentage sociale huurwoningen in verhouding tot de totale woningmarkt 5,6%, dit cijfer ligt onder het Europees gemiddelde van 8,3%. Verder blijkt ook dat de overheidsbudgetten met betrekking tot de woningmarkt ongelijk verdeeld zijn. Er gaat slechts 14% van de woonsubsidies naar de sociale huurmarkt en maar liefst 84% naar eigenaar-bewoners. Hier zou een meer gelijke verdeling moeten worden doorgetrokken.

Tot slot moet de toetredingstermijn waarbinnen vluchtelingen mogen participeren op de arbeidsmarkt verder afgebouwd worden. In België mag een vluchteling vier maanden na het indienen van zijn asielaanvraag toetreden tot de arbeidsmarkt. Onderzoek heeft echter aangetoond dat een snellere toetreding tot de arbeidsmarkt de lange termijn integratie ten goede zal komen. Hierbij is het van cruciaal belang om relevante geïndividualiseerde trajecten op te stellen. Bij aankomst in België zouden er competentietesten moeten worden afgenomen om een beeld te krijgen van de kennis en vaardigheden waarover een vluchteling beschikt. Vervolgens zou er een opleidingstraject op maat kunnen worden samengesteld zodat de vluchteling kan doorstromen naar meer relevante jobs die overeenkomen met de voormalige werkervaring opgedaan in het thuisland.

Onze kijk op integratie moet volledig anders. Momenteel zijn er te veel uitsluitingsmechanismen aanwezig die duurzame integratie in de weg staan. De capaciteiten en ambities van de vluchteling moeten op de voorgrond worden geplaatst. Iets wat volledig verloren gaat in het huidige politiek discours.

 

Download scriptie (874.12 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof Dr. Ive Marx