Zorgcentra na Seksueel Geweld in België bieden slachtoffers broodnodige erkenning

Indira Anna
Impens

Recent kwalitatief onderzoek van de Universiteit Gent (2023) geeft inzicht in de werking van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG) in België. Sinds 2017 bestaan deze centra naar buitenlands voorbeeld en bieden ze acuut opvang aan slachtoffers van seksueel geweld. Deze zorg is essentieel om de kans op herstel te optimaliseren. De onderzoeker kwam in contact met zowel slachtoffers als zorgverleners tewerkgesteld in zo’n Zorgcentrum. Op die manier ontstond er een actueel beeld van de dagelijkse praktijk. Hieruit bleek dat de deelnemers aan het onderzoek over het algemeen tevreden zijn over de slachtofferhulp, hoewel er ook nog sprake blijft van enkele tekortkomingen.

“Het gaat traag maar het beweegt”

Uit de negen interviews kwam sterk naar voor dat de komst van de ZSG’s een essentiële verbetering is. De deelnemers aan het onderzoek waren het meest positief over wat ze noemen de ‘holistische benadering’. Dit betekent dat slachtoffers op één adres terecht kunnen voor zowel medische zorg, een forensisch onderzoek (o.a. het laten afnemen van stalen), psychologische bijstand en ze de mogelijkheid hebben om ter plekke klacht in te dienen bij zedeninspecteurs. Deze zedeninspecteurs zijn gespecialiseerd in het traumasensitief benaderen van slachtoffers van seksueel geweld. Een grote meerwaarde is ook het feit dat een ZSG de stalen zes maanden tijdelijk in bewaring kan houden. Zo hebben slachtoffers de nodige tijd om te beslissen om al dan niet over te gaan tot klachtneerlegging. Een andere opvallende meerwaarde is de mogelijkheid van verdere psychologische opvolging. Slachtoffers kunnen hiervoor terecht bij een gespecialiseerde ZSG-psycholoog en ze kunnen er daarnaast ook voor kiezen om telefonisch contact te houden met de zorgverleners die hen acute opvang geboden hebben. Slachtoffers kampen immers vaak met donkere gedachten en ondervinden bijvoorbeeld slaapproblemen. Nabijheid en steun van zowel professionele zorgverleners als de eigen omgeving is daarom uiterst belangrijk.

Ruimte voor verbetering

Uit het onderzoek werd daarnaast ook duidelijk dat er toch nog tekortkomingen zijn. Zo is er bijvoorbeeld vaak nog onwetendheid onder lokale politiediensten over het bestaan van de ZSG’s. Hierdoor vinden er alsnog slachtoffers van seksueel geweld de weg niet naar deze opvang. Ook bij het brede publiek en zelfs binnen het hulpverleningslandschap (spoeddiensten, CGG’s, CAW’s, …) is de werking te weinig gekend. Een ander aandachtspunt uit de interviews bleek de opleiding die zorgverleners doorlopen alvorens van start te gaan in een ZSG. Deze wordt ontoereikend bevonden op vlak van praktische vaardigheden en specifieke kennisverwerving van psychiatrische ziektebeelden. Een laatste knelpunt dat voor verwarring kan zorgen bij slachtoffers en hun omgeving is dat men soms verwacht dat ZSG’s hen informatie omtrent het verdere juridische verloop van hun zaak kan geven. De zorgverleners kunnen echter niet voorspellen of een klacht niet tot seponering zal leiden of welke straf een dader zal krijgen.

Een open blik op de toekomst

Hoewel er reeds enkele belangrijke stappen zijn gezet, blijft de nood tot verdere optimalisering van de Zorgcentra, evenals de brede erkenning van het ontwrichtende gevolg van seksueel geweld, hoog. Daarom zijn het blijven vrijmaken van voldoende (financiële) middelen en het sensibiliseren van zorg- en politiepersoneel belangrijke voorwaarden voor de verdere uitbouw. Ook moet er blijvend worden ingezet op transparante communicatie naar slachtoffers toe. We mogen evenwel niet vergeten hoe belangrijk het doorbreken van taboes en stereotypen over seksueel geweld is met oog op een verbindende samenleving.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. dr. Christophe Vandeviver