“Google dat maar eventjes!” … Gemakkelijker gezegd dan gedaan!

Matthijs
Goris

Wij Belgen maken steeds meer gebruik van het internet, want ook in 2018 steeg het aantal internetgebruikers van 88% naar 89%. Hierbij gaat het onder andere over online aankopen en sociale media. Ook kinderen maken gebruik van dat internet. Een internet dat zelfs voor volwassenen niet altijd even eenvoudig te gebruiken is. Als volwassenen al moeilijkheden ervaren; hoe kunnen we dan van kinderen uit de lagere school verwachten dat ze informatie die ze voor één of ander werkstuk nodig hebben, wel eens eventjes zullen googelen.

google-76517 1280

Klopt, we hebben er zelfs al een werkwoord voor: googelen. Hierbij verwijzen we naar de nog steeds zeer populaire zoekmachine die we vandaag en wellicht ook morgen zullen gebruiken: Google. Deze zoekmachine is een handig middel om snel de gewenste informatie te vinden. Aan de hand van een zoekopdracht, dat zijn de woorden die we in de zoekbalk ingeven, zoeken we de gewenste informatie. Op basis van hoe de zoekopdracht eruitziet, wordt er een lijst met webpagina’s weergegeven. Meestal verschijnt de webpagina die je zoekt bovenaan, maar dat is niet altijd zo, want ook reclame sluipt tussen de resultaten. Veel hangt af van welke woorden er in die zoekopdracht staan en wat hun volgorde is. Met dit voorbeeldje is het duidelijk dat informatie opzoeken voor kinderen niet evident is. Zij moeten hier een eerste moeilijke horde nemen in hun poging tot het vinden van informatie. Ze moeten onderscheiden welke resultaten reclame zijn en welke niet. Iets wat voor sommigen evident is, terwijl anderen het in Keulen horen donderen.

Aangezien kinderen de toekomst van morgen zijn, en zij, nog meer dan ons, in een gedigitaliseerde wereld zullen opgroeien, is het belangrijk dat wij hen de nodige vaardigheden aanleren om efficiënt gegevens op te zoeken. We weten niet hoe de toekomst er op technologisch vlak zal uitzien. Kinderen aanleren hoe ze het Google van vandaag moeten gebruiken lijkt een goede start, maar op lange termijn schieten we daarmee tekort. Zeker als we de kwaliteit van het onderwijs willen verhogen. Het Google van morgen kan er immers helemaal anders uitzien. Wat we wel kunnen doen is deze kinderen enerzijds leren werken met het Google van vandaag, en hen anderzijds een nieuwe manier van denken aanleren: computationeel denken. Het denken van morgen.

Computa… wat?

Sinds dit schooljaar zijn er in de eerste graad van het secundair onderwijs nieuwe eindtermen van kracht. Voor het eerst is ook computationeel denken in deze eindtermen opgenomen. Computationeel denken is een manier van denken die ervoor zorgt dat het kind in staat is om complexe problemen op te lossen. Het kent zijn oorsprong in de computerwetenschappen en sluit dus mooi aan bij de werking van computers. Door kinderen te leren ‘denken’ zoals computers dat doen, krijgen zij alle nodige vaardigheden mee om de technologie van morgen de baas te kunnen. Bovendien is computationeel denken een manier die niet alleen in de computerwereld zinvol is. Ook in het dagelijkse leven biedt het tal van voordelen. Zo leer je bijvoorbeeld beter structureren en problemen opsplitsen.

Computationeel denken bestaat uit verschillende vaardigheden zoals logisch en stapsgewijs denken, vaardigheden die allemaal nodig zijn om efficiënt naar gegevens te zoeken. Om leerlingen deze manier van denken eigen te maken, is het belangrijk dat zij hier op een goede manier in begeleid worden. Aan de hand van een stroomdiagram, dat is iets wat sterk lijkt op een determinatietabel die je bijvoorbeeld kan gebruiken om een boomsoort te bepalen, kunnen leerlingen hun voortgang in het zoekproces in de gaten houden en raken ze niet verdwaald tijdens hun zoekactie. Dit stroomdiagram, met voor- en achterzijde, werd door mij ontwikkeld voor kinderen tussen 10 en 12 jaar. Aan de hand van dit schema leren kinderen goede van slechte informatie te onderscheiden en zich bezig te houden met de kern van de zaak: de nodige gegevens zoeken. Doordat leerlingen gebruik maken van dit diagram leren ze tegelijkertijd ook om computationeel te denken. Bovendien bevat de achterkant van het diagram ook extra technieken en informatie als bijkomende ondersteuning.

eindproduct A2eindproduct A 0

Computationeel denken in 1-2-3

Momenteel verwachten we van leerlingen uit de eerste graad van het secundair onderwijs dat ze de doelen van computationeel denken bereiken. Men kan zich echter de vraag stellen of het realistisch is om jongeren pas in het middelbaar een andere manier van denken bij te brengen. Op een nieuwe manier denken leer je niet in 1-2-3. Daarom is het belangrijk om hier ook al in het lager onderwijs mee aan de slag te gaan. En dit zonder de leerkracht extra te belasten met nieuwe inhouden. De leerlingen kunnen immers zelfstandig aan de slag en de inhoud kan volledig afgestemd worden op het thema van de klas. Computationeel denken is een manier van werken, en aangezien informatie opzoeken op het internet voor veel leerlingen nog moeilijk is, kan het stroomdiagram met bijhorende ondersteuningsmiddelen voor de leerkracht en de leerlingen, twee vliegen in één klap zijn. 

Dus, beste lezer, sta de volgende keer misschien best even stil bij het formuleren van uw zoekopdracht in Google. Het kan u immers veel tijd besparen.

Download scriptie (1.98 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Rosseel Evelien, Deleu Audrey
Thema('s)