Ondernemend aan de slag!

Laura
Lassuyt
  • Eden
    Deconinck

Wij, Eden Deconinck & Laura Lassuyt, zijn twee derdejaarsstudenten Lager Onderwijs aan de Katholieke Hogeschool VIVES Campus Kortrijk & Tielt. In kader van ons eindwerk (bachelorproef) verdiepten wij ons in een specifiek thema, namelijk ‘ondernemingszin’. Hierbij probeerden we een antwoord te bieden op de vraag van een schoolteam. Schermafbeelding 2019-10-05 om 10.59.15 0



De vraag van…

Ons onderzoek ging van start bij het verkennen van het nieuw leerplanconcept van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, ZILL (Zin in leven! Zin in leren!). Op vraag van de school onderzochten we de ontwikkeling van ‘initiatief en verantwoordelijkheid’, meer bepaald ‘ondernemingszin’. Het onderzoek gebeurde bij leerlingen uit de tweede en derde graad lager onderwijs van basisschool de Kerselaar in Gottem (Oost-Vlaanderen). Door middel van een literatuurstudie en vertrekkende vanuit het schema van Laevers en Bertrands [1] analyseerden we dit thema. Uit het schema konden we afleiden dat de twee kernvaardigheden ‘zelfsturing’ en ‘creativiteit’ de protagonisten zijn binnen dit ontwikkelthema. Naast deze kernvaardigheden hebben we oog voor de ‘growth mindset’ van de kinderen en zetten we in op de 21e-eeuwse vaardigheden (kritisch denken, samenwerken, communiceren, probleemoplossend denken…). Deze 21e-eeuwse vaardigheden krijgen een plaats binnen ons thema, waarbij we willen inzetten op de toekomst. De praktijksituatie verkenden we grondig door gesprekken met de leerkrachten, observaties in de klas en het afnemen van een vragenlijst bij de leerlingen. Schermafbeelding 2019-10-05 om 10.59.11

Op basis van de literatuurstudie en de praktijkanalyse verdiepten we ons in de volgende onderzoeksvraag: “Hoe kunnen werkvormen, gebaseerd op creativiteit en zelfsturing, bijdragen tot de ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid bij kinderen van de tweede en derde graad?”

Het bijhorende ontwerp

Om een antwoord te bieden op deze onderzoeksvraag werkten we een toolkit uit, samengesteld uit werkvormen en tips, om de kernvaardigheden zelfsturing en creativiteit te bevorderen en te stimuleren in de klas. Echter willen we duiden op het feit dat de begrippen, uit het schema van Laevers en Bertrands (2002-2003), elkaar beïnvloeden. Tijdens de twee ontwerpweken voerden we deze werkvormen uit samen met de leerlingen. Daarnaast hebben we de verschillende tips, die de leerkracht kan toepassen om ondernemingsgezind aan de slag te gaan, geïntegreerd in ons project. 

Samen met de leerlingen en leerkrachten van de twee hoogste graden uit de Basisschool de Kerselaar in Gottem gingen we dus ondernemend aan de slag. Zoals eerder vermeld, is het de bedoeling om de begrippen ‘zelfsturing’ en ‘creativiteit’ bij de kinderen te stimuleren. Deze twee kernbegrippen van ondernemingszin vormden het fundament van onze ontwerpen. Hierbij ontworpen we werkvormfiches die deze twee vaardigheden bevorderen. Vervolgens legden we een verband tussen het ontwikkelthema ‘ondernemingszin’ en het thema ‘diversiteit’. De kinderen gaven zelf aan dat ze graag speelgoed wilden maken voor kansarme kinderen. Vervolgens hebben we, gedurende de twee ontwerpweken, onze werkvormen en tips toegepast tijdens het ontwerpen van hun speelgoed. Hierop aansluitend namen de leerlingen het initiatief om zelf contact op te nemen met Marc Kint (vzw Contactcentrum, verdeelpunt voor de Voedselbank Oost-Vlaanderen) en werd hem het speelgoed overhandigd in het bijzijn van schepen van Onderwijs Trees Van Hove. Daaropvolgend legden we zelf contacten met Unizo en Creatool en stonden we helemaal open voor de ondernemerswereld. Op basis van analyses en reflecties op de praktijk stuurden we telkens onze ontwerpen bij. 

Ons besluit

Tot slot kunnen we uit ons project algemeen besluiten dat de kinderen zowel een vooruitgang geboekt hebben op vlak van ‘creatief denken’ als het grondig doorlopen van hun eigen leerproces. Doorheen het project gaven de kinderen elk idee een kans tijdens het brainstormen en legden ze zelfstandig de focus op het volhardend vorm geven van hun idee door middel van de deelcomponenten van zelfsturing (wilsfactor, richting kiezen, scenario bedenken en uitvoeren, afstand nemen). Daarnaast kunnen we ook onze onderzoeksvraag kritisch beantwoorden door terug te blikken op het IK-rapport, die de kinderen in het begin van het project en op het einde invulden. Tijdens het analyseren van de IK-rapporten merkten we op dat de kinderen kritisch stilstonden bij hun eigen groeipunten en talenten. Hierbij konden ze enerzijds nagaan of ze gegroeid waren doorheen het proces en anderzijds of ze op bepaalde competenties minder scoorden dan ze eerst dachten.Schermafbeelding 2019-10-05 om 10.59.20 0

Uit bovenstaande bevindingen kunnen we afleiden dat werkvormen, gebaseerd op de kernvaardigheden ‘creativiteit’ en ‘zelfsturing’, kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van initiatief en verantwoordelijkheid bij kinderen van de tweede en derde graad. Dit kan concreet gebeuren door ten eerste in te spelen op het zelfstandig creatief denken. Ten tweede kan dit ook door het (creatief) proces uit te diepen door middel van de deelcomponenten van zelfsturing. Hierbij is het van belang om de toolkit flexibel aan te wenden. Aansluitend willen we de nadruk leggen dat de leerkracht zich kritisch moet opstellen tegenover onze toolkit en moet inspelen op de individuele noden van de kinderen. 

Enkele bevindingen 

Ondanks het feit dat we een antwoord hebben kunnen bieden op onze onderzoeksvraag, hebben we echter enkele kritische bedenkingen. Een antwoord op de vragen: ‘Zijn de leerlingen nu effectief ondernemender geworden? Stellen ze hun mindset open voor nieuwe ideeën en willen ze zelf hun talenten benutten en beter presteren? Zijn de leerlingen nu ondernemender geworden?’ blijft voor ons nog wat zoek. Het stimuleren en ontwikkelen van een ondernemingszin is een langdurig proces die de leerlingen elk op hun eigen manier afleggen. Bovendien gaat een ondernemende leerling zijn ondernemingsgezinde competenties niet alleen bovenhalen binnen een project, maar zal dit doortrekken doorheen de verschillende activiteiten binnen het ‘leren en leven’. 

Suggesties 

Tot slot suggereren we om het ontwikkelthema ‘ondernemingszin’ niet enkel toe te passen tijdens projecten/thema’s, maar ook binnen alledaagse activiteiten. Kortom, je moet het als leerkracht niet altijd ‘groots’ willen zien. Ondernemingszin krijgt pas een kans als je als leerkracht er voor openstaat en dit weerspiegelt in jouw aanpak in de klas. We sluiten deze bachelorproef af met de volgende quote. 

 “Het is aan ons om ondernemende talenten te stimuleren zodat ze op jonge leeftijd al ontbolsteren” (Vlajo, 2019).

[1] Laevers, F., & Bertrands, E. (2002-2003). De vernieuwers, managers, leiders en avonturiers uit je klas. Kleuters met ondernemingszin. Kleuters en ik, 19(4), 2-5.

Download scriptie (8.08 MB)
Universiteit of Hogeschool
VIVES Hogeschool
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Sofie Dossche en An De Buck
Thema('s)