Hoogbegaafd? En toch loop je vast bij het studeren?

Eline
van den Muijsenberg

“Florian is hoogbegaafd en studeerde in het middelbaar zonder moeite af in een wiskundig sterke richting. Leerkrachten en vrienden waren het er unaniem over eens dat hij het als bolleboos nog ver zou schoppen. Maar in het eerste jaar aan de universiteit loopt hij vast en slaagt hij voor geen enkel vak.”

Het is een vaak voorkomend misverstand dat hoogbegaafden de transitie naar het hoger onderwijs zonder problemen doormaken en slagen aan de universiteit zonder bijkomende ondersteuning. Sommige hoogbegaafde studenten ervaren immers belemmeringen en presteren – ondanks het potentieel om sterke academische resultaten te behalen – onder de verwachtingen.

Eline van den Muijsenberg (KU Leuven) speelde met haar masterproef in op het gebrek aan studie-ondersteuningsprogramma’s aan Belgische universiteiten voor deze doelgroep. Ze ontwikkelde, faciliteerde en evalueerde het coachingstraject ‘Hoogbegaafd? En toch loop je vast bij het studeren?’, in samenwerking met de Dienst Studieadvies van de KU Leuven. Acht hoogbegaafde studenten volgden het drie maanden durende traject.

Hoe kan dat? Hoogbegaafd en onderpresteren?

Het onderzoek naar hoogbegaafde universitaire onderpresteerders staat nog in de kinderschoenen. Toch werden in de literatuurstudie van deze masterproef verschillende belemmeringen gevonden die kunnen verklaren waarom deze studenten onderpresteren.

Onderzoekers stellen vast dat sommige studenten beperktere zelfregulerende vaardigheden, studievaardigheden of executieve functies hebben, door een gebrek aan uitdaging en academische voorbereiding in het secundair onderwijs. Ook het perfectionisme van sommige hoogbegaafde studenten kan leiden tot stress, vermijdingsgedrag en faalangst, waardoor ze gaan onderpresteren. Bovendien kan de overgang naar de universiteit zorgen voor een vergelijkingsgroep die doorgaans hoger presteert, waardoor de hoge beoordeling van de eigen mogelijkheden met betrekking tot leren (of het hoge academisch zelfconcept) onder druk kan komen staan. Dit kan leiden tot een lager slaagpercentage in het hoger onderwijs. Enkele onderzoekers stellen ook vast dat hoogbegaafde onderpresteerders minder gemotiveerd zijn om goed te presteren dan hoogbegaafde presteerders. Motivatie zou namelijk, in combinatie met intelligentie, een belangrijke voorspeller zijn voor academisch succes.

Visuele voorstelling bevindingen literatuur

Enkele onderzoekers halen bovendien de sociale en academische isolatie aan, die sommige hoogbegaafde universitaire studenten ervaren bij gebrek aan andere personen met vergelijkbare intellectuele capaciteiten. Andere onderzoekers stellen vast dat sommige hoogbegaafde studenten, net als andere studenten, het moeilijk vinden om zich aan te passen aan de eisen van de nieuwe universitaire en onpersoonlijkere leeromgeving, die gekenmerkt wordt door minder begeleiding en grotere groepen studenten.

Het coachingstraject ‘Hoogbegaafd? En toch loop je vast bij het studeren?’

Om in te spelen op deze belemmeringen, werd het coachingstraject ‘Hoogbegaafd? En toch loop je vast bij het studeren?’ ontwikkeld. Theorieën, oefeningen en methodieken uit de literatuur en best practices werden vóór de start van het traject verzameld in een draaiboek. Het draaiboek werd opgesteld op basis van een pedagogisch-didactisch model, waardoor op voorhand werd nagedacht over enkele belangrijke componenten zoals de doelen, werkvormen en evaluatie. Het vormde een uitgebreid naslagwerk van waaruit oefeningen voor de sessies werden geselecteerd.

Op basis van de noden en suggesties van de studenten, werden in samenspraak met de studenten verschillende thema’s voor de groepssessies geselecteerd: ‘executieve functies’, ‘studievaardigheden’, ‘timemanagement, doorzettingsvermogen en motivatie’ en ‘perfectionisme en faalangst’.

Didactisch materiaal

De studenten kregen de ruimte om de sessies in co-creatie mee vorm te geven. Deelnemers die reeds ervaring hadden met een specifiek thema, konden vrijwillig een deel van de sessie mee begeleiden. De studiebegeleiders, waaronder de auteur van deze masterproef, vulden aan met theorie, oefeningen en discussie-onderwerpen waar nodig. Op initiatief van de studenten werd bovendien een chatgroep georganiseerd waarin gedragsveranderingen, gevoelens en ervaringen werden gedeeld. Na de sessie rond studievaardigheden groeide ook de nood aan samenstudeersessies om de geleerde strategieën in de praktijk te proberen. Deze werden tweemaal georganiseerd. Deze aanpak op basis van co-creatie leidde ertoe dat de studenten als gelijke partners werden aanzien, waarbij een gevoel van autonomie en competentie werd gestimuleerd (cf. zelfdeterminatietheorie). Eerdere initiatieven leren ons namelijk dat sommige hoogbegaafde studenten zich verzetten tegen elke vorm van autoriteit. Doordat dit coachingstraject op basis van de noden van de studenten en in co-creatie werd vormgegeven, kan de inhoud voor toekomstige trajecten verschillen.

Effecten voor de deelnemers?

Het traject werd op korte en langere termijn geëvalueerd door middel van schriftelijke enquêtes en mondelinge interviews met de deelnemende studenten. De studenten rapporteerden gedragsveranderingen op korte termijn, gaande van het implementeren van een tip tot het efficiënter studeren met meer motivatie. Drie maanden na de sessies werden interviews gepland, waarin de participanten aangaven dat het coachingstraject gedragswijzigingen op langere termijn teweeg heeft gebracht, zoals het proactief opruimen van een kamer, het beter kunnen schrijven van een paper, een verhoogde motivatie, betere timemanagement vaardigheden en betere studievaardigheden. Studenten voelden zich bovendien meer sociaal en academisch geïntegreerd, kregen handvatten voor de ontwikkeling van hun doelen en ontwikkelden copingstrategieën om te kunnen omgaan met eventuele nadelen van hoogbegaafdheid en het voorbereiden van hun examens. Op basis van deze bevindingen kan besloten worden dat een studie-ondersteuning, zoals ontwikkeld en uitgevoerd in deze masterproef, een effectieve manier is om de belemmeringen waar hoogbegaafde studenten aan de universiteit tegenaan kunnen lopen, aan te pakken.

Zelf een coachingstraject ontwikkelen? – enkele tips!

Tot slot kunnen uit de evaluatie enkele tips worden afgeleid voor de ontwikkeling van een coachingstraject voor hoogbegaafde universitaire studenten.

  • Verdiep je in de karakteristieken en noden van hoogbegaafde universitaire studenten voor je start aan de ontwikkeling van een traject.
  • Verken de mogelijkheid om deelname aan het coachingstraject te beperken tot enkel hoogbegaafde studenten. Een apart coachingstraject kan leiden tot een groepsgevoel waar hoogbegaafde studenten hun gevoelens en gedachten kunnen delen, overeenkomsten kunnen vinden en van elkaar kunnen leren. Een gevoel van eenzaamheid wordt verminderd, omdat de studenten kennismaken met andere hoogbegaafde studenten met vergelijkbare barrières.
  • Maak gebruik van discussies over niet-bedreigende en stimulerende onderwerpen die het ijs kunnen breken, zoals ‘hoe omgaan met hoogbegaafdheid’. Dit leidt tot een veilige en warme sfeer binnen de groep, waardoor je discussies over gevoelige onderwerpen mogelijk maakt.
  • Zet in op de relatie tussen studiebegeleider en student, waarbij de student gezien wordt als gelijke partner die, door co-creatie, een gevoel van autonomie en competentie ervaart.
Download scriptie (5.06 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Prof. Dr. Karine Verschueren
Thema('s)