Een hoogbegaafde in de klas, ook dat nog!

Janne
Verhaeghe
  • Sara
    Heyrick

Het is donderdag 11.28u. Mijn hoofd staat op ontploffen. Felix begint te huilen omdat Indra hem pijn deed, dat doet ze wel vaker. Jeroen en Mila zijn na 5 minuten klaar met hun oefeningen en kijken wat in het rond, terwijl nog vijf andere leerlingen met hun vinger in de lucht zitten omdat ze niet meer verder kunnen. Simon is vandaag erg geprikkeld en kan geen minuut stilzitten. Ik weet niet wie ik eerst kan helpen. Ik sta nu vijf jaar voor de klas en maak zo’n situaties dagelijks mee.

Deze situatie is waarschijnlijk voor vele leerkrachten onder ons herkenbaar…

In de media verschenen de laatste jaren meermaals artikels over de invoering van het M-decreet. Door deze nieuwe maatregelen komen leerlingen met specifieke zorgen in ‘gewone’ klassen terecht. Dit brengt heel wat extra zorgen voor de leerkracht met zich mee. Vaak zoveel bijkomende zorgen dat een belangrijke groep vergeten wordt: de meer- en hoogbegaafden.  Nee, we mogen de leerlingen die zorg nodig hebben op een hoger niveau niet uit het oog verliezen.

“ Ik weet niet wie ik eerst kan helpen. Ik sta nu vijf jaar voor de klas en maak zo’n situaties dagelijks mee”

Onderpresteren

Het is niet gemakkelijk voor leerkrachten om de diverse leerlingengroepen op een gepaste manier te begeleiden. Door de complexe samenstelling van de klas vindt de leerkracht vaak de tijd en motivatie niet meer om deze kinderen uitdagende oefeningen en leerstof aan te bieden. Meestal krijgen ze gewoon wat extra oefeningen (van eenzelfde niveau/moeilijkheidsgraad) waardoor deze  hoogbegaafde en sterke leerlingen op hun honger blijven zitten. Dit alles kan zeer nadelig zijn voor het kind in kwestie.

Stel je maar eens voor dat je iedere dag oefeningen moet maken die je al perfect kan oplossen, dat je iedere dag naar een leerkracht moet luisteren die dingen vertelt die je eigenlijk al weet. Op den duur hou je dat niet meer vol. De aandacht verzwakt, het plezier is er van af, de motivatie staat op nul.

Het grote gevaar schuilt erin dat het kind schoolmoe wordt en gaat onderpresteren.  Het kind buit zijn mogelijkheden niet meer uit en gaat zich structureel vervelen. Onderpresteren is één van de grootste valkuilen van hoogbegaafdheid. Bij kinderen met een IQ rond 130, is ongeveer 30% onderpresteerder en bij kinderen met een IQ hoger dan 150 maar liefst 60% (Van Gerven, 2009). Een niet te onderschatten probleem, niet te onderschatten voor het kind, maar ook niet in de klas.

“De aandacht verzwakt, het plezier is er van af, de motivatie staat op nul.”

Natuurlijk zijn wij niet de eersten die dit vaststellen. Er bestaan al heel wat methodes en werkwijzen om met dit probleem aan de slag te gaan. Zo heeft iedereen al wel eens gehoord van een klas overslaan, of misschien klinkt de Eurekaschool in Leuven jullie wel bekend in de oren. Het zijn één voor één goed uitgewerkte initiatieven. Maar helaas is het de realiteit, dat niet ieder kind dat er nood aan heeft, zich kan vinden in zo’n initiatief. Om deze reden is het belangrijk dat leerkrachten ook binnen de ‘gewone’ klas naar boven kunnen differentiëren.

Aan de slag!

Het hoogbegaafd kind moet in de klas, tijdens de lessen kunnen worden uitgedaagd. Oefeningen van een hoger niveau aanbieden kan hierbij helpen. Maar niet ieder kind wordt op deze manier uitgedaagd.

Wij gingen op zoek naar enkele vernieuwende manieren om hoogbegaafden en sterke leerlingen uit te dagen en te motiveren binnen de dagelijkse lessen.

Het was zoeken en proberen, maar we ontdekten al gauw dat prikkels die het zelfstandig werken bevorderen, goed in de smaak vielen bij deze kinderen. Zo zetten we verschillende projecten op die zijdelings met de les te maken hadden.

Enkele voorbeelden die scoorden:

Een leerling werd gevraagd een geplande klasshow logistiek voor te bereiden: via het internet moest hij op zoek gaan naar de goedkoopste chocolade en fruitsap; hij berekende de hoeveelheden en kostprijs en ging na waar en wanneer dit allemaal kon opgehaald worden.

Voor een andere activiteit ontwierp iemand een toegangsticket in Word of Paint.  De toegangsprijs moest de leerling berekenen zodat er winst gemaakt zou worden op basis van het aantal leerlingen die er aanwezig zou zijn.

Om een wero-les te ondersteunen moest een leerling een Powerpoint opmaken.  Eénmaal ging dit over ‘boerderijdieren’,  een andere keer ‘hoe bouw ik een huis’…

Twee andere leerlingen werd de opdracht gegeven de jaarlijkse koekenverkoop volledig te organiseren.  Het aantal dozen, de opbrengst, de verdeling, alles moesten ze (helpen) berekenen.

Tenslotte werd een leerling gevraagd de ‘beste’ computer op te zoeken binnen de voorwaarden die we hem vooraf gesteld hadden.  Zijn zoekresultaat zouden we gebruiken om de aankoop van 2 nieuwe computers voor de klas te sturen.

Naast deze projecten werd er, in de klas zelf, materiaal ter beschikking gesteld dat de leerling zelf kon gebruiken om vrije momenten leerrijk op te vullen.

Er werd o.a. een permanent aanbod voorzien van raadselblaadjes uit Klascement.  Ook die vielen goed in de smaak tijdens de  korte momentjes  na een gezamenlijke rekenoefening. Hier ontstond zelfs een sportieve competitie rond. 

Daarnaast werden een 10-tal smartgames aangeboden en werd een meerdaags schaaktornooi opgezet.

Dit zijn een tal van korte, uitdagende activiteiten die de leerlingen uitvoerden. Aan de hand van metingen merkten wij een positieve evolutie op omtrent hun motivatie en aandacht.

Slot

Het is en blijft belangrijk dat iedere leerling zijn capaciteiten ten volle kan benutten in de klas, ook meer- en hoogbegaafden. Door korte projecten voor hen op te zetten, hen opdrachten zelfstandig te laten uitvoeren die aangepast zijn aan hun niveau en hun interesses, konden we ervoor zorgen dat ook zij enthousiaste leerlingen blijven. En enthousiaste leerlingen in de klas, is natuurlijk wat iedere leerkracht wil!

Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Lore Meganck
Thema('s)