Hysteroscopie in Nederland en Vlaanderen

Steffi
van Wessel
  • Steven
    Weyers
  • Benedictus
    Schoot

Anno 2017 zijn minimaal invasieve procedures, zowel diagnostische als therapeutische, populair. Het doel is dat de patiënt minder en kleinere littekens heeft na een ingreep, en om het ongemak voor de patiënt, de hospitalisatieduur en de arbeidsongeschiktheid tot een minimum te beperken.  

 

In het vakgebied van de gynaecologie is hysteroscopie een minimaal invasieve methode om de baarmoederholte te onderzoeken, meestal in het kader van bloedings- of vruchtbaarheidsproblemen. Bij een hysteroscopisch onderzoek wordt de baarmoederholte onderzocht door een smalle camera, via de vagina en de baarmoedermond, in de baarmoederholte wordt gebracht. Indien er een afwijking wordt gezien, zoals een poliep, een vleesboom (myoom), een placentarest, een tussenschot (septum) of verklevingen, kan deze ook onder hysteroscopisch zicht behandeld worden. Deze techniek is een alternatief voor het blind verwijderen van de aandoening “een curettage”, of meer ingrijpende procedures zoals het verwijderen van de baarmoeder “een hysterectomie”.

 

De hysteroscopische techniek is zodanig ontwikkeld dat steeds meer procedures tijdens het spreekuur kunnen uitgevoerd worden in plaats van op het operatiekwartier. Dat houdt in dat de patiënt niet moet opgenomen worden en dat er geen narcose of ruggenprik nodig is.

 

De ontwikkelingen en vernieuwingen inzake hysteroscopie voltrekken zich pas sinds 1990. Voordien stond men eerder weigerachtig ten opzichte van de techniek omwille van de nodige infrastructuur, het financiële aspect, de moeizame leercurve en de beschikbare alternatieven.

In Nederland zijn reeds 5 enquête onderzoeken verricht om het gebruik en de verspreiding van hysteroscopie in de klinische praktijk na te gaan. In Vlaanderen werd nooit eerder dergelijk onderzoek gepubliceerd. 

 

Onze enquête richt zich tot erkende gynaecologen die lid zijn van de Nederlandse of Vlaamse Verenging voor Obstetrie en Gynaecologie (respectievelijk NVOG en VVOG) en heeft als doel de huidige ideeën alsook het gebruik van hysteroscopie in kaart te brengen. 

 

De respons ratio voor Nederland was 15.4% (91/591) en voor Vlaanderen 27.0% (158/586). 

De meeste respondenten verrichten diagnostische hysteroscopie, een onderzoek waarbij alleen gekeken wordt, of basis hysteroscopische ingrepen, een onderzoek waarbij een poliep of vleesboom wordt verwijderd of een spiraaltje wordt herplaatst.

 

In Vlaanderen is er nog wat terughoudendheid om hysteroscopie te gebruiken voor de behandeling van poliepen en placentaresten. Als alternatief wordt nog vaak een curettage verricht, een blinde procedure met risico op incomplete verwijdering. Bovendien moet de patiënt opgenomen worden en is narcose of een ruggenprik noodzakelijk.  

 

Men lijkt vooral in Nederland te beschikken over een infrastructuur en instrumenten die toelaten om hysteroscopische ingrepen tijdens het spreekuur te verrichten. Dit heeft te maken met de beperkte vergoeding van ambulante hysteroscopische ingrepen in België, wat de aanschaf en het gebruik van hysteroscopen en instrumenten (vaak voor éénmalig gebruik) met een fijne diameter beperkt.



De hysteroscopische techniek maakt echter wel deel uit van de opleiding tot gynaecoloog waardoor de jonge en minder ervaren gynaecologen meer vertrouwd zijn met en een voorkeur hebben voor deze techniek.

 

 

Samenvattend kunnen we stellen dat in de behandeling van afwijkingen in de baarmoederholte, die aanleiding kunnen geven tot bloedings- en/of vruchtbaarheidsproblemen, de focus nu eerder ligt op de minimaal invasieve methoden waarbij de baarmoeder kan behouden worden.

Dergelijke ingrepen kunnen steeds vaker tijdens het spreekuur verricht worden, op voorwaarde dat een infrastructuur met het nodige instrumentarium aanwezig is. Ten gevolge van de betere vergoeding zal men in Nederland meer dan in Vlaanderen over een ambulante setting beschikken. Het is dan ook logisch dat men in Nederland meer ervaring heeft met deze hysteroscopische ingrepen.

 

Onze enquête bevestigt dat er in Vlaanderen verder onderzoek nodig is naar het gebruik van hysteroscopie tijdens het spreekuur met de nadruk op het financiële aspect en op het patiëntcomfort om de implementatie ervan te ondersteunen.

Download scriptie (3.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Dr. Hamerlynck Tjalina
Thema('s)