De ontmoeting met de vijand

Nicolas
De Keyser

I am the enemy you killed, my friend.”

Met deze woorden eindigt het beroemde 'Strange Meeting' van de Engelse soldaat-poëet Wilfred Owen, een gedicht over een gesneuvelde strijder die geconfronteerd wordt door een vijand die hij voordien zelf doodde in de loopgraven. Literaire werken uit de Eerste Wereldoorlog stellen de gruwelijkheid van dat conflict vaak doeltreffend tentoon, wat hun aanhoudende populariteit tot op heden verklaart. Voor de meesten onder ons lijkt hun boodschap vandaag echter vanzelfsprekend: oorlog is verschrikkelijk, dat weet toch iedereen? Er bestaat toch amper iemand die oorlog toejuicht zonder zich bewust te zijn van de kost?

Alleen was dit niet altijd het geval.

Dulce et Decorum Est Pro Patria Mori

Doorheen de geschiedenis van de mensheid was het zelfs meestal zo dat dichters de beweegredenen voor oorlog aanmoedigden. Concepten zoals eergevoel, glorie en vaderland werden deels door poëzie in het leven geroepen, in stand gehouden en verspreid. Oorlogsdichters gebruikten bovendien verbloemende taal om het krijgsgebeuren te verfraaien. 17e-eeuwse poëten beschreven bijvoorbeeld zonder schroom soldaten nog steeds als hoffelijke ridders met schild, zwaard en harnas. Ook al zouden deze als kluchten uit de toon gevallen zijn in een wereld waar de reële vernietigende kracht van kanonnen reeds het slagveld teisterde.

Zulke 'heroïsche', 'ridderlijke' verzen, zoals ze worden genoemd, drukten een ideaal uit dat de realiteit van moderne oorlogsvoering ontkende. En dit om de werkelijkheid acceptabeler te maken voor de mannen die hun leven moesten riskeren. Sterven voor het vaderland (pro patria mori) werd met andere woorden dichterlijk gepromoot, in navolging van de spreuk van de Romeinse dichter Horatius, als iets aangenaam (dulce) en fatsoenlijk (decorum).

Deze tendens veranderde echter in het zog van de Groote Oorlog.

Oude leugens

Wilfred Owen, en schrijvers die zijn overtuiging deelden, ondermijnden de poëtische veronderstellingen over conflicten. In het bekende 'Dulce et Decorum Est' beschrijft de dichter een plotse gasaanval, een wrede tactiek tijdens de Eerste Wereldoorlog, en hoe een soldaat die te laat naar zijn gasmasker grijpt op een akelige manier omkomt. De laatste versregels van dat gedicht zijn aan de propagandamakers thuis gericht, die de 'old lie' verkondigen aan naïevelingen op zoek naar glorie. Zijn boodschap: als jullie zouden kunnen zien wat ik zie, zouden jullie niet beweren dat sterven op een slagveld 'aangenaam' of 'fatsoenlijk' is. Deze onwetendheid en onverschilligheid van het thuisfront vormen zodoende een belangrijke rode draad bij Owen.

De voornaamste vertegenwoordigers van de thuisblijvers waren voor hem strenge vaderfiguren en harteloze vrouwen. Terwijl God in de Bijbel aan Abraham opdraagt om Isaak aan hem te offeren, op het laatste moment ingrijpt en een ram in de plaats vraagt, kiest Owens Abraham niettemin om toch zijn zoon te doden, evenals "half the seed of Europe, one by one". In een ander gedicht bezwijkt een soldaat onder de druk van de verwachtingen van zijn ouders, wiens eer hij hoog moet houden, en van de doodsangsten die hij voelt in de loopgraven, waardoor hij zelfmoord pleegt. De geliefden van de frontstrijders dan, zoals in 'Disabled', overtuigen jonge mannen om in dienst te gaan, maar deinzen ongevoelig van hen terug wanneer ze verminkt terugkomen.

Kameraden

De nadruk die Owen legde op de scheiding tussen militairen en de onwetende burgers vaak verantwoordelijk voor hun lijden, bouwt enigszins voort op een oud poëtisch concept. Oorlogsdichters die heroïsche verzen schreven, gebruikten de sterke band die kan ontstaan tussen soldaten ook als motivatie om te (blijven) vechten. Voor Owen was dit niet anders. Door het sterven voor broeders als waardig te bestempelen, en mooier dan traditionele, burgerlijke schoonheid, spreekt hij zichzelf echter tegen. Hij valt ten prooi aan het soort stimulans dat hij elders ontkracht.

Daarnaast zou de poëet kunnen verweten worden dat hij vooral de schuld doorschuift naar anderen. De courante voorstelling van soldaten als Jezusfiguren in de literatuur van de Eerste Wereldoorlog onderschrijft dit buitensporige (zelf)medelijden waarvan men schrijvers kan betichten (wat onder andere de befaamde W. B. Yeats deed). Desondanks het feit dat er een grote culturele verwachting was om ten strijde te trekken, ging het tenslotte dikwijls om een vrijwillige keuze. Owen keerde bijvoorbeeld vanwege zijn manschappen terug na een ziekenhuisverblijf. Zonder militaire bereidwilligheid zou de oorlog niet gevochten kunnen zijn.

Kruisiging

Het genie van Owen bevindt zich echter precies in de uitbreiding van oude ideeën: kameraden zijn ook diegenen in de tegenoverliggende loopgraven. Ook zij zijn lijdende Jezusfiguren. Maar niet alleen het medelijden van de dichter verruimt: er is evenzeer een erkenning van schuld. In 'Strange Meeting' ontmoet de ik-figuur, een moordenaar, zijn slachtoffer in de hel. Het spookachtige kadaver vertoont gelijkenissen met Christus, wat de bezoeker die zijn borst doorboorde, zoals de Romeinse soldaat in de Bijbel, onomwonden moreel verwerpelijk maakt. Zijn slachtoffer doet evenzo boete in de onderwereld, ongetwijfeld verantwoordelijk voor vroegere soortgelijke moorden.

De twee figuren in het gedicht zijn dubbelgangers, want alle strijders ondergaan hetzelfde lot, en plegen dezelfde misdrijven. De dode vijand, bijgevolg ook een dichter, beschrijft het verbloemende poëtische werk dat hij zou hebben gedaan, mocht hij niet tot inzicht zijn gekomen. Over sommige daden kan men niet verbloemend schrijven, meent hij: iemand koelbloedig ombrengen die jouw verwachtingen en dromen deelt, kan niet als heldhaftigheid worden goedgepraat.

Wat Owen zo innovatief maakt is dus de erkenning van de Andere, het slachtoffer, het eigen kwaad. Dit besef kon in latere oorlogspoëzie niet meer worden weggedacht en beëindigde de ridderlijke fase van het genre. Tijdens de Groote Oorlog zelf was deze nieuwe soort gedichten echter nog in de minderheid. Hun achteraf gezien grotere invloed drong pas erna door.

Vreemd genoeg worden schoolvoorbeelden van de toenmalig geliefdere strekking soms nog opgehaald. Het feit dat het populaire 'In Flanders Fields' het weinig vredelievende "Take up our quarrel with the foe" bevat, wordt bijvoorbeeld over het hoofd gezien.

In een wereld die vaak onzekerder lijkt te worden, blijft het belangrijk dat pijnlijkere werken en hun ernstige waarschuwingen niet in vergetelheid raken. Zo kunnen conflicten zoals de Groote Oorlog, waarin ook Wilfred Owen vroegtijdig het leven liet, in de toekomst misschien overtuigender afgewend worden.

Download scriptie (368.35 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Professor dr. Christophe Collard