"Ik rouw om een niet-geleefde jeugd" – Vlaamse mannen aan het woord over seksueel misbruik tijdens hun minderjarigheid

Olivia
Raets

Een studente criminologie van de UGent met een grote interesse in genderstereotypen en seksueel grensoverschrijdend gedrag, bevroeg in het voorjaar 2022 tien mannen tussen de 26 en 67 jaar over het seksueel misbruik dat voor hun 18e jaar plaatsvond. De welzijnsgevolgen zijn talrijk en vooral ook ernstig, zoals blijkt uit de resultaten in haar masterproef “Ik had heel iemand anders kunnen  zijn…”. Depressieve gevoelens, herhaalde zelfmoordpogingen, angst, het vermijden van seks of een seksverslaving en heel veel schaamtegevoelens worden als meest voorkomende gevolgschade vernoemd.

Het slachtoffer was heel jong en de dader veelal een mannelijke bekende

Het stereotiepe beeld van een vreemde dader die kinderen ontvoert en misbruikt, blijkt niet altijd te kloppen. Hoewel er bij drie slachtoffers sprake was van een onbekende dader, werden de meesten aangerand en/of verkracht door een mannelijk familielid, een leraar, een chiroleider, een trainer of een kinderoppas. Het misbruik gebeurde voor het eerst toen het slachtoffer tussen 5 en 10 jaar was en ging soms jarenlang door. Sommige slachtoffers – zij beschrijven zichzelf liever als “overlever” – kregen te maken met meer dan één misbruik, telkens door een andere dader. Slechts iets meer van de helft deed aangifte bij de politie en dit pas wanneer zij al volwassen waren. Zij onthulden het misbruik soms aan hun ouders, maar die minimaliseerden het of gingen er niet verder op in. Het imago naar de buitenwereld van een “normaal” gezin diende immers in stand te worden gehouden.   

Het welzijn wordt sterk geschonden

Het misbruik had grote psychische gevolgen die tot lang in de volwassenheid blijven doorlopen. De slachtoffers trachten hun gevoelens en gedachten weg te drukken en vluchten vaak in een excessieve tijdsbesteding aan werk of hobby’s of in alcohol of ander middelengebruik om de pijn te verzachten. Zij kampen allemaal met depressieve gevoelens waardoor een opname in een psychiatrische instelling soms noodzakelijk was. Alarmerend is zeker dat zij bijna allemaal één of meerdere zelfmoordpogingen achter de rug hebben. Begrijpelijk is hun woede naar de dader, en zij voelen ook boosheid naar de ouders of andere volwassenen die het misbruik hadden kunnen voorkomen of doen stoppen. De relatie met hun partner en kinderen is vaak ernstig verstoord omdat ook zij de impact van het misbruik ondervinden. Uit angst om zelf als dader gezien te worden, durven de slachtoffers (hun) kinderen niet knuffelen of wassen, en zijn ze als ouder dikwijls overbeschermend in contacten met mannelijke volwassenen. Ze maken soms moeilijk vrienden omdat ze heel wantrouwig zijn en voelen zich vaak eenzaam en sociaal geïsoleerd.

Vermijden van seks maar ook promiscuïteit

Dat alle participanten zeiden ernstige seksuele problemen te hebben (gehad) is niet verwonderlijk omdat door de prille leeftijd waarop het misbruik begon hun normale seksuele ontwikkeling verstoord werd. Dit leidt er bij sommigen toe dat zij seks gaan vermijden omdat zij dan geconfronteerd worden met flashbacks over de dader, die zo als het ware “deelneemt” aan de handelingen. De meeste slachtoffers vertoonden risicovol seksueel gedrag met talrijke partners, wat in de psychologie wordt verklaard vanuit een herhalingsdrang naar het seksuele trauma.

Culturele stereotypen over gepast mannelijk gedrag leiden tot schuld en schaamte

In onze maatschappij gelden nog steeds stereotiepe aannames over hoe een man zich hoort te gedragen. Jongens groeien op met de idee dat zij sterk moeten zijn en voor zichzelf moeten kunnen zorgen, en deze sociale genderrol wordt ook door hen zelf eigen gemaakt. Dit leidt tot grote schuld- en schaamtegevoelens. Zij zoeken de aanleiding van het misbruik vaak (gedeeltelijk) in hun eigen uiterlijk of gedrag, vinden dat zij als jongen niet genoeg weerstand hebben geboden en voelen zich beschaamd om erover te praten. Een ander gevolg van de mannelijke stereotypen en het feit dat hun dader een man was, is dat zowel de heteroseksuele als de homoseksuele participanten lange tijd verward waren over hun seksuele geaardheid.

Therapie, veerkracht en zingeving

De meeste slachtoffers zeiden op weg te zijn naar herstel, al gaat dit vaak met vallen en opstaan. Bijna alle slachtoffers konden terecht bij een professionele hulpverlener wat een positieve invloed had op hun verwerkingsproces. Ook hun deelname aan een zelfhulpgroep seksueel geweld werd ervaren als een sterke steun. De meesten vertonen een grote veerkracht en het is bemoedigend dat een aantal van hen zich benoemt als “een strijder” met een “vechtersmentaliteit” die “het vlammetje in zichzelf durft te volgen”. Ondanks alle pijn zeggen sommige respondenten dat zij door het misbruik meer zelf- en mensenkennis hebben gekregen, en trachten zij zin te geven aan wat hen overkwam door zich in te zetten om andere slachtoffers te ondersteunen.

Nood aan gespecialiseerde kennis en maatschappelijke bewustwording

Omwille van de specifieke problemen bij mannelijke slachtoffers benadrukt de onderzoeker dat professionele hulpverleners een goed inzicht moeten hebben in deze problematieken. Zeker ook de zedeninspecteurs bij de politie, de hulpverleners in de Zorgcentra na Seksueel Geweld en traumatherapeuten zouden dit in hun opleiding best meekrijgen. Een brede maatschappelijke bewustwording is nodig omdat door de culturele stereotypen en mythes de gevolgen bij mannelijke slachtoffers nog steeds onderschat worden. Ten slotte zouden ook de partner en de kinderen van het slachtoffer best mee in de therapie betrokken worden omdat ook zij gevolgen van het misbruik ondervinden.

 

Heb je vragen of zoek je hulp?

https://www.zelfhulp.be/zoek-een-zelfhulpgroep/seksueel+misbruik

https://www.seksueelgeweld.be/zorgcentra-na-seksueel-geweld-wat-voor-wie-waar

 

Meer informatie over het onderzoek en contact:

olivia.raets@gmail.com

Promotor: Christophe.Vandeviver@UGent.be

 

 

Download scriptie (700.98 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Christophe Vandeviver