Jongeren die lezen zijn taalvaardiger.

Mira
Wyns

De leesvaardigheid van kinderen en jongeren is de laatste jaren enorm gedaald. Dat tonen verschillende internationale onderzoeken aan, zoals het PIRLS- en het PISA-onderzoek. Aangezien deze onderzoeken zich vooral focusten op jonge kinderen, heeft een masteronderzoek aan de faculteit letteren van de KU Leuven onderzocht hoe de situatie in elkaar zit bij jongeren uit het zesde middelbaar aso en tso in Vlaanderen. 138 leerlingen, verdeeld over 2 scholen, kregen dit jaar enkele vragenlijsten voorgeschoteld. Deze peilden naar hun leesklimaat, leesattitude- en plezier, leesgedrag en taalvaardigheid. Deze verschillende factoren werden nadien met elkaar in verband gebracht.

Leesklimaat

Het leesklimaat omvat de sociale normen ten aanzien van lezen en de gedragingen waaruit die normen blijken. Om dit te testen, moesten de leerlingen schatten hoeveel boeken ze thuis hebben. Daarnaast kregen ze ook een Author Recognition Test; een lijst met auteurs waarvan ze alle namen moesten aanduiden die ze herkenden als schrijvers. Gemiddeld scoorden de leerlingen hier slechts 3,93/40. Er werden dus maar weinig auteurs herkend. Wanneer het leesklimaat in verband wordt gebracht met het de leesattitude en het leesplezier, blijkt dat deze met elkaar samenhangen.

Leesattitude- en plezier

Leesattitude- en plezier laten zien hoe iemand tegenover lezen staat en of deze persoon lezen leuk vindt. Hiervoor kregen de leerlingen verschillende stellingen, waarbij ze moesten aanduiden in welke maten ze hier mee akkoord gaan. Gemiddeld scoorden de leerlingen hier 22,08/50 en vinden ze lezen dus eerder niet leuk. Het onderzoek toont aan dat lezen positief samenhangt met leesfrequentie- en volume, het lezen van fictie, het lezen van encyclopedieën en het lezen op papier.

Leesgedrag

Leesgedrag bestaat in deze studie uit drie aspecten: leesfrequentie- en volume, teksttypes en genres en manieren van lezen.

Leesfrequentie- en volume meten hoe vaak en hoe veel de leerlingen lezen. Gemiddeld lezen de leerlingen uit een aso-richting meer dan de leerlingen uit een tso-richting. Deze variabele heeft een grote invloed op de woordenschatkennis van de leerlingen en een kleine invloed op het begrijpend lezen.

De verschillende teksttypes en genres waren in dit onderzoek magazines en kranten, stripverhalen, fictie, e-mails, encyclopedieën en online chats en fora. Vooral het lezen van fictie heeft een positieve invloed op de taalvaardigheid van de leerlingen.

Manieren van lezen zijn lezen op papier of op een e-reader en digitaal lezen. Deze factor heeft eveneens een grote invloed op de woordenschatkennis van de leerlingen en een kleine invloed op het begrijpend lezen. Hierbij is het lezen op papier positief voor de taalvaardigheid.

Taalvaardigheid

De taalvaardigheid van de leerlingen werd getoetst aan de hand van een test woordenschatkennis en een test begrijpend lezen. Gemiddeld behaalden de leerlingen 18,64/39 voor het woordenschatgedeelte en 6,02/11 voor begrijpend lezen. Op beide aspecten behaalden de aso-klassen een hogere score dan de tso-klassen.

image 709

image 713

Conclusie

Wanneer de verschillende testen samen worden genomen, kan er worden geconcludeerd dat leesklimaat een positieve invloed heeft op leesattitude- en plezier. Dit hangt dan weer samen met het leesgedrag. Het leesgedrag correleert op zijn beurt met de verschillende aspecten van taalvaardigheid. Leerlingen die graag en veel fictie lezen, hebben dus een betere woordenschatkennis en zijn beter in begrijpend lezen. Daarom blijft het belangrijk om kinderen en jongeren een positieve leesomgeving aan te bieden en het lezen van kinds af aan te blijven stimuleren.

image 716

Download scriptie (998.15 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Jordi Heeren