DCD in de klas: onbekend maar niet irrelevant

Silke
Van den Abbeele
  • Delphine
    Van Crombrugge

Heeft u ooit al gehoord van “DCD”? Als uw antwoord op deze vraag “nee” is, dan bent u lang niet de enige. DCD, ofwel Developmental Coordination Disorder, is een aandoening waarbij kinderen moeite hebben met het aanleren en uitvoeren van alledaagse zaken, zoals onder andere lopen, sporten, schrijven en zich aankleden. Ondanks dat DCD bij 1 op de 20 kinderen voorkomt, wat dus overeenkomt met ongeveer 1 kind in elke klas, is de aandoening bij het brede publiek nog totaal onbekend. Deze kinderen worden meestal gewoon als lomp of onhandig beschouwd en kunnen daarom op maar weinig begrip rekenen van hun omgeving. Dit onderzoek toont aan welke impact DCD juist heeft op deze kinderen en op hun gezinnen om zo beter te kunnen begrijpen hoe we ze juist kunnen ondersteunen en aan hun noden tegemoet kunnen komen. De ouders van 491 Belgische kinderen vulden een gestandaardiseerde online anonieme vragenlijst in, waarin vragen gesteld werden over de diagnose, het deelnemen aan activiteiten, het functioneren op school, de therapie en hun sociaal en emotioneel welzijn.

 

ALS BEWEGEN EEN AVONTUUR WORDT

Op vlak van onderwijs blijkt uit deze studie dat een kwart van de kinderen met DCD al eens een jaar moest overdoen. Dit komt omdat ze verschillende extra uitdagingen ervaren op school. Schoolwerk zoals schrijven en rekenen is moeilijker omdat hier motorische vaardigheden voor nodig zijn. Ze moeten meer nadenken over hoe ze hun pen moeten bewegen of hoe ze een passer kunnen gebruiken omdat dit bij hen geen automatisme wordt.

Afbeelding ondersteuning kindDaarnaast hebben ze ook moeilijkheden met organiseren en plannen. “Hoe maak ik mijn boekentas?” en “Hoe zorg ik dat mijn lessenaar proper blijft?” zijn vragen waar zij soms extra ondersteuning bij nodig hebben. Zelfstandig werken is daardoor een uitdaging. Omdat dit allemaal wat meer energie van hen vraagt, is hun concentratie ook beperkter.

Het omgaan met leeftijdsgenoten is bovendien ook ingewikkelder wanneer een kind motorische moeilijkheden heeft. Op de speelplaats kunnen ze moeilijker deelnemen aan spelletjes zoals voetbal of dansen en vallen ze dus gemakkelijk uit de boot. Tijdens de turnles worden ze dan ook vaak als laatste gekozen. Daarnaast geven andere kinderen vaak negatieve opmerkingen wanneer dingen moeilijker gaan.

Als laatste krijgen de kinderen het emotioneel zwaarder te verduren. Ze ervaren meer stress, faalangst en frustraties omdat de dingen die ze doen niet lukken zoals ze zouden willen. Ook het zien dat dingen die voor hen veel moeite vragen bij anderen als vanzelfsprekend gaan is confronterend.

“Ze heeft veel verdriet omdat ze niet mee kan als andere kinderen beginnen lopen. Ze begint te merken dat ze het moeilijker heeft met een aantal zaken dan anderen.” – participant van de Impact for DCD studie

 

DE STILLE STRIJD IN HET KLASLOKAAL

Het is belangrijk om deze kinderen extra te ondersteunen op school zodat ze mee kunnen in het onderwijs. Wanneer deze kinderen zich gesteund voelen door de leerkracht komen ze liever naar school. Hoewel de school meestal op de hoogte is van de problemen, worden er maar bij de helft van de kinderen aanpassingen gedaan in de klas, zoals extra tijd krijgen om taken te volbrengen. We zien dat de aanpassingen op dit moment nog onvoldoende zijn om de kinderen genoeg te ondersteunen aangezien een kwart van de kinderen een jaar heeft moeten overdoen. Dit is te verklaren doordat ouders aangaven dat DCD momenteel nog te weinig gekend is bij de leerkrachten en dat leerkrachten daarom niet weten hoe ze precies kunnen helpen en gepast kunnen reageren.

De ouders van deze kinderen maken zich veel zorgen op vlak van school. Ze zijn ongerust over hun kinderen en over hoe hun zelfbeeld beïnvloed wordt door het pestgedrag en de negatieve reacties waarmee ze te maken krijgen. Ook de mate van onafhankelijkheid die ze op school nodig hebben, de schoolmoeheid die de kinderen vaak vertonen en de onzekerheid over de toekomstige school- en werkcarrière van hun kind houdt de ouders vaak bezig.

“Helaas lijkt ze door haar DCD minder slim dan dat ze is en krijgt ze hierdoor niet genoeg intellectuele uitdagingen en blijft ze op haar honger zitten.” – participant van de Impact for DCD studie

 

DCD ONTMASKEREN

De leerkracht speelt tot slot een belangrijke rol in de weg naar een diagnose. We zien dat de bewegingsmoeilijkheden vaak als eerste opgemerkt worden door de leerkracht. Het is dus belangrijk dat zij weten wat DCD precies is en hoe ze de symptomen hiervan al op jonge leeftijd kunnen herkennen. Zo kan er tijdig worden doorverwijzen om sneller een diagnose en hulp te ontvangen.

 

DCD is dus nog te onbekend op de schoolbanken, maar zeker niet irrelevant. Daar moet verandering in komen om de cirkel van moeilijkheden te doorbreken en deze kinderen even veel kansen te geven in het onderwijs. Het is cruciaal om deze kinderen te ondersteunen in hun uitdagingen. Zowel ouders als kinderen benadrukken de dringende behoefte aan een groter begrip voor DCD in de maatschappij. Door de bewustwording te vergroten kunnen ze niet alleen rekenen op meer empathie maar ook op meer effectieve steunmechanismen om deze kinderen te helpen ontplooien ondanks hun moeilijkheden. Het is tijd om DCD uit de schaduw te halen en een inclusieve omgeving te creëren waarin elk kind de kans krijgt om te slagen.

Download scriptie (2.43 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Lynn Bar-On en Amy De Roubaix