Allesoverheersend topic heeft grote impact op journalistieke wereld

Fabio
Borremans

In deze masterproef werd getracht de impact van de crisis omtrent covid-19 op de journalistieke wereld in kaart te brengen. Het afkondigen van de lockdown op 12 maart 2020 zorgde binnen heel wat sectoren voor een veranderde routine binnen de werkgewoontes. Voor meerdere sectoren is de impact reeds duidelijk en meermaals kwam aan het licht dat de impact eerder negatief getind was. Voor de journalistiek zijn enkele aanpassingen in het werkveld af te leiden, maar de aanpassingen voor de werkroutines van journalisten achter de schermen zijn niet altijd even duidelijk. Daarom tracht dit onderzoek dat enigszins te verduidelijken.

Het onderwerp is zeker relevant voor onderzoek binnen de journalistieke wereld, aangezien er bij aanvang van deze masterproef nog maar weinig bekend was over de impact van covid-19 op de journalistiek. Dat is bijgevolg de voornaamste reden waarom er nog maar weinig literatuur beschikbaar is over dit onderwerp. Pas in de laatste maanden van 2020 en in het eerste trimester van 2021 verschenen er studies over de journalistiek en covid-19. De resultaten stemmen in grote mate overeen met de resultaten in die studies.

Aan de hand van de journalistendatabank van de VVJ, de Vlaamse Vereniging van Journalisten, werd een hele lijst van journalisten aangeschreven voor een diepte-interview over de impact van covid-19 op hun werkroutines. Uiteindelijk stemden tien journalisten met een interview in, ondanks de beperkte tijd en dat tijdsgebrek is meteen ook de reden waarom vele journalisten niet openstonden voor een interview. Binnen het sample is de helft van de journalisten een sportjournalist, aangezien een deel van de masterproef aan de sportjournalistiek gewijd is en het daarom adequaat is om een 50-50-verhouding te hebben tussen algemene journalisten en sportjournalisten.

Een deel van de studie legt de focus dus op sportjournalistiek, maar er werd ook op andere aspecten van het journalistieke werk gefocust. Zo wordt er een deel opgedragen aan de (corona)berichtgeving, een ander deel aan rolopvattingen en ook een deel aan fake news. Nadien worden de vier subdelen afgewogen en wordt er een algemeen antwoord gegeven op de hoofdonderzoeksvraag rond de werkroutines van journalisten. De onderzoekvragen zijn terug te vinden in de sectie rond de probleemstelling.

Alle interviews werden achteraf getranscribeerd en geanalyseerd om tot de volgende resultaten te komen. Over de berichtgeving geven journalisten aan dat de hoeveelheid nieuwe en in eerste instantie onduidelijke informatie overweldigend was. Bijgevolg hadden de meeste journalisten meer werk dan voordien. De berichtgeving was relevant, aangezien het coronavirus de hele maatschappij en de hele wereld lamgelegd had in de periode maart, april en mei 2020. Variatie was er echter nauwelijks. Bovendien werden de stukken ter variatie vaak als niet nieuwswaardige gezien. Ondanks de afgunst van journalisten voor deze stukken, waren ze volgens hen toch noodzakelijk. Uit de interviews blijkt ook dat de coronaperiode niets veranderd heeft aan de manier waarop nieuws geselecteerd en ook niet aan de waarde die het nieuws nog heeft.

De resultaten over de rolopvattingen leren dat de primaire rol van journalisten niet gewijzigd is, betrouwbare informatie verschaffen blijft namelijk de belangrijkste taak van een journalist, ook tijdens de maanden maart, april en mei 2020. Journalisten kunnen echter wel meerdere rollen opnemen. Enkele journalisten ervaarden wel dat ze, ongewild, in een andere rol werden geduwd, met name die van de woordvoerder, omdat ze zich niet kritisch genoeg opstelden, mede door de grote stroom aan informatie. Die kritische zin ten opzichte van de corona-aanpak is ondertussen verbeterd en veel meer aanwezig op alle vlakken.

Voor fake news zijn de journalisten het unaniem eens over het feit dat fake news een pest is en dat het een negatieve impact heeft op de journalistiek. Het fenomeen zou niet gestopt kunnen worden, maar wel afgeremd, mits er enkele maatregelen, zoals sociale controle en verificatie door de grote internetbedrijven, genomen worden. Fake news biedt ook een opportuniteit en een uitdaging: erkende media kunnen zich onderscheiden door geverifieerde informatie aan de bieden, maar tegelijkertijd schuilt hierin ook een uitdaging, aangezien er een beperkte foutenmarge is.

Finaal leren de resultaten dat de werkroutines van de journalisten fel gewijzigd zijn door de impact van covid-19. Voor een sportjournalist zorgde de coronapandemie in eerste instantie voor minder werk, aangezien de sport stillag en werden ze ingezet voor andere taken. Die lange periode zonder sport heeft bij een deel van de sportjournalisten voor een vrees voor hun job gezorgd, maar die vrees verdween al snel toen de sport hervatte. Na de hervatting waren de grootste aanpassingen het verdwijnen van de een-op-een interviews en het invoeren van de online interviews. Hierdoor kan niet altijd de beoogde informatie verzameld worden. Een andere veranderde routine is de testing voor elk sportevenement. Voor een sportjournalist was de impact van covid-19 dus niet gering, maar ook voor algemene journalisten was dat het geval. Zo werken de meeste journalisten nu gedeeltelijk of volledig van thuis uit. Naast het telewerk zijn ook de online vergaderingen en interviews een grote aanpassing. Van beide zaken zeggen de journalisten dat het voor minder informatievergaring zorgt, iets wat ook sportjournalisten aangeven. De coronacrisis zorgt er ook voor dat journalisten meer all-round en multi skilled moeten worden. Dat is ook een gevolg van de digitalisering, maar de coronapandemie heeft het proces versneld en daardoor zijn de aanpassingen enorm in vergelijking met de periode voor maart, april en mei 2020. De digitalisering heeft voor sommige journalisten, vooral binnen het sportdomein, een negatieve impact op hun jobvreugde.

Concluderend kan gesteld worden dat de impact van covid-19 op de journalistiek groot is en dat de journalistiek voor enkele uitdagingen staat. Zo zullen de informationele hiaten als gevolg van de veranderde interviewvormen weggewerkt moeten worden, zal er iets gedaan moeten worden om de jobvreugde opnieuw te laten toenemen, zullen meer vaardigheden verworven moeten worden als gevolg van de toegenomen vereisten waar een journalist aan moet voldoen en zal er een alternatief voor menselijk contact en de charme van de job gevonden moeten worden als het telewerk en de huidige interviewvormen blijven. Anderzijds zijn er ook voordelen aan de coronacrisis verbonden. Zo is gebleken dat het telewerk eigenlijk relatief goed werkt en dat de hedendaagse interviewvormen tijd- en kostenbesparend zijn, aangezien er geen verplaatsingen afgelegd moeten worden. De coronacrisis heeft ook voor nieuwe inzichten gezorgd binnen de journalistiek, op vlak van technologie en economie, en dat kan de sector zeker vooruit helpen naar de toekomst toe.

Download scriptie (1.16 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Prof. dr. Rozane De Cock