Een goede burger kent zijn geschiedenis

Anthe
Baele

 

Nieuwkomers in Vlaanderen krijgen met een verplichte cursus Maatschappelijke Oriëntatie handvaten aangereikt om zich in te burgeren. Naast praktische informatie over onder andere de openbare instellingen, krijgen ze ook les over de geschiedenis van België/Vlaanderen. De docenten zijn echter niet vaak historici en een uitgewerkt handboek ontbreekt. Hoe zien die geschiedenislessen er dan uit? Anthe Baele onderzocht in haar masterproef wat de rol is van geschiedenis, herinneringseducatie en erfgoed in Vlaamse inburgeringscursussen.

 

Een cursus Maatschappelijke Oriëntatie toont op microschaal aan wat de maatschappelijke omgang met nieuwkomers is in Vlaanderen. Een analyse van de lessenreeks geeft een beter zicht op wat Vlaanderen van nieuwkomers verwacht. Het luik geschiedenis vormt in de cursus een uiting van de ‘Vlaamse/Belgische cultuur’. Aangezien 76% van de Vlamingen verwacht dat nieuwkomers deze cultuur overnemen (volgens het recente onderzoek De Stemming), is het belangrijk te achterhalen wat die cultuur precies inhoudt.

Het onderzoek van Anthe Baele focuste zich zowel op het beleids- als het praktijkniveau. Aan de hand van overheidsdocumenten legde ze de chronologie van het inburgeringsbeleid in Vlaanderen vast. Interviews en een participatieve observatie bij een lessenreeks Maatschappelijke Oriëntatie voor meerderjarige nieuwkomers bij Atlas, het Antwerpse stedelijk Agentschap voor Integratie en inburgering, geven een beeld van het praktijkniveau.

 

Cultureel burgerschap

Geschiedenis heeft een opvallend grote rol in de inburgeringscursus. Niet alleen legde de overheid dat de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker op, ook nieuwkomers zelf geven aan dat ze de geschiedenis van een land noodzakelijk vinden om zich te kunnen inburgeren. Burgerschap is niet langer slechts een formele aangelegenheid (je bent een Belgische burger als je een Belgisch paspoort hebt), maar wordt een culturele staat van zijn: je bent pas Belg als je ook kennis hebt van de Belgische (historische) cultuur en er actief aan deelneemt. Die verschuiving is ook in het woordgebruik waarneembaar: in beleidsdocumenten werd ‘integratiebeleid’ vervangen door ‘inburgeringsbeleid’, en ‘nieuwkomers’ werden ‘inburgeraars’.

Een cursus Maatschappelijke Oriëntatie moet praktische aspecten aanreiken waarmee het inburgeringsproces kan starten. Het is dus niet zo dat nieuwkomers na de cursus ingeburgerd zijn: het is “een eerste zaadje in het hele proces,” stelt een docent bij Atlas. Dat ‘zaadje’ bestaat onder andere uit een reeks historische thema’s die de docenten moeten bespreken. Zo omschrijft een docent bij Atlas bijvoorbeeld de twee Wereldoorlogen en het katholicisme in haar lessen als deel van het Belgische DNA. Daarnaast zijn de lessen opgehangen aan de ‘basiswaarden’ die een commissie onder leiding van Prof. Dr. Marc Bossuyt in 2006 vastlegde. Respect, vrijheid, solidariteit, gelijkheid en burgerschap worden volgens deze commissie beschouwd als fundamenteel Belgische waarden. Tijdens het recent ingevoerde eindexamen van de cursus worden deze waarden ook getoetst bij de nieuwkomers.

Lijst met historische processen die moeten worden behandeld in de cursus.

 

De herinnering aan het verleden

Opvallend aan het onderdeel geschiedenis van de lessenreeks is dat men voornamelijk vanuit een hedendaags perspectief naar het verleden kijkt. Niet zozeer de historische gebeurtenissen zélf worden uitgelegd aan nieuwkomers, maar vooral hoe die geschiedenis vandaag een impact heeft op de samenleving. Herinneringseducatie schept een collectief geheugen voor nieuwkomers. Daarin spelen Lieux de mémoire (plaatsen van herinnering), een concept van de Franse historicus Pierre Nora, een belangrijke rol. Tijdens de inburgeringscursus die Baele volgde, gingen de nieuwkomers op uitstap naar het Huis van de Europese Geschiedenis in Brussel en deden ze een stadswandeling in Antwerpen. De wandeling hield halt bij allerlei historisch belangrijke plaatsen zoals ‘t Steen, de Oude Handelsbeurs, de voormalige Cinema Rex en het Paleis op de Meir.

Dat er vanuit het heden naar het verleden wordt gekeken, betekent niet dat het daarom in de lessen enkel over de recente geschiedenis gaat. Ook personen en erfgoed van vóór de onafhankelijkheid van België worden aangehaald. Historische figuren zoals Ambiorix en Quinten Massijs komen in de lessen en de stadswandeling aan bod. Hoewel die mannen niet zonder historisch-kritische nuance ‘Belgisch’ genoemd kunnen worden, wordt de focus voornamelijk gelegd op het doorleven ervan in de hedendaagse (populaire) cultuur. Dat uit zich in het tonen van standbeelden in de publieke ruimte en volksverhalen te vertellen in de lessen.

 

(Nog) geen Vlaamse heroïsche geschiedenis

Sinds 2020 is er een Canon van Vlaanderen in de maak, geschreven door een commissie onder leiding van Prof. Dr. Emmanuel Gerard. Dit bekritiseerde canon dat verwacht wordt in het voorjaar van 2023, kan ook een rol in de lessen Maatschappelijke Oriëntatie krijgen. Dat is evenwel nog niet zeker, want hoewel de beleidsnota’s die ambitie expliciet benoemen, zijn de leden van de canoncommissie hier sceptisch over en is de concrete invulling ervan voor de betrokken Agentschappen voor Integratie en inburgering tot nu toe onduidelijk.

De canon kan een invloed hebben op de inhoud van de lessen. Enerzijds kan het (eindelijk) een historisch correcte bron zijn waarop de docenten hun lessen kunnen baseren. Vandaag is namelijk geen handboek geschiedenis beschikbaar voor docenten. Daarnaast zou het ook betekenen dat de lesinhoud verandert, want de canon heeft ten slotte een expliciet Vlaams perspectief. Op vlak van timing niet ideaal: de inhoud van de lessen werd nog maar net (in januari 2022) volledig aangepast. Zowel de nieuwe cursusinhoud als het eindexamen moeten dan herzien worden.

Dat de inhoud van de geschiedenislessen kan veranderen door de canon, komt omdat de huidige focus van de lessenreeks overtuigend Belgisch (lees: niet Vlaams) is. Dat is opvallend, want overheidsdocumenten hebben het expliciet over het bijbrengen van “inzichten in onze Vlaamse samenleving, haar werking en haar geschiedenis.” Bovendien is de gebrachte Belgische geschiedenis geen heroïsch, teleologisch verhaal. Zo blijft de cursus meestal weg van de klassieke glorieuze verhalen (zoals de Guldensporenslag en de Belgische onafhankelijkheid) en brengt het een genuanceerde geschiedenis. Het Belgische koloniale verleden in Congo is verplichte leerstof en komt aan bod in de lessenreeks. Zowel het verleden als het lange doodzwijgen ervan krijgen een plaats in de cursus.

Hoe dan ook zijn de lessen Maatschappelijke Oriëntatie een éénrichtingsverkeer. Het is een cursus waarin ónze geschiedenis, cultuur, waarden en normen worden overgebracht op nieuwkomers. Pas wanneer ze zich de Belgische (historische) cultuur eigen maken, kunnen ze een volwaardige burger worden.