Landbezit in de Peruaanse Amazone: Vooruitgang voor de inheemse bevolking of bron van conflict?

Myrah
Vandermeulen

 

In Atalaya, een provincie in het Peruaanse Amazonegebied, wonen meer dan tweehonderd inheemse gemeenschappen van verschillende volkeren, waaronder de Asháninka. In augustus 2018 organiseerden zij een paro amazonico of een ‘staking van de Amazone’, waarbij ze tien dagen lang rivieren en wegen blokkeerden. Op die manier wilden ze de overheid dwingen om te voldoen aan de eisen van de hedendaagse inheemse Amazonegemeenschappen. Een van de voornaamste eisen is de bescherming van hun territoriale rechten.

Een gemeenschap in Atalaya. Foto's door Myrah Vandermeulen.

 

 

Inheemse landrechten



Atalaya is een plek met een 'uitzonderlijke' geschiedenis. Tot de jaren 1980 werd de inheemse Asháninka-bevolking hier gedwongen tot slavernij voor koloniale patrónes. Die periode kwam tot een eind toen de bevolking zich in gemeenschappen verenigde en met de hulp van inheemse organisaties de rechten over hun land terugeisten. Deze beweging om de controle over hun voorouderlijke gronden te heroveren, is vandaag nog steeds bezig. Dit is een levensbelangrijke strijd, want de inheemse identiteit is sterk verbonden met hun territorium.

De meerderheid van de inheemse gemeenschappen in Atalaya heeft nog steeds geen landzekerheid. Hun territoriale rechten worden herhaaldelijk met de voeten getreden.

In deze context verbleef ik vier maanden voor onderzoek.

Een kindertekening van een territorium.

 

Autonomie?



Inheemse organisaties, die zichzelf federaties noemen, pleiten voor dekolonisatie (het beëindigen van ongelijke structuren die werden opgezet tijdens de kolonisatie en vandaag nog doorwerken) door middel van ‘inheemse autonomie’. Het recupereren van voorouderlijke territoria is voor hen een noodzakelijke voorwaarde voor het overleven van inheemse culturen. Het bekomen van inheemse landeigendomstitels, waarbij een gemeenschap het land bezit, is hierbij de eerste stap. Toch is dit niet voldoende. Uit de vele conflicten en moeilijkheden blijkt dat eigendomstitels geen garantie zijn voor territoriale veiligheid. Landstitels komen met vele beperkingen. Zo blijven grondstoffen, water en bos onder staatscontrole, en krijgt de Asháninka-gemeenschap hier enkel gebruiksrecht over. Van inheemse autonomie is dus geen sprake. Daarnaast zijn landstitels vaak onvolledig, waardoor er overlappingen tussen verschillende gemeenschappen en andere betrokkenen zijn, wat tot landconflicten leidt. Gaten in de wet, alomtegenwoordige corruptie en anti-inheems racisme zorgen ervoor dat inheemse landrechten geen prioriteit zijn.

 

Landtekort



Asháninka gemeenschappen leven van de jacht en ‘verschuivende landbouw’. Hiervoor hebben zij een groot terrein nodig. Landstitels zijn doorgaans te klein. Wanneer een gemeenschap groeit, heeft zij ook meer grond nodig. Doordat er steeds meer mensen van buitenaf zich in de regio vestigen – waaronder vele grootgrondbezitters – is er geen plek voor uitbreiding. Bovendien maken sommigen misbruik van de wet, door zich als ‘inheems’ voor te doen om op die manier grond te bemachtigen, die dan illegaal wordt doorverkocht. Dit zorgt voor wantrouwen tegenover inheemse gemeenschappen, en leidt ertoe dat er geen land overblijft voor (echte) nieuwe gemeenschappen.

 

Economische belangen versus inheemse rechten

Hoewel inheemse volkeren hier lang voor de kolonisatie en de stichting van de moderne Peruaanse staat woonden, worden hun landrechten openlijk in twijfel getrokken. De overheid stelt economische winst als prioriteit, en geeft voorrang aan industrie (zoals houtkap en mijnbouw). Terwijl gemeenschappen decennia wachten op een eigendomsbewijs, krijgen ondernemers en bedrijven binnen enkele maanden een concessie. Inheems landgebruik, waarbij gewerkt wordt voor levensonderhoud en niet voor commerciële doeleinden, wordt als ‘onproductief’ beschouwd. Een houtbaron drukte het zo uit: “De ‘indiaan’ werkt niet maar profiteert”. Deze zelfde man wordt ironisch genoeg verantwoordelijk geacht voor het uitbuiten van inheemse families.

 

Een levend territorium



Het geloof dat inheemse gemeenschappen hun grond niet gebruiken heeft deels zijn oorsprong in racisme, maar eveneens in de dominantie van het kapitalisme en het onbegrip voor andere wereldbeelden. De inheemse visie van land en territorium is namelijk heel anders dan de visie van de moderne staat. Deze laatste baseert zich op het Westerse, kapitalistische kader, voortbouwend op koloniale ideeën. Bij de kolonisatie waren kolonisatoren ervan overtuigd dat ze het land beter benutten dan de inheemse bevolking – terwijl ze in werkelijkheid niet openstonden voor alternatieve levenswijzen en kennis, waar ze wel wat van konden leren. In het kapitalistische systeem worden mens en natuur kunstmatig gescheiden van elkaar (‘Natuur/Cultuur’) en wordt de natuur gezien als een voorraad grondstoffen, voor menselijk gebruik. Land wordt hierdoor een (levenloos) economisch waar.

Vrouwen aan de rivier.

 

Inheemse volkeren maken geen opsplitsing tussen Natuur/Cultuur en zien zichzelf als deel van hun omgeving, binnen een geheel van menselijke en niet-menselijke actoren (plant, dier, water, lucht, geesten en voorouders), die allen verbonden zijn. Hun relatie met hun land – deel van een ‘multidimensionaal territorium’ – is naast economisch ook spiritueel en ecologisch. De aarde en het territorium worden als levend beschouwd. Asháninka leider Bernardo Silva, door iedereen Tyontyori of egel genoemd, vertelde me:

“De aarde is als een moeder die ons voedt. We zaaien en zij produceert. Ze geeft ons medicijn, bladeren voor onze huizen. Ze houdt van ons, geneest en voedt ons. Ze geeft ons alles, en wanneer we sterven gaan we terug naar haar. [Hij neemt een pauze en voegt er lachend aan toe:] Zoals ik mijn kippen voed om hen later op te eten.”

 

Naar de toekomst toe



Binnen het kapitalistische systeem zien mensen hun leefwijze doorgaan als de norm, of zelfs als enige optie. Veel inheemse culturen zijn daarin anders; zij accepteren het bestaan van verschillende realiteiten naast elkaar. We noemen dit ‘pluriverseel’. Waar de (kapitalistische) staat een ‘universum’ ziet, zien inheemse culturen een ‘pluriversum’, waarin bijvoorbeeld Westerse en inheemse elementen samen voorkomen.

De institutie van landstitels volgt exclusief de kapitalistische visie op land: als bezit. In de zoektocht naar dekoloniale strategieën kunnen oplossingen echter niet uit ditzelfde kader (met koloniale oorsprong) komen. Ik argumenteer dat het inheemse ‘pluriversum’ ons hierbij kan gidsen. Dit leert ons een openheid naar andere culturen en creëert ruimte voor de ontmoeting van wereldbeelden en verschillende soorten kennis, die elkaar aanvullen. Met het oog op de huidige ecologische crisis, is dit niet alleen noodzakelijk in Peru, maar ook hier in Europa.

Om onze relatie met onze leefomgeving te herstellen moeten we ideeën over land en bezit herdenken, en beseffen dat wij als mens deel uitmaken van een complex geheel van menselijke en niet-menselijke elementen. Inheemse wijsheden leren ons onze vervreemding van de natuur te overkomen.

Plantenleven in de Amazone.

 

Download scriptie (101.46 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Koenraad Bogaert en Omar Jabary Salamanca