THE INFLUENCE OF MOOSE (ALCES ALCES) ON NUTRIENT DYNAMICS IN A FEN ECOSYSTEM

Kassiopeia
Devriendt
  • Rudy
    van Diggelen
  • Dries
    Kuijper
  • Bogumiła
    Jędrzejewska

Elanden redden kostbare natuur niet

Natuurbeheer staat voor belangrijke taken. Verstedelijking gaat voort, steeds meer land wordt in cultuur gebracht en het areaal aan natuur krimpt in. Bovendien hebben menselijke verstoringen zo’n grote gevolgen dat ecosystemen dikwijls niet uit zichzelf kunnen herstellen.

Moerasgebieden herbergen vaak een hoge biodiversiteit en bevatten specifieke leefgebieden voor bepaalde soorten. Daarnaast zorgen moerassen voor belangrijke ecosysteemfuncties zoals waterregulatie, -zuivering en -opslag. Een intacte waterhuishouding is dan ook de sleutel tot een goed functionerend moerasecosysteem. Net daar wringt meestal het schoentje.

Drainage in omliggend landbouwgebied is vaak een belangrijke oorzaak van een verstoorde watercyclus binnen een moerasecosysteem. Kanalen en grachten leggen landbouwgebied droog maar zorgen ook voor verdroging van het moerasgebied zelf. Dit heeft een versnelde mineralisatie, afbraak van dode plantenresten, tot gevolg. Daardoor komen meer nutriënten, voedingsstoffen voor planten, vrij. Dit betekent een grote impact voor een moerasecosysteem dat gekenmerkt wordt door een lage nutriënten beschikbaarheid. Stikstof is zeer belangrijk voor plantengroei, maar is het minst voorradige nutriënt in de meeste Europese moerasecosystemen. Dit zorgt er op zijn beurt voor dat de vaak zeldzame planten die goed gedijen op een voedingsarme bodem weggeconcurreerd worden door meer algemene soorten. Bovendien herbergt een voedingsarme bodem typisch een grote soortenrijkdom, terwijl voedingsrijkere bodems doorgaans weinig soorten bevatten.

Vervolgens maken ook bomen kans om zich blijvend te vestigen wanneer verdroging optreedt. Zij profiteren eveneens van een hogere nutriënten beschikbaarheid. Daarnaast kunnen bomen niet overeind blijven in een te natte bodem. Bij de eerste storm vallen zij simpelweg om door gebrek aan grip. Als gevolg van verdroging kunnen struiken zoals wilgen zich gemakkelijk blijvend vestigen en uitbreiden tot wilgenstruweel. Op termijn hebben ook berken meer houvast in deze “stabielere” bodem. Wanneer zij wilgen overschaduwen, verdwijnen deze door gebrek aan licht en komt er een berkenbos in de plaats. Successie vindt plaats, een proces waarbij de ene plantensoort de plaats van de andere over de tijd inneemt. Verdroging leidt dus tot verbossing.

Naast verdroging is culturele verandering minstens zo belangrijk als oorzaak van verbossing. Tussen 1700 en 1970 werden moerasgebieden vaak open gehouden. Men won veen, kapte riet en wilgentenen en hooide en gebruikte deze respectievelijk als brandstof, bouwmateriaal en veevoeding. Deze manuele verstoringen kwamen het voorkomen van open moeras ten goede.

Deze studie werd uitgevoerd in Biebrza Nationaal Park (BNP) in Oost-Polen. Dit is één van de best bewaarde moerasgebieden in Europa, vaak gebruikt als referentiegebied. Ondanks de huidige verbossing van het gebied, is het nog redelijk onverstoord en de atmosferische stikstof toevoer door vervuiling is nog laag.

In goed ontwikkelde, noordelijke moerasecosystemen, zoals BNP, komen van nature elanden (Alces alces) voor. Zij worden vaak verondersteld verbossing te onderdrukken, gezien zij voornamelijk van struiken eten. In dit opzicht worden zij vaak gezien als een belangrijke schakel in een moerasecosysteem om kwetsbaar, soortenrijk, open moeras te herwinnen op het bos. Struweel blijft echter oprukken in BNP terwijl grote aantallen elanden in het gebied struinen. Hoe valt dit te rijmen?

Inzicht in de rol van elanden in de nutriënten kan een uitkomst bieden. Elanden kunnen nutriënten recyclering versnellen. Een deel van de nutriënten die ze opeten, stellen ze weer beschikbaar voor planten via hun uitwerpselen. Zonder de tussenkomst van elanden, komen nutriënten maar mondjesmaat vrij voor planten.

Dit onderzoek had als doel te kijken naar de rol van elanden in de nutriëntencyclus. Voornamelijk de stikstofcyclus werd bekeken, gezien de gelimiteerde beschikbaarheid van dit nutriënt in BNP. Er werd een balans gemaakt van hoeveel nutriënten elanden beschikbaar maken in vergelijking met natuurlijke mineralisatiesnelheden en toevoer van nutriënten via de atmosfeer. Er werd onderzocht of elanden nutriënten tussen vegetatietypes (bos, struweel, riet en open moeras) verplaatsen. Uit de resultaten werd een link gelegd met de mogelijke rol die elanden hebben in het verbossingsproces.

Deze studie toonde aan dat elanden voornamelijk wilgen eten en ook de meeste keutels werd geteld in wilgenstruweel. De nutriëntentoevoer door elandenuitwerpselen compenseert voor de nutriënten die zij wegnemen door te eten. Dit betekent dat nutriënten snel circuleren binnen wilgenstruweel. Er is dus geen verplaatsing van nutriënten naar andere vegetatietypes. In niet-gedraineerde wilgenstruwelen is de hoeveelheid nutriënten die elanden vrijmaken hoger dan hetgeen vrijkomt door mineralisatie en is bovendien niet veel lager dan de atmosferische stikstoftoevoer. De impact van elanden in die wilgenstruwelen is dus substantieel.

Een snellere recyclering van nutriënten door tussenkomst van elanden kan zorgen voor een stimulatie van wilgenexpansie. Individuele struiken kunnen niet veel groeien omdat ze afgegeten worden maar meer individuen kunnen bijdragen tot een uitbreiding van wilgenstruweel. Op kleine schaal komen nutriënten vrij die zonder tussenkomst van elanden gestockeerd zouden zijn in enkele wilgen. Deze nutriënten geven de kans aan zaailingen om bij te benen. Doordat elanden ook zorgen voor het openmaken van vegetatie door vertrappeling, bevorderen ze ontkieming.

Gezien wilgen snel groeien en profiteren van voedingsrijkere condities, concurreren ze open moerassoorten weg die aangepast zijn aan nutriëntenarme condities. Op deze wijze kunnen wilgen zich verder verspreiden en almaar meer open moeras bedekken. Zo kunnen elanden, ondanks het feit dat ze met veel zijn, verdere successie naar verbossing niet voorkomen. Deze studie suggereert dat elanden verbossing zelfs kunnen bevorderen. Bij gevolg moeten er keuzes gemaakt worden wat betreft menselijke activiteiten om verbossing tegen te gaan. Ontwatering moet terug gedrongen worden en delen moeten blijvend gekapt worden.

Uit deze resultaten kan geconcludeerd worden dat elanden een grote impact kunnen hebben op nutriënten recyclering in moerasecosystemen. Actief beheer is noodzakelijk om open soortenrijk moeras te behouden en terug te winnen.

Download scriptie (7.58 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2012