Op schooluitstap naar Suriname zonder de klas te verlaten

Lotte
Samson

Ik ga naar Suriname en neem mee: twee Vlaamse klassen. Dat is wat Lotte Samson (Thomas More) dacht toen ze zich voorbereidde op haar stage in Suriname. Haar laatste semester van de lerarenopleiding secundair onderwijs volbracht ze in hoofdstad Paramaribo. “Vier maanden van huis zijn, is toch wel lang”. Om heimwee tegen te gaan, organiseerde ze een internationaal projectwerk tussen enkele Vlaamse en Surinaamse klassen.

"InternationaliseringIeder jaar vertrekken verschillende studenten van lerarenopleidingen naar het buitenland voor hun stage. Maar hoeveel van hen organiseren daadwerkelijk een internationale samenwerking tussen Vlaanderen en het gastland? Het aantal hiervan is beperkt. Onbekend is onbemind. Er ontbreekt een actuele handleiding om een internationaal projectwerk te organiseren. 

Toen ik deze kans zag, heb ik een onderzoek gestart om te achterhalen hoe zo'n projectwerk geïnternationaliseerd kan worden en wat de belangrijkste aandachtspunten zijn. 

Zowel bij de voorbereidingen als tijdens het project zelf stuit je op onverwachte situaties, deze wou ik graag in kaart brengen. Verder trachtte ik uit te zoeken hoe die samenwerking over landsgrenzen heen haalbaar is.”

Schoolomgeving onderzoeken

In mei 2023 deden twee klassen van het eerste jaar in Sint-Jan Berchmansinstituut (SJABI) mee aan het internationaal projectwerk met het eerste jaar van Kangoeroe High (KH) te Paramaribo (Suriname). De leerlingen uit beide landen voerden gelijktijdig aardrijkskundig onderzoek uit in hun eigen schoolomgevingen. Ze brachten deze omgevingen in kaart en deelden de bevindingen met hun tegenhangers in het partnerland. Dit deden ze aan de hand van diverse media, zoals foto's, video's, vlogs, tekeningen en kaarten. Door de twee schoolomgevingen met elkaar te vergelijken, ontdekten de leerlingen enkele overeenkomsten en verschillen. Bijvoorbeeld, de Vlaamse leerlingen observeerden dat de Surinaamse schoolomgeving vaak te maken heeft met wateroverlast tijdens het regenseizoen, terwijl de Surinaamse leerlingen opmerkten dat er in Vlaanderen veel dichte bebouwing en betonnen structuren te vinden zijn.

 

              “Juf? Kunnen wij hen wel verstaan? Jij spreekt soms ook wel gek…”

Wat met taal?Connectie met taal

Suriname was ooit een kolonie van Nederland, daarom is Nederlands daar vandaag de dag nog steeds de hoofdtaal. Het Surinaams Nederlands en Vlaams lijken sterk op elkaar en verschillen enkel in accent, tempo en uitspraak van bepaalde woorden. 

De leerlingen konden door middel van een digitale omgeving in Google Drive met elkaar communiceren en samenwerken. In een digitale werkbundel stelden ze elkaar vragen en zochten ze door aardrijkskundig onderzoek antwoord op die vragen. Zo stonden ze steeds in nauw contact en leerden ze zonder taalbarrières van elkaar bij. 

 

Aandacht voor culturele verschillen

Suriname is een land met een grote diversiteit in etnische afkomst. Dat is namelijk bepaald door de geschiedenis van de kolonisatie, met Nederland als kolonisator. De huidige Surinamers zijn een mix van inheemsen en immigranten uit West-Afrika, Indonesië, China en Java.

Elke Surinamer draagt een lange culturele geschiedenis met zich mee. Het volk leeft vreedzaam, en met respect voor ieders cultuur, samen. Die cultuur is sterk verschillend aan dat van de gemiddelde Vlaming. Zowel de Vlaamse als de Surinaamse leerlingen werd gevraagd om bewust en respectvol om te gaan met de andere culturen. Tijdens het projectwerk bleek dit geen probleem te zijn. Integendeel. De leerlingen waren oprecht geïnteresseerd in de leerlingen uit het partnerland. Ze stelden elkaar online verschillende vragen over de gewoontes thuis. De meest voorkomende vraag was dan ook "Wat is jullie favoriete gerecht?". Eten is erg cultuur- en plaatsgebonden. De leerlingen herkenden de meeste gerechten, waardoor het hen verbaasde dat ze toch ook zoveel gelijkenissen hebben. Tijdens een live-gesprek via Google Meet konden de leerlingen elkaar zien en spreken. Ze stelden nog meer vragen over gewoontes thuis en op school. "Moeten jullie ook een uniform dragen?", "Hoelang duurt jullie lesdag?", "Welke vakken hebben jullie?" waren maar enkele vragen die de leerlingen stelden. Uit observatie was er toch één vraag bij die de ogen van de leerlingen nog meer opende: "Wat doen jullie in je vrije tijd?". Het bleek dat het antwoord hetzelfde was, ongeacht of iemand uit het andere land kwam. Het lijkt erop dat scrollen op sociale media, sporten en tijd doorbrengen met vrienden universele activiteiten zijn. Hierdoor beseften de leerlingen uit beide landen dat culturele achtergrond en woonplaats minder van belang zijn dan één cruciale overeenkomst, namelijk dat ze allemaal jonge tieners zijn.

Nog uit observatie werd duidelijk dat de leerlingen meer interesse hadden in elkaar te leren kennen, dan het aardrijkskundig project uit te voeren. De meerwaarde van internationale samenwerking ligt vooral in het leren kennen van leeftijdsgenoten van over de hele wereld, eerder dan in de vakinhoud van het project.

 

Leraren een zetje in de rug geven

Elk jaar gaan er verschillende studenten uit de lerarenopleidingen op stage in het buitenland. Velen voeren daar hun takenpakket op de stageschool en woonomgeving uit en keren nadien terug naar België. Toch is er de opportuniteit om België en het land van stage te connecteren. De uitwisseling van kennis kan digitaal of zelfs met fysieke uitwisseling van leerlingen of studenten. 

In een wereld waar digitalisatie en globalisatie sterk evolueren, zijn samenwerkingen meer dan ooit mogelijk. Hoe die samenwerking eruit ziet, is van de betrokken leraren afhankelijk. In het geval van SJABI en KH was dit een projectwerk. Het onderzoek ‘Internationale samenwerking bij aardrijkskundig projectwerk’ wilt aantonen dat internationalisering op alle manieren mogelijk is. Het biedt zowel ervaren leraren als leraren in opleiding een eerlijk beeld van hoe zo'n internationale samenwerking tot stand kan komen. Naast stappenplannen en een kritische blik op de samenwerking tussen de leerlingen uit Vlaanderen en Suriname, bevat het onderzoek ook een uitgewerkte werkbundel met bijlagen. Iedere leraar - aardrijkskunde, Nederlands, mechanica, houtbewerking tot zelfs sport - wordt een houvast geboden en geïnspireerd tot de wondere wereld der internationalisering.

 

 

Download scriptie (4.27 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Emmy Ruppol
Thema('s)