Introductie van de methodiek 'Nieuwe Autoriteit' en 'Geweldloos Verzet' van Haim Omer in het dagelijks handelen van opvoeders

Annelies
Delmel

 

‘Nieuwe Autoriteit’: ouders, opvoeders of leerkrachten zijn de cliënten

‘In mijn tijd hadden ouders nog gezag.’ ‘Vroeger hadden kinderen nog respect voor hun ouders.’ Tegenwoordig hoor je vaak zo’n uitspraken van mensen uit de vroegere generaties. De ouders van vandaag vertrekken vanuit andere waarden bij het opvoeden van hun kinderen, nl. liefde, aanmoediging en vrijheid. Hadden opvoedingsfiguren vroeger inderdaad meer gezag? Is er in onze huidige maatschappij voldoende draagvlak om terug te gaan naar de autoritaire opvoedingsstijl of is de hedendaagse manier van opvoeden beter?

Alle ouders, leerkrachten of opvoeders zullen al wel eens het gevoel gehad hebben van machteloosheid en onzekerheid bij het opvoeden van kinderen. ‘Wat doe je met een kind dat weigert te luisteren, je uitscheldt of zelfs agressief wordt?’ Sommige ouders verkiezen de harde of autoritaire aanpak, waarbij ze zich voordoen als ‘de baas’ en waarbij het kind moet en zal luisteren. Anderen kiezen eerder voor een zachtere of permissieve aanpak die gekenmerkt wordt door lieve woorden, smeekbedes en verbale overreding.

In de moderne maatschappij, waar vrijheid, inbreng en autonomie belangrijke waarden zijn en waar kinderen goed geïnformeerd zijn dankzij het internet, is de keuze van een juiste opvoedingsstijl niet evident. De autoritaire stijl sluit niet meer aan bij de normen en waarden van de hedendaagse maatschappij. De permissieve stijl, die vele ouders tegenwoordig hanteren, brengt een grote onzekerheid teweeg bij ouders en verhoogt de kans op gedragsproblemen bij kinderen. Er is meer nodig dan liefde en aanmoediging om een positief zelfbeeld te ontwikkelen. Kinderen hebben nood aan grenzen om moeilijkheden te leren overwinnen.

Haim… Wie?
Haim Omer, hoogleraar psychologie aan de universiteit van Tel Aviv en oprichter van het ‘New Authority Centre’ in Israël heeft een visie ontwikkeld die een gepast antwoord biedt op de vraag ‘Hoe opvoeden vandaag?’. Het uitgangspunt is de onderlinge relatie tussen opvoeder en kind waarbij aanwezigheid, toezicht, nabijheid en betrokkenheid belangrijke aspecten zijn.

De visie van Haim Omer was oorspronkelijk gericht op het handelen van ouders en leerkrachten. Vanuit mijn opleiding tot opvoedster heb ik deze visie vertaald naar het handelen van professionele opvoeders, werkzaam binnen een residentiële voorziening. Een dergelijke voorziening biedt, gedurende de hele week dag en nacht, opvang en begeleiding aan kinderen en jongeren met een beperking en/of gedragsproblemen. In mijn bachelorproef ben ik nagegaan of de visie van Haim Omer kan zorgen voor een bewustwording van de eigen begeleidingsstijl van elke opvoeder en de groepsaanpak binnen een team van opvoeders kan beïnvloeden. Dit heb ik gedaan door de opvoeders op mijn stageplaats te coachen rond de visie van Haim Omer en een brochure te ontwerpen waarmee zij in de praktijk aan de slag kunnen gaan.

Er zijn een aantal conclusies die ik kan verbinden aan het coachen van de opvoeders. Het invoeren van een bepaalde visie in een voorziening kan pas succesvol zijn als iedere medewerker voldoende motivatie en inzet toont om deze visie toe te passen in de praktijk. Als opvoeder moet je bewust leren stilstaan bij je eigen begeleidingsstijl en ook durven werken aan verandering bij jezelf. Tijd vrij maken voor het implementeren van de visie in een leefgroep is zeker nodig. Het is belangrijk dat de visie gedragen wordt door iedereen in de voorziening, dus ook door de staf en medewerkers uit andere disciplines. Als opvoeder kan je niet alleen werken aan verandering, want zoals een Afrikaans spreekwoord zegt: “Als je snel wilt gaan, ga dan alleen. Als je ver wilt gaan, ga dan samen met anderen.”

De ‘Nieuwe Autoriteit’
Aanvankelijk sprak Haim Omer over het concept ‘Geweldloos Verzet’. Hierbij liet hij zich inspireren door geweldloze methoden uit de sociaal-politieke sfeer die onder meer door Gandhi en Martin Luther King werden gehanteerd. Sinds enkele jaren spreekt hij over het concept de ‘Nieuwe Autoriteit’. De ‘Nieuwe Autoriteit’ is een basishouding van waaruit opvoeders handelen. In dit concept zijn niet de kinderen of jongeren de cliënten, maar wel de opvoeders. Het doel is hun gevoel van machteloosheid te verminderen, hen een manier aan te reiken om zich te versterken in hun positie van opvoeder en hun welbevinden te verbeteren. Opvoeders leren zich te richten op hun eigen gedrag en niet op het gedrag van het kind. Het uitganspunt van die ‘Nieuwe Autoriteit’ zijn de vier ankerfuncties: aanwezigheid, netwerk, zelfcontrole en routine. Bij het coachen van de opvoeders op mijn stageplaats en bij het ontwerpen van de brochure heb ik deze ankerfuncties ook als uitganspunt gebruikt.

Aanwezigheid
Er zijn verschillende manieren om als opvoeder aanwezig te zijn in het leven van het kind. Je maakt bijvoorbeeld tijdens het tv-kijken eens een praatje met het kind over een bepaald onderwerp dat aan bod komt in de uitzending. Of je geeft het kind een boodschap van grenzen en nabijheid, bijvoorbeeld “Ik geef niet toe en ik geef je niet op!”.

Netwerk
“It takes a village to raise a child”, zoals Gandhi het verwoordde. De opvoeder roept hulp in en doet een beroep op zijn netwerk, bestaande uit andere opvoeders, leerkrachten, de ouders van het kind,… Het kind wordt aangesproken vanuit een wij-boodschap in plaats van een ik-boodschap.

Zelfcontrole
De opvoeder zet door en verwacht geen onmiddellijke maar een geleidelijke verandering in het gedrag van het kind. De opvoeder “smeed het ijzer als het koud is”. Hij geeft het kind bijvoorbeeld de boodschap “Ik vind jouw gedrag onaanvaardbaar, ik ga erover nadenken en ik kom er later op terug”. Je geeft het goede voorbeeld. Je mag fouten maken want die kunnen later altijd hersteld worden.

Routine
De opvoeder is consequent en stelt duidelijke verwachtingen naar het kind toe. Er is voldoende structuur in de leefgroep. Het kind weet bijvoorbeeld wanneer er gegeten wordt of wanneer er vrije tijd is.

Hetgeen Haim Omer vertelt is niet nieuw. Hij baseert zich op andere theorieën in zijn gedachtegoed. Wat vooral vernieuwend is aan zijn visie, is het uitgangspunt dat niet alles wat je doet zal werken, dat je geleidelijk aan verandering moet werken door je vooral op je eigen gedrag te focussen. En onthoud hierbij: “Children see, children do…”  

 

 

Download scriptie (1.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool Gent
Thesis jaar
2014