INVESTIGATING TASK COMPLEXITY AND TEAM LEARNING IN SOCIAL CARE TEAMS IN FLANDERS A multilevel analysis

Hanne
Blockx
  • Filip
    Dochy
  • Anne
    Boon

Ik ben blij dat gij in mijn team zit…
van miserie naar synergie!

Herinner je jezelf nog dat je een werk moest maken met een paar mensen die je van haar nog pluim kende en dat je hierbij op sommige momenten dacht: “Ik had het beter allemaal zelf gedaan! Waarom moeten we samenwerken? Wat is al dat gedoe rond teamwerk?” Een of ander onderzoek heeft aangetoond dat teamwerk de resultaten verhoogt en dat je daarmee complexe problemen kan oplossen. In dat geval zetten we mensen in een organisatie samen, geven hen een project en de sleutel tot succes is gevonden. Enige tijd later blijken de verwachte resultaten niet behaald te zijn. Hoe kan dat? We werken toch in teams?

Wat is dan de sleutel tot effectief teamwerk? Wat verstaan we onder een team? Een team is een verzameling van individuen die onderling afhankelijk zijn van elkaar in hun taak, waarbij ze een gedeelde verantwoordelijkheid dragen om hun doelen te bereiken. Daarbij zien ze zichzelf, en worden door anderen gezien, als een sociale entiteit binnen een groter sociaal systeem. Daarbij gaan teamleden in interactie met elkaar en ontwikkelen ze een gedeelde visie. Dit laatste wil zeggen dat individuele kennisbasissen van teamleden worden samengebracht en worden omgezet naar één gemeenschappelijke visie. En toch, ook al voldoet een team aan deze criteria, kan het vaak eerder een “miserie” zijn dan een “synergie”, want wie is nog verantwoordelijk als iedereen verantwoordelijk is? Hoe zorgen we ervoor dat iedereen evenveel energie in het project steekt in plaats van sommigen te overladen, terwijl anderen weinig tot niets doen? Door onszelf dergelijke vragen te stellen, is het niet meer nodig om ons af te vragen wat effectief teamwerk is, maar wel hoe we tot effectief teamwerk komen.

Elk team is anders en Rome is ook niet op één dag gebouwd. Of zoals Senge het formuleerde: “The team that became great, didn’t start off great. It learned how to produce extraordinary results.” In het kader van deze gedachte, is teamleren ontstaan en heeft Van den Bossche et al. (2006) een (lineair) teamleermodel ontwikkeld. Teamleren wordt gezien als een sociaal proces om een gedeelde visie tussen teamleden te construeren om meer effectief te kunnen samenwerken. Teamleergedrag wordt beïnvloed door een interpersoonlijke context die bestaat uit overtuigingen tussen teamleden (interdependentie, sociale en taakcohesie, groepspotentie en psychologische veiligheid). Interdependentie betekent tussenafhankelijkheid: Zijn de teamleden onderling afhankelijk van elkaar om hun doel(en) te bereiken of hebben ze elkaar niet nodig? Sociale en taakcohesie is de mate waarin teamleden zich aangetrokken voelen tot elkaar en in het team willen blijven. Dit kan om personen en/of taak gerelateerde zaken gaan. Groepspotentie is de mate waarin het team gelooft dat ze samen en succesvol hun doel(en) zullen behalen. Tot slot wordt psychologische veiligheid als de belangrijkste voorspeller van teamleergedrag gezien, wat wil zeggen dat teamleden zich veilig voelen om risico’s te nemen en voor zichzelf op te komen in het team. Deze elementen hebben een invloed op de mate waarin teamleergedragingen zullen voorkomen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen constructie, co-constructie en constructief conflict. Constructie of “sharing” betekent het delen van informatie met elkaar. Co-constructie gaat een stapje verder: De ene geeft informatie en de andere bouwt erop voort. Natuurlijk kan er ook eens een conflict ontstaan.. Dan is het de manier waarop je ermee omgaat van belang. Vandaar een constructief conflict, waarbij men via onderhandelingen tot een tijdelijke overeenkomst komt. Afhankelijk van deze teamleergedragingen zal een team sneller en beter tot een gedeelde visie komen en op hun beurt betere resultaten en/of een hogere teameffectiviteit bereiken.

Figure 1 (zie bijlage) Team learning Beliefs and Behaviours model (Van den Bossche et al., 2006)

Levert dit model, wat eerder getest is geweest bij “high risk teams”  zoals politie- en brandweerteams, gelijkaardige positieve resultaten op in de orthopedagogische hulpverlening? Zo’n 120 teams in Vlaanderen die ambulant/residentieel werkten met personen met een handicap of met jongeren in de bijzondere jeugdzorg/-bijstand, hebben hieraan meegewerkt. Aangezien de doelen/taken vaak niet eenduidig zijn, werd ook taakcomplexiteit (tijdsdruk, onbetrouwbaarheid van informatie, meervoudigheid van uitkomsten en instabiliteit) toegevoegd aan deze studie. Enkel instabiliteit en onbetrouwbaarheid waren van belang in dit onderzoek. Vervolgens is er nagegaan welke invloed deze dimensies hadden op teamleergedrag en teameffectiviteit.

En dan… de resultaten. Een kwantitatieve studie, waarbij we met twee multiniveau analyses hebben gewerkt om de individueel ingevulde vragenlijsten te kunnen analyseren op teamniveau. Dergelijke analyse, omdat individuen genest zijn in teams. Algemeen gezien gaat het teamleermodel op in deze context en bekomen we gelijkaardige resultaten uit zoals in voorgaande onderzoeken. In de eerste multiniveau  analyse gebruikten we teamleergedrag als afhankelijke variabele. In de tweede analyse was dit teameffectiviteit. De eerste analyse toont aan dat psychologische veiligheid en groepspotentie een positieve invloed hebben op teamleergedrag. Na het toevoegen van instabiliteit en onbetrouwbaarheid op teamleergedrag is er wederom een positief effect gevonden. Dit maakt dat instabiliteit in de taak, de teamleden stimuleert om teamleergedrag te stellen. Ook op teameffectiviteit is er een positief effect gevonden van instabiliteit en onbetrouwbaarheid. Dit wijst erop dat teamleden elkaar aanmoedigen bij onbetrouwbare informatie en veranderingen in de taak om meer effectief te handelen als team. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat teamleden meer moeten communiceren om tot een hogere teameffectiviteit te komen. Verder is er een positief effect gevonden van gedeelde visie op teameffectiviteit. Daarnaast vonden we een mediërend effect van gedeelde visie tussen teamleergedrag en teameffectiviteit, maar dit is slechts een gedeeld effect, omdat teamleergedrag ook een direct effect heeft op teameffectiviteit. Samengevat, is het voor orthopedagogische teams voordelig om in een collaboratieve omgeving te werken, zodanig ze een gedeelde visie kunnen ontwikkelen en onderhouden, om op die manier hun teameffectiviteit te verbeteren.

Besluitend kunnen we uit deze studie afleiden dat het nuttig is om in orthopedagogische teams aandacht te besteden aan psychologische veiligheid en groepspotentie, omdat dit de basis vormt voor het voorkomen van teamleergedrag en dit op hun beurt teams helpt om te gaan met onbetrouwbare informatie en instabiliteit in de taak in functie van het werken aan een verhoogde teameffectiviteit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Download scriptie (626.9 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014
Thema('s)
Kernwoorden