Is natuurkunde geven aan gelovige leerlingen een uitdaging? Niet voor Isaac Beeckman, de vader van de moderne natuurkunde

Ben
Van Acker

“De wetenschappelijke revolutie brak met het geloof,” zo krijgen leerlingen vaak te horen op school. Als gevolg hiervan verzetten gelovige leerlingen zich soms tegen wetenschap. Dit is niet nodig, want het is een verkeerde voorstelling van de geschiedenis. Een belangrijke pionier van de moderne natuurkunde, Isaac Beeckman (1588-1637), schreef namelijk in zijn wetenschappelijke dagboek enkele opvallende religieuze aantekeningen. De visie van deze zeventiende-eeuwse natuurfilosoof biedt boeiende gespreksstof voor de lessen geschiedenis, levensbeschouwing en natuurkunde. Beeckman was overigens zelf ook leerkracht en een schooldirecteur. Het is zelfs zo dat zijn religieuze uitgangspunt beroemde natuurkundigen uit zijn tijd—zoals Pierre Gassendi en René Descartes—inspireerde om zijn fysica over te nemen.

De stelling dat de opkomst van moderne wetenschap een breuk betekende met godsdienst is zelden onderzocht vanuit bronteksten van geleerden uit die tijd. Daarom werden voor deze masterproef de persoonlijke notities uit het dagboek van Isaac Beeckman bestudeerd. Dit onderzoek leidt tot opvallende conclusies. Zijn protestantse geloof blijkt namelijk bevorderlijk te zijn voor zijn wetenschappelijke manier van denken. Een fascinerend besluit is dat de wetenschappelijke revolutie in verband gebracht mag worden met de theologie van de universiteiten. Dit staat haaks op de veronderstelling dat de opkomst van moderne wetenschap een breuk was met het geloof.

Godsdienst bevorderde natuurwetenschap

In onze taalregio werd in 1588 een invloedrijke natuurkundige geboren die bekend is omdat hij als eerste wiskunde, fysica en natuurfilosofie met elkaar combineerde. Dit wordt vandaag ‘mechanische filosofie’ genoemd. Het is zijn verdienste dat wij vandaag natuurverschijnselen uitleggen door het mechanisme ervan te beschrijven of te tekenen. Zijn invloed op de ontwikkeling van de natuurwetenschappen is daarom immens.

 

image-20191006211812-1

Beeckman tekende atomen om luchtdruk uit te leggen. Dit was uniek in zijn tijd!

Voor een mechanische kijk op de natuur moet je een ‘mechanische filosofie’ hebben die deze manier van denken ondersteunt. Je neemt dan afstand van bovennatuurlijke verklaringen van natuurfenomenen. Bovendien moet je voor moderne wetenschap ervan overtuigd zijn dat de natuur altijd werkt als een logisch mechanisme. Een merkwaardige observatie is dat Beeckmans geloof de weg voor mechanische filosofie opende.

Wetenschap = Gods boek bestuderen

Stel nu dat de natuur een ‘boek’ is. Een boek kan je begrijpen door de zinnen te lezen en ontleden. De zienswijze dat de natuur Gods boek is, was daarom een aanstekelijke metafoor voor mechanische filosofie. Zondags hoorde Beeckman deze metafoor ongetwijfeld in de protestantse kerk. Daarom schreef hij dat God de auteur van de natuur is. Hij geloofde dat mensen als auteurs natuurfenomenen mogen beschrijven en tekenen op papier—Gods boek der natuur beschrijven.

Sterker nog: de beroemde natuurkundige Galileo Galilei—een tijdgenoot van Beeckman—zei dat God het boek der natuur had geschreven in de taal van de wiskunde en de geometrie. Het is niet gek dat dit religieuze idee christelijke fysici zoals Beeckman, Galileo, Kepler en Newton inspireerde om de natuur te beschrijven in de taal van de wiskunde. De zienswijze dat de natuur Gods boek was bleek dus bevorderlijk voor wetenschappelijk denken.

Een logisch werkende schepping

Typisch voor wetenschap is dat je voor natuurfenomenen een eenvoudige, logische verklaring verkiest boven een nodeloos ingewikkelde redenering. Ook Beeckman vond dat je bij het beschrijven van het natuurmechanisme spaarzaam moet omgaan met argumenten. Voor dit spaarzaamheidsprincipe (ook wel ‘Ockhams scheermes’ genoemd) had hij religieuze redenen. Volgens hem maakte God de wereld als een goedwerkend mechanisme zodat het menselijke verstand dit kan begrijpen. De bouw van het heelal toont namelijk aan dat God een ‘zeer wijze architect’ is die de natuur logisch ontwierp. Een mechanische verklaring vond Beeckman daarom beter dan de ingewikkelde filosofische verklaringen die Aristotelische natuurkundigen uit zijn tijd soms gaven aan natuurfenomenen.

Religie inspireerde om wetenschap en religie los te koppelen!

Zijn er vandaag nog leerlingen die regen, sneeuw of bliksem uitleggen als Gods voortdurende ingrijpen? Dan kan Beeckman hen een wijze godsdienstige les leren. Het klinkt misschien wat tegenstrijdig, maar deze natuurkundige had religieuze redenen om géén religieuze argumenten in zijn wetenschap te gebruiken. Hij stelt zijn gelovige lezers namelijk gerust dat ze erop mogen vertrouwen dat de natuur altijd een goedwerkend mechanisme blijft omdat God dit garandeert. Dit onderscheid tussen de Schepper enerzijds en de mechanische werking van de natuur anderzijds was belangrijk voor de opkomst van natuurwetenschap. Beeckman toont aan leerlingen dat je gerust natuurfenomenen wetenschappelijk kan verklaren zonder je levensbeschouwing te moeten opgeven.

Beeckman had nog een andere religieuze reden om te weigeren religieuze argumenten in wetenschap te gebruiken. Hij geloofde namelijk dat mensen de wil van God niet kunnen kennen en er daarom geen beroep op kunnen doen. Deze visie op God stimuleerde zijn nieuwe wetenschappelijke methode: aangezien mensen de wil van God niet kunnen kennen, zijn ze aangewezen op onderzoek van de natuur door gebruik te maken van wiskunde, logica, observatie en experimenten. God kon immers zijn schepping maken zoals Hij wilde, waardoor we dus ‘gewoon’ moeten kijken hoe Hij de natuur ontwierp. Dit maakt religieuze argumenten in wetenschap overbodig, zo vond Beeckman.

Het natuurmechanisme als een Godswonder

Dit onderscheid tussen Gods almacht en de mechanische werking van de natuur wordt zichtbaar in Beeckmans visie op de werking van atomen en planeten: God is de eerste beweger die de werking van de atomen en de planeten in gang zette, maar het universum blijft vanzelf werken omdat God dit mechanisme vrijheid van handelen gaf. Beeckmans religieuze uitgangspunt zorgde ervoor dat beroemde, gelovige natuurfilosofen uit zijn tijd zijn atoomtheorie en mechanische filosofie van hem wilden overnemen. De filosofie beschrijft het mechanisme van de natuur, zo legt Beeckman uit, terwijl de theologie dit mechanisme omschrijft als een wonder van God.

Levensbeschouwelijke dialoog op school

Beeckmans religieuze notities bieden interessant lesmateriaal om de levensbeschouwelijke dialoog over geloof en wetenschap aan te gaan met leerlingen. Dit betekent dat zowel de lessen levensbeschouwing, geschiedenis als natuurkunde kunnen verwijzen naar Beeckman als een natuurkundige voor wie het geloof geen obstakel was voor wetenschap. Integendeel! Zowel gelovige als niet-gelovige jongeren ontdekken zo dat een pionier van de moderne natuurkunde zich door levensbeschouwing liet inspireren om aan wetenschap te doen.

Universiteit of Hogeschool
Andere
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. Dr. Antoon Vos en Drs. Matthias Mangold
Thema('s)