Je pause, donc je suis. Corpusonderzoek naar het pauzeergedrag bij simultaantolken.

Miek
Gevers
  • /
    /
  • /
    /
  • /
    /

« Je pause, donc je suis » : wat hebben tolken en de twijfeltheorie gemeen?

Communicatie. Hieraan besteden we ongeveer een derde van de tijd die we wakker zijn. Het staat meer dan ooit centraal in de moderne maatschappij; denk aan blogs, facebook, sms, … Maar er zijn ook meer formele vormen van communicatie zoals toespraken, congreslezingen, ontmoetingen tussen staatshoofden, … Het mag duidelijk zijn dat deze communicatie meestal niet in eenzelfde taal verloopt, vandaar de uitdrukking “Babelse spraakverwarring”. Mensen die er hun beroep van hebben gemaakt om precies die spraakverwarringen te vermijden , zijn tolken. Ze zorgen ervoor dat de taalbarrière overwonnen wordt zodat anderstaligen met elkaar kunnen communiceren. Op verschillende plaatsen wordt beroep gedaan op tolken: bij de politie, in de rechtbank, in het ziekenhuis, tijdens conferenties, kortom in de hele maatschappij. In ons onderzoek ging speciale aandacht naar tolken die gelijktijdig een speech van een taal naar een andere omzetten. Ze doen dit meestal tijdens wetenschappelijke, zakelijke of diplomatieke bijeenkomsten en worden conferentietolken genoemd. Ze maken gebruik van een hoofdtelefoon, een microfoon en een tolkencabine. Deze vorm van tolken is gekend als simultaantolken, anders gezegd: (bijna) gelijktijdig tolken. Wie communicatie zegt, moet ook eens stilstaan bij de tijd waarin niet gecommuniceerd wordt: de pauzes. Iedereen neemt pauzes in zijn leven; mentale, fysieke pauzes en dus ook pauzes tijdens het spreken. Vandaar de analogie met de gedachte van Descartes: Je pause, donc je suis. Er wordt automatisch gepauzeerd tijdens het spreken, maar wat is de reden en de functie van die pauzes? Bij de nauwgezette zoektocht naar pauzes in een getolkte speech krijgen we inkijk - op een kier - in het brein van de tolk, iets wat vaak de black box wordt genoemd, zoals de zwarte doos van een vliegtuig. Dankzij die inkijk kunnen we trachten zelf onze pauzes aan te passen zodat ons spreken krachtiger kan overkomen en meer impact zal hebben in een maatschappij waar communicatie troef is. Pauzes zijn eigen aan het spreken en dus ook aan het tolken, maar bij het tolken komen er nog extra factoren kijken: iets wat de tolkwetenschapper Daniel Gile heeft gedefinieerd als het effort model: simultaan tolken moeten namelijk veel inspanningen tegelijk doen. De tolk moet luisteren naar de spreker, tegelijkertijd omzetten naar een andere taal en dat ook “uitspreken”, ook nog luisteren naar zichzelf maar toch ook blijven luisteren naar de spreker.Hierdoor zouden de pauzes van de tolk en de spreker elkaar onderling kunnen beïnvloeden. Daarom keken we in ons onderzoek naar mogelijke beïnvloedende factoren van het pauzeergedrag van de simultaantolk met behulp van tien getolkte speeches (vijf Franse en vijf Spaanse). Verder keken we naar de manier waarop de tolk de verschillende pauzes gebruikt: is dit een hulpmiddel, een strategie of zal hij eerder de pauzes tot een minimum beperken? Ook gingen we na of een tolk gebruik maakt van de pauzes van de spreker: als die even zwijgt, krijgt de tolk de kans om zelf te spreken … of niet? In het onderzoek besteedden we ook veel aandacht aan het bestaan van verschillende pauzes die door verscheidene onderzoekers anders worden benoemd. Onder pauze verstaan we over het algemeen een onderbreking van het akoestisch signaal: er is geen klank, of van de taalkundige betekenis: de tolk zegt iets wat geen taalkundige betekenis heeft. Zo bestaan er dus pauzes die helemaal “stil” zijn (unfilled pauses) naast “gevulde” pauzes waarbij geluid wordt geproduceerd (filled pauses),denk bijvoorbeeld aan het stopwoordje “euh”. Verder worden in ons onderzoek nog de “interrupties” onderscheiden: hieronder verstaan we een herhaling, een verbetering of een foute start van de zin. Een veel voorkomend fenomeen tijdens het simultaantolken, namelijk ‘overlap’, dient te worden uitgelegd. Dit is het gelijktijdig spreken van de tolk en de spreker. Het is onmogelijk altijd gelijktijdig te spreken, daarom worden er vier fases onderscheiden in het tolken: de overlap, de gezamenlijke pauze, de spreker die alleen spreekt en als laatste de tolk die alleen spreekt. Het bijsturen van overlap (meer of minder spreken tijdens de pauzes) kan gezien worden als een van de strategieën die tolken kunnen gebruiken om het ingewikkelde tolkproces beheersbaar te maken. Wat hebben we gevonden? We zien dat gevulde pauzes vaak gebruikt worden als strategie zodat de tolk meer aandacht kan besteden aan de verwerking van wat hij te horen krijgt (de input) en minder aandacht aan wat hij zelf moet uitspreken in de andere taal (de output). Een tolk zal bovendien meer pauzeren als de snelheid van de speech van de spreker (de bronspeech) toeneemt. Dit is logisch omdat de tolk meer aandacht moet besteden aan de input. Uit de resultaten blijkt ook dat de tolk de neiging heeft om gezamenlijke pauzes te minimaliseren, zodat hij de pauzes van de spreker kan gebruiken om zelf iets te zeggen. Met andere woorden: samen pauzeren heeft weinig zin, de tolk maakt dankbaar gebruik van de pauzes van de spreker om “een inhaalbeweging” te doen … Verder bleek dat pauzes verschillende functies hebben: ze helpen bij het tot stand brengen van communicatie, zorgen voor duidelijkheid of nadruk en natuurlijk… dat mensen kunnen ademen tijdens het spreken. De verschillende functies geven aan dat pauzes een grote hulp kunnen zijn voor de tolk. Toch wordt conferentietolken aangeraden niet teveel “euhs” in hun speech te gebruiken omdat dit storend kan zijn voor een luisteraar. We zien in ons onderzoek dat zowel de spreker als de tolk gevulde pauzes tot 0,30 seconden proberen te beperken. Iedere spreker doet er alles aan om de interrupties tot een minimum terug te brengen omdat ze als storend kunnen worden ervaren. De beïnvloedende factoren werden onderzocht. Als de bronspeech spontaner wordt gebracht (en dus niet wordt gelezen), wordt er meer gepauzeerd en als de spreker vaak op grammaticale plaatsen pauzeert, zal de tolk dit ook meer doen. De tolk wordt dus inderdaad door de spreker beïnvloed in zijn pauzeergedrag: een gegeven wat je kan veronderstellen, maar dat nu bewezen is. De snelheid is een factor die niet over het hoofd mag worden gezien; als de snelheid van de bronspeech hoger is dan 120 woorden per minuut, zal de tolk meer pauzeren en meer samenvattend werken. Dit resultaat werd aangetoond door verschillende verbanden tussen de snelheid en de pauzes. Een tolk is dus gebonden aan de spreker in zijn tolkopdracht wat veel beperkingen inhoudt, maar toch zal hij handig de verschillende pauzes gebruiken als strategie om een succesvol resultaat te kunnen bekomen. Taal is een krachtig middel om mensen te overtuigen en te begeesteren. “Trop” is “teveel”: veel pauzes en interrupties boezemen geen vertrouwen in bij de luisteraar, maar pauzes die in die taal worden gehanteerd kunnen het geheel nog sterker maken als ze op de juiste manier worden gebruikt.

Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2011
Kernwoorden