Journalistiek, een (bewust) maatschappelijk engagement. Is journalistiek nog een missie of eerder gestuurd gedrag?Een kwalitatief onderzoek naar de perceptie van Vlaamse televisiejournalisten op mens en maatschappij in verhouding tot hun functie.Casestudy

Eva
Vanhengel

In deze licentiaatverhandeling peilen we naar de wijze waarop de VTM-journalist reflecteert over zijn beroep, over zijn autonomie, over het televisienieuws dat hij maakt en over de werking van de nieuwsredactie. Het onderzoek is gebaseerd op kwalitatieve onderzoeksmethoden. Aan de hand van diepte-interviews werden de journalisten bevraagd over bovenstaande thema’s.

Deze studie stelt een aantal vragen voorop die deze problematiek kadert vanuit het standpunt van de journalist, meer specifiek van de VTM-journalist. Acht onderzoeksvragen staan centraal:

 

  • Waarom kiest de journalist voor een beroep in de journalistieke wereld?
  • Hoe reflecteert de VTM-journalist over zijn beroep: welke rol denkt hij te vervullen in de samenleving?
  • Televisiejournalistiek en haar eigenheid: in welke mate verschilt televisiejournalistiek van andere vormen van journalistiek?
  • Hoe percipieert de VTM-journalist het televisiejournaal waarvoor hij werkt?
  • Welke selectiecriteria zijn volgens de VTM-journalisten van belang op de nieuwsredactie?
  • Hoe reflecteer de journalist over 4040, de informatielijn van VTM?
  • Hoe percipieert de journalist het gebruik van kijkcijfers?
  • Hoe werkt de nieuwsredactie?

Aan de hand van deze onderzoeksvragen trachten we een antwoord te bieden op de probleemstelling die in dit onderzoek centraal staat: “Journalistiek, een (bewust) maatschappelijk engagement. Is televisiejournalistiek nog een missie of eerder gestuurd gedrag?”

De nieuwsredactie van VTM staat centraal in dit onderzoek. We vinden het belangrijk dat de veel bekeken commerciële zender in Vlaanderen ook een plaats krijgt binnen het communicatiewetenschappelijk onderzoek, des te meer omdat er weinig gegevens over bestaan. Naast de concurrent van de openbare omroep, is het televisiejournaal van VTM voor heel wat kijkers een belangrijke informatiebron. Daarnaast profileert de zender zich als diegene die het nieuws brengt “dat dicht bij de mensen staat”. Het televisiejournaal van de commerciële zender streeft een zekere eigenheid na. Daarnaast profileert de zender zich als degene die nieuws brengt dat dicht bij de mensen staat. Het televisiejournaal van de commerciële zender streeft een zekere eigenheid na. In dit onderzoek besteden we daar, vanuit het oogpunt van de journalist, geruime aandacht aan, waardoor we hun opvattingen kunnen weergeven en informatie verzamelen over de werking van het hele nieuwsgebeuren. Daarbij besteden we ook ruime aandacht aan de werking van de 4040-lijn die VTM recentelijk in het leven heeft geroepen om de kijker te betrekken bij het maken van “Het nieuws” en de perceptie van de journalist hieromtrent.

Uit het onderzoek blijkt dat, voor de respondenten van dit onderzoek, het beoefenen van een journalistiek beroep niet noodzakelijk een missie is en al evenmin een bewust maatschappelijk engagement. De VTM-journalisten hebben door de snelheid waarmee het televisienieuws gemaakt moet worden, niet meer de kans om stil te staan bij de maatschappelijke rol van hun beroep. Niet alleen blijkt dit uit de resultaten van het onderzoek, we kunnen het ook afleiden uit de commentaren die de journalisten gaven op het einde van ieder gesprek. Meer dan eens vermelden ze dat de vragen die hen gesteld werden, hen de kans gaven stil te staan bij datgene waarmee ze bezig zijn: informatie overdragen naar de kijker. Velen waren onder de indruk en vonden van zichzelf dat ze nog maar weinig stilstaan bij de impact van hun verslaggeving. Technologische evoluties hebben er mede voor gezorgd dat televisiejournalistiek aan snelheid gewonnen heeft, waardoor televisiejournalisten onder grote tijdsdruk werken, wat volgens veel van hen ten koste gaat van een degelijke verslaggeving.

Daarenboven zorgt commercie ervoor dat journalisten moeten opereren in een sfeer waar kijkcijfers belangrijk zijn. VTM is een commerciële zender, afhankelijk van reclame-inkomsten en dat geldt ook voor het televisiejournaal. Reclame-inkomsten bepalen voor een groot deel het bestaan van “Het nieuws” zodat het televisiejournaal een programma is geworden zoals elk ander programma, of het nu gaat om een entertainmentprogramma of een televisiejournaal, het zijn programma’s die kijkers moeten trekken. Voor journalisten is dit niet altijd even vanzelfsprekend. Zij zien daardoor het echte journalistiek werk naar de achtergrond verdwijnen en voel zich meer programmamaker/reportagemaker dan journalist.

Daarnaast worden ze in hun werk beïnvloed door wat hen wordt opgelegd door het redactiemanagement. Van bovenuit wordt er een bepaalde lijn geschetst waaraan het televisienieuws moet voldoen. Sensatie, entertainment, maar vooral faits divers passen daarin. Daarbij ligt de klemtoon op gerechtsverhalen, ongevallen, branden,… . Belangrijke items zoals politiek, buitenland,… zijn geen prioriteit meer omdat ze ‘weinig’ kijkers kunnen boeien, ook dat wekt ergernis op bij de VTM-journalist.

Het journalistieke werk bestaat niet enkel en alleen uit gestuurd gedrag. Uit de resultaten is gebleken dat journalisten dankzij hun assertiviteit kunnen proberen hun eigenheid te bewaren. De journalisten wensen serieus genomen te worden wanneer ze hun mening ventileren en dat gebeurt, volgens hen, te weinig. Hun terreinkennis wordt wel eens in twijfel getrokken, menen ze. Vooral bij het maken van hun eigen televisieverslag verwerven de journalisten autonomie, zo blijkt. Al tracht het redactiemanagement ook hier een invloed uit te oefenen. Die invloed komt onder meer doordat het televisiejournaal niet alleen meer gezien wordt als informatiebron. Het is een programma dat deel uit maakt van de ‘kijkcijferstrijd’ en de concurrentiële sfeer binnen het medialandschap, waardoor -volgens de respondenten- echt journalistiek werk niet meer aan bod komt en het televisienieuws vooral aangenaam moet zijn voor de kijker.

 

Download scriptie (1.22 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2007