Kleuters die stotteren: wat weet de eerstelijnszorg erover?

Steffi
Snijders

“Als je kind stottert, wacht je best gewoon af en dan gaat het vanzelf weer over.” Stel je even voor dat je dit van je huisarts te horen krijgt. Denk je dan dat dit een correct advies is?

Helaas is het een verkeerd advies en wordt het in Vlaanderen nog te vaak gegeven door sommige zorgprofessionals. Uit bevragingen van de voorbije drie jaar blijkt dat meer dan 70% van de professionals uit de eerstelijnszorg aangeeft dat ze onvoldoende kennis bezit over stotteren. Wel is er veel interesse om extra kennis op te doen, maar meer dan de helft weet dan weer niet waar ze materiaal over stotteren bij kleuters kunnen vinden, zoals brochures. Welke invloed heeft dit op hun doorverwijsgedrag?

Waar gaat dit onderzoek over?

De voorbije drie jaar werden verschillende professionals uit de eerstelijnszorg in Vlaanderen bevraagd over hun kennis over stotteren bij kleuters: 305 kleuterleerkrachten, 213 zorgcoördinatoren, 63 huisartsen, 9 kinderartsen, 65 artsen van Kind & Gezin en 82 verpleegkundigen van Kind & Gezin.

In ons onderzoek gingen we na welke kennis er juist ontbreekt bij deze professionals. Onze methodiek bestond hierbij uit drie stappen:

1. Meta-analyse van de afzonderlijke bevragingen

De resultaten uit de eerder uitgevoerde onderzoeken werden samengenomen om uitspraken te kunnen doen over de kennis over stotteren bij kleuters in de eerstelijnszorg. Hieruit kon worden afgeleid waar de hiaten juist zitten bij de verschillende zorgprofessionals.

2. Ontwikkelen van informatiemateriaal

Op basis van de eerder uitgevoerde meta-analyse werden zeven topics gekozen die we de professionals willen bijbrengen aan de hand van een poster, een website, een brochure en een informatievideo. Om deze materialen van informatie te kunnen voorzien, werd een beknopte literatuurstudie uitgevoerd.

3. Een focusgroep

Tot slot werd aan de hand van een focusgroep nagegaan wat de professionals uit de eerste lijn vonden van de poster en de website. De eerste versie van de poster en de eerste versie van de website werden getoond aan een zorgcoördinator, een kleuterleerkracht, een ouder en linguïst, een ouder van een kleuter, een arts van Kind & Gezin, een huisarts en een logopedist gespecialiseerd in stotteren. Ze gaven mondeling feedback en formuleerden suggesties voor de poster en de website. Deze feedback en suggesties werden meegenomen naar de definitieve versies van onze informatiematerialen.

De oorzaak

De deelnemers van dit onderzoek vonden het moeilijk om aan te geven wat de precieze oorzaak is van stotteren. Recent onderzoek toont aan dat stotteren voornamelijk verklaard kan worden door genetische factoren. Emoties kunnen stotteren doen verergeren, maar zijn geen oorzaak.

36,1% van de leerkrachten en 51,6% van de zorgcoördinatoren wisten dat genetische factoren een mogelijke oorzaak van stotteren zijn. Respectievelijk 53,8% en 41,8% van de kleuterleerkrachten en de zorgcoördinatoren dachten dat emoties en stress de oorzaken zijn. Van de huisartsen, kinderartsen en verpleegkundigen van Kind & Gezin denkt meer dan 60% dat stotteren ontstaat door emoties en stress. Enkel bij de artsen van Kind & Gezin scoorde het antwoord dat genetische factoren een mogelijke oorzaak zijn, hoog (75,4%).

Wees er snel bij

Bijna de helft van alle deelnemers wacht om een kleuter door te verwijzen naar een logopedist gespecialiseerd in stotteren. Iets meer dan de helft van de deelnemers doet dit wel meteen. Welke groep maakt dan de juiste keuze?

Vroeger werd vaak een ‘wait and see’ strategie toegepast. Dit wil zeggen dat men niet doorverwees naar een logopedist, omdat men ervan uitging dat het stotteren zou verdwijnen. Een vroege identificatie van stotteren is echter net cruciaal, aangezien het onmogelijk is met zekerheid te voorspellen of een kind spontaan zal herstellen. Daarnaast heeft een behandeling op jonge leeftijd de grootste kans op succes.

Praat erover

Bijna de helft van de leerkrachten en zorgcoördinatoren (46,9%) denkt dat het beter is om niet over het stotteren te spreken met het kind. Meer dan de helft van de kinderartsen (55,6%) en iets meer dan een derde van de verpleegkundigen en artsen van Kind & Gezin (43,9% en 32,3%) denken eveneens dat het beter is niet over het stotteren te spreken met het kind. Enkel bij de huisartsen is slechts 16,1% het eens met deze stelling.

Uit onderzoek blijkt nochtans dat het bespreekbaar maken van het stotteren en de hiermee gepaarde emoties net belangrijk kan zijn voor het niet verergeren van de problematiek.

Resultaat

De resultaten van de meta-analyse bevestigen dat professionals onvoldoende kennis bezitten over stotteren bij kleuters zoals ze zelf verwoordden in eerder onderzoek. Bovenstaande adviezen en nog meer informatie werden weergegeven op een website, poster, brochure en informatievideo. De informatie komt uit vijf bronnen die werden gevonden tijdens het literatuuronderzoek.

De verschillende informatiematerialen zouden ervoor kunnen zorgen dat professionals in de eerstelijnszorg meer kennis bezitten over stotteren bij kleuters. Bijgevolg zal hun doorverwijsgedrag adequater zijn.

Maak jij mee het verschil?

Het is enorm belangrijk dat kleuters die stotteren op tijd worden doorverwezen. Stotteren kan immers een grote impact hebben op het leven van de persoon die stottert en diens omgeving. Ook jij kan onze informatiematerialen delen, zodat leerkrachten, zorgcoördinatoren, artsen en verpleegkundigen correct geïnformeerd worden. Op deze manier kunnen ze kinderen die stotteren op tijd doorverwijzen naar een logopedist gespecialiseerd in stotteren.  

Welke adviezen kan je reeds zelf toepassen wanneer je in contact komt met een kleuter die stottert?

  • Neem de tijd voor een gesprek met het kind.
  • Blijf ontspannen kijken terwijl je luistert.
  • Wacht je beurt af om te spreken en onderbreek het kind niet.
  • Reageer op wat het kind zegt en niet op hoe het spreekt.

Meer informatie kan je steeds terugvinden op onze website:

https://www.thomasmore.be/stotteren-bij-kleuters

Of scan de QR-code:

Download scriptie (5.01 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Sabine Van Eerdenbrugh & Renke Sevenants