Nierstenen; een straatje zonder eind?

Florine
Janssens

Nierstenen zijn er in alle soorten en formaten. Wanneer ze de afloop van onze urine belemmeren, ontstaan er hevige pijnaanvallen die kolieken worden genoemd. Het voorkomen ervan is sinds de jaren ’80 maar liefst verdrievoudigd. Dit mag dan wel een ver-van-mijn-bed-show lijken, de cijfers liegen er niet om; 1 op de 10 mensen zal ooit last krijgen van zulke kolieken. Bij gemiddeld 4/10 zal dat niet de laatste keer zijn. Afhankelijk van de steencompositie kan dit zelf oplopen tot maar liefst 9/10.

Ook op maatschappelijk vlak zorgt dit voor een gigantische kost; in het jaar 2000 is er in de Verenigde Staten 2,1 miljard dollar uitgegeven aan de medische zorg voor niersteenpatiënten. Verwacht wordt dat dit tegen 2030 jaarlijks zal toenemen met 1,24 miljard dollar. Daar komt dan ook nog eens bij dat nierstenen meer zijn dan stenen alleen. Ze worden gelinkt aan een hele resem ziektes gaande van slaapapneu, verhoogde bloeddruk en nierfalen tot hartproblemen.

Met al deze cijfers in het achterhoofd onderzocht een masterstudent geneeskunde aan de Vrije Universiteit Brussel in samenwerking met de dienst Nefrologie te UZ Brussel of preventie hier tot verbetering zou kunnen leiden.

VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN

Nu is er ook goed nieuws; doordat er steeds meer begrepen wordt hoe stenen zich vormen, kan er  ook getracht worden dit te voorkomen. Dat is precies waar de niersteenpreventiekliniek in het UZ Brussel zich mee bezighoudt.

Stel, je bent zelf een niersteenpatiënt die een afspraak neemt in de steenkliniek. Daarvoor zal je voorafgaand aan de eerste consultatie een bloedafname, een urinecollecte en een CT-scan van de nieren moeten laten doen.  Indien je één van je uitgeplaste stenen hebt bijgehouden, zal deze ook via infraroodstralen worden ontleed. Een niersteen wordt namelijk simpelweg gevormd door te hoge concentraties van bepaalde stoffen in de urine die dan samenklitten. Door deze onderzoeken wordt er gezocht welke stof er bij jou specifiek in overschot is en welke soort stenen je hierdoor vormt. Hierna wordt er samen met jou uitgezocht wat jouw eet-en drinkgewoonten zijn, welke medische voorgeschiedenis je zelf hebt en of er bepaalde aandoeningen de ronde doen in je familie.

Al die puzzelstukjes worden dan samengelegd om te begrijpen hoe je precies aan dat overschot gekomen bent en hoe we kunnen voorkomen dat er zich wederom stenen vormen.

WAT KAN JE ERTEGEN DOEN?

Wie dacht dat je nierstenen alleen kan verhelpen door meer te drinken, heeft het mis. Dit is natuurlijk wel een belangrijke tip, maar daarnaast helpt het ook minder zout te gebruiken en een normale hoeveelheid eiwitten en calcium te eten.

Waarom dan nog de hulp van de steenkliniek inroepen? Er zijn verschillende soorten nierstenen en aan de hand van voorafgaand genoemde onderzoeken kan er uitgezocht worden welke specifieke maatregelen bij jou en jouw soort niersteen zouden helpen. Soms hebben de simpelste maatregelen zoals een ander merk flessenwater drinken al een groot effect (de hoeveelheid calcium varieert namelijk van merk tot merk). In andere gevallen zijn er ingewikkeldere maatregelen nodig. Stel, er blijkt bijvoorbeeld uit de urine analyse dat er teveel oxalaat in je urine zit, dan zal er een oxalaatarm dieet worden voorgesteld. Samen met de arts en diëtiste wordt er dan bekeken wat je best vermijdt (bv. spinazie, rabarber, chocolade,…). Zien we bij een volgende urine analyse dat dit niet voldoende was, kunnen er calcium supplementen worden opgestart tijdens de maaltijd. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat calcium aan oxalaat bindt in de darm waardoor oxalaat zo minder in de bloedbaan wordt opgenomen. Nu en dan zijn er ook geneesmiddelen die kunnen worden opgestart. Kaliumcitraat poeder toevoegen in je water zorgt er bijvoorbeeld voor dat de urine minder zuur wordt en er minder urinezuurstenen kunnen worden gevormd.

WERKT DAT DAN OOK ECHT?

Diëten en medicijnen innemen doet de doorsnee Vlaming natuurlijk niet voor zijn plezier. Daarom werd een studie opgezet om na te gaan wat het effect is van de combinatie van preventieve maatregelen in maar liefst 835 patiënten was die tussen 2004 en 2020 werden opgevolgd in de niersteenpreventiekliniek. De resultaten van hun onderzoeken werden geanalyseerd en bij elke consultatie werd genoteerd hoeveel nierkolieken zij nog hadden ervaren, hoe vaak ze hiervoor een operatie nodig hadden en hoeveel stenen er nog te zien waren op beeldvorming.

Bij patiënten die minstens 6 maand werden opgevolgd, werd er gekeken naar de evolutie van de risicofactoren in de urine (bv. een teveel aan oxalaat) voor en na start met preventie. Wat bleek; de risicofactoren waar met patiënten aan gewerkt werden, daalden allemaal significant. Daarnaast werd er ook gekeken naar het aantal kolieken en ingrepen dat patiënten doormaakten. Omdat veranderingen hierin wat meer tijd nemen, werd er hier enkel rekening gehouden met patiënten die minstens 12 maand werden opgevolgd.  Hierbij werd opgemerkt dat zij  van gemiddeld 4 kolieken en 6 ingrepen op een tijdsinterval van 10 jaar voor preventie naar nog maar 2 kolieken en 1 ingreep erna gingen!

Als we dit samenleggen met eerdere studies kunnen we dus verwachten dat niersteenpreventie ervoor kan zorgen dat de levenskwaliteit van deze patiënten enorm verbetert. Logischerwijze zouden er ook minder complicaties mogen optreden zoals de evolutie naar nierfalen. Ook niet onbelangrijk, zouden de kosten voor patiënten zelf, maar ook voor de hele samenleving moeten dalen.

TOEKOMST

Preventieve geneeskunde is desalniettemin een werk van lange adem. Het effect van alle geleverde inspanningen wordt pas na enkele jaren volhouden duidelijk. De grootste struikelblok is dan ook patiënten gemotiveerd te houden om hun dieet te volgen, op consultatie te komen, hun onderzoeken te doen,… Momenteel wordt er door studies geschat dat maar liefst 20-38% van de patiënten per jaar afhaakt! Daarnaast weten nog veel te weinig patiënten, maar ook artsen dat niersteenpreventie überhaupt bestaat. Hoog tijd dus om daar verandering in te brengen!

Download scriptie (548.94 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Prof. Dr. Karl Martin wissing; Dr. Els Van de Perre
Thema('s)