Kinderen als ‘ideale’ slachtoffers? Kwalitatieve inhoudsanalyse naar de representatie van kinderen bij rampenberichtgeving

Sofie
Monballyu

Kinderen als ‘ideale’ slachtoffers?

Op 13 maart 2012 stond ons land even stil. Een bus vol met 12-jarigen, die terugkwamen van hun sneeuwklassen, verongelukte in Sierre met dramatische gevolgen. Het was een gebeurtenis die iedereen beroerde en waarover uitvoerig werd bericht in de media. Maar zou deze berichtgeving even uitvoerig geweest zijn als er enkel volwassenen betrokken waren bij het ongeval?

Dit vroeg Sofie Monballyu, studente Communicatiewetenschappen aan Universiteit Gent, zich af en maakte er haar masterproef over. Ze stelde zich de vraag of er op een specifieke manier bericht wordt over rampen waarbij kinderen betrokken zijn. Monballyu onderzocht daartoe alle artikels over de busramp in Sierre die verschenen zijn in de vier grootste Vlaamse kranten.

Uitvoerige media-aandacht en visualisering

De kranten stonden drie weken lang vol met artikels over de busramp. Journalisten gaven dit zelf ook aan en spraken daarbij van een mediacircus. Voor de nabestaanden van de slachtoffers ging het allemaal soms wat te ver. Zo ook voor de oom van een van de slachtoffers die een journalist een vuistslag gaf toen het hem allemaal even te veel werd.

Bijna alle artikels gingen gepaard met foto’s. Deze varieerden van afbeeldingen van de bus en de plaats van het ongeval tot slachtoffers, hun naasten en rituelen van rouw. Opvallend was dat veel kinderen afgebeeld werden. Dit waren zowel kinderen die betrokken waren bij de ramp als kinderen die bijvoorbeeld een bloemetje kwamen neerleggen aan de schoolpoort. Er is echter heel wat kritiek gekomen op sommige foto’s omdat ze te sensationeel zouden zijn. De kranten in kwestie zagen de bekritiseerde foto’s eerder als een eerbetoon aan de slachtoffers.

Sensationele focus op kinderen

In de onderzochte krantenartikels wordt een uitvoerige beschrijving gegeven van alle slachtoffers. Dit is een vorm van personalisering die samen met emotionele storytelling in de artikels wijst op sensatie. Daarnaast is er ook sprake van mediavoyeurisme doordat het private leven van de slachtoffers en hun naasten opengesteld wordt aan het grote publiek.

Een belangrijke vaststelling is dat de volwassen slachtoffers vaak vergeten worden door de journalisten. Ook de geïnterviewden in de kranten spreken vooral over de betrokken kinderen of verwijzen naar hun eigen kinderen of kleinkinderen. Dit komt volgens verschillende van die geïnterviewde personen doordat de dood van kinderen meer aangrijpt dan die van volwassenen. Of zoals toenmalig eerste minister Elio Di Rupo zei: “een volwassene verliezen is erg, maar een kind verliezen is dramatisch.”

Vragen, vergelijkingen en de Kerk

Daarnaast kwamen nog heel wat andere kenmerken naar voor tijdens het onderzoek die wijzen op een specifieke manier van berichtgeving. Zo werden heel wat vragen gesteld in de krantenartikels over het hoe en wat van de ramp, maar vooral ook waarom net zo veel kinderen betrokken waren. Vervolgens werd de toestand van de slachtoffers nauw opgevolgd in de media. Daarbij was ook aandacht voor het verwerkingsproces van de slachtoffers en hoe het verder moet in de scholen. Ook werden vergelijkingen gemaakt met andere verkeersongevallen waarbij kinderen betrokken waren en met het Pukkelpop-drama waarbij vooral jongeren het slachtoffer werden. Tot slot kwam ook de Kerk in heel wat artikels aan bod. Dit zowel als bron en als verwijzing naar de toekomst van de slachtoffers die normaal gezien hun plechtige communie gingen doen. De Kerk kwam echter ook op een minder positieve manier aan bod door gelovigen die hun geloof in vraag stellen door het grote aantal kinderen die om het leven kwamen.

Specifieke berichtgeving

Aan de hand van de teruggevonden kenmerken concludeert Monballyu dat de berichtgeving over de busramp in Sierre waarschijnlijk op een andere manier zou gebeurd zijn als er niet zoveel kinderen bij de ramp betrokken waren. Er is volgens haar dus sprake van een specifieke vorm van berichtgeving over rampen waarbij kinderen betrokken zijn.

Download scriptie (1.03 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014