Zorgverleners in het woonzorgcentrum moeten veel meer de Pipi Langkous in zichzelf loslaten!

Vienna
Geldof

image 795Stel, je woont in een woonzorgcentrum en je vertoont de eerste tekenen van dementie. Je wil graag praten over jouw toekomstige zorg- en levensdoelen zodat de laatste fase in jouw leven loopt zoals jij dat wil. Maar ondanks de signalen die je geeft is er geen enkele zorgverlener die het initiatief neemt om dat gesprek met jou te voeren en jij durft het niet te vragen. En plots kan het niet meer…

Te overwinnen drempels

Het gesprek waar we het over hebben heet vroegtijdige zorgplanning (VZP), of voorafgaande zorgplanning, of proactieve zorgplanning, of advance care planning. Al deze synoniemen slaan op een proces van tijdig gevoerde gesprekken met zorgvragers zodat hun zorg- en levenswensen voor de laatste fase in hun leven gekend zijn en gerespecteerd kunnen worden. Zo’n gesprek voer je niet zomaar. Er gaat een goede voorbereiding aan vooraf en het moet op een gepast ogenblik plaatsvinden. En je voert het ook niet één keer, de wensen kunnen immers veranderen.

Je ziet, zo’n VZP gesprek is best wel complex. Zorgverleners hebben het dan ook moeilijk om een VZP gesprek aan te gaan. Uit onderzoek blijkt dat ze vinden dat ze te weinig kennis, ervaring en training hebben voor dergelijke gesprekken. Maar bovenal hebben ze een te laag gevoel van self-efficacy, het vertrouwen in het eigen kunnen.

Haal de Pipi Langkous in jezelf naar boven!image-20230929144827-1

Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan’

Ken je deze quote nog van Pipi Langkous? Dat gevoel wilde ik aanwakkeren bij de zorgverleners van het woonzorgcentrum waar ik in het laatste jaar van mijn opleiding Verpleegkunde mijn stage liep en mijn bachelorproef uitvoerde. Maar hoe zou ik dat aanpakken?

Spelenderwijs leren

Het projectteam ‘Van Cure naar Care’ waren de externe begeleiders van mijn bachelorproef. Zij werken aan een nieuwe methodiek om vorming te geven aan zorgprofessionals. Traditionele vormingen hebben de neiging om deelnemers te overspoelen met hopen kennis, meestal in één richting, wat resulteert in een daling van het gevoel van self-efficacy: ‘Oeioei, dat lijkt mij allemaal heel ingewikkeld, ik ga daar maar van wegblijven’.

Wat ik zou uittesten was de combinatie van een kort vormingsmoment, waarin enkel de absoluut noodzakelijke kennis wordt meegegeven, met direct daarna, activerende oefeningen die de nieuwe kennis in de praktijk brengen. Door dat te doen met een serious game bracht ik ook nog eens een spelelement aan in het leren, waardoor de kennis beter wordt onthouden.

Wie herkent de knipperlichten?

image-20230929144827-2Een belangrijke voorwaarde om een VZP gesprek aan te gaan is dat de nood om zo’n gesprek te voeren herkend wordt. Wijzigingen in de situatie van de bewoner zijn signalen dat een VZP gesprek aan de orde is. Snel en veel vermageren, slikproblemen, herhaaldelijk vallen,… het zijn maar enkele van de knipperlichten die aangeven dat de zorgdoelen moet herbekeken worden.

De deelnemers aan mijn bachelorproef moesten op hun eigen tempo een e-learning doornemen waarin alle knipperlichten werden beschreven. Deze vorming duurde niet meer dan een half uurtje. Dan gingen we aan het werk met het knipperlichtenspel: wie herkende knipperlichten in levensverhalen van fictieve bewoners? En hoe reageer je erop?

Benieuwd of het heeft gewerkt?

image-20230929144827-3Om het effect van deze vormingsmethodiek te kunnen meten liet ik de deelnemers een korte vragenlijst invullen voor en na de vormings- en oefensessies. Daarmee werd hun kennis rond vroegtijdige zorgplanning en hun gevoel van self-efficacy bepaald.

De resultaten werden verwerkt in taartdiagrammen, radars en kleurrijke tabellen en de resultaten waren zo veel beter dan ik had gehoopt!

Op het gebied van kennis werd een spectaculaire toename gemeten in de behaalde scores met minstens 21% en tot 141%, afhankelijk van de beroepsgroep. En ook de scores behaald voor de self-efficacy, het Pipi Langkous gevoel, was gestegen met 37% tot 56%. Meer nog, er was een echte sensibilisering gerealiseerd: knipperlichten die nooit eerder waren opgemerkt, werden plots herkent bij talrijke bewoners en artsen werden betrokken. De deelnemers werden zich bewust dat ze bepaalde zaken beter konden aanpakken en waren ook bereid om dat te doen.

Ik was ook benieuwd hoe de deelnemers de vormingssessies hadden ervaren. De helft van hen gaf de voorkeur aan deze methode en raadde het gebruik van educatieve games zelfs aan bij vormingen rond andere zorgthema’s. Over het knipperlichtenspel waren ze unaniem: dat was een effectieve manier om de knipperlichten te leren herkennen.

Hoopvol een mooie toekomst tegemoet!

En wat na de bachelorproef? Zal de dagelijkse werking in het woonzorgcentrum veranderen of keert alles terug naar hoe het vroeger was?

image-20230929144827-4Ik ga als verpleegkundige aan het werk in dit woonzorgcentrum en wanneer ze mij zien wil ik dat ze denken: knipperlicht! Ik ga proberen om mijn collega’s blijvend te stimuleren zodat meer VZP gesprekken worden gevoerd. Als iedereen rondom een bewoner op de hoogte is van wat de zorg- en levenswensen zijn dan zetten we een grote stap voorwaarts. Het resultaat van een goed VZP beleid is immers duidelijkheid en gemoedsrust voor de bewoner, diens naasten én de zorgverleners.

Werk jij ook in een woonzorgcentrum en ben je geïnteresseerd in de materialen die ik heb gebruikt tijdens de vormingssessies? Ga dan zeker een kijkje nemen op de website www.vancurenaarcare.be download de materialen via de Tools pagina en ga er zelf mee aan de slag!

Download scriptie (2.76 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Els Raes, Danny Vereecke