Kostenbewustzijn en kostenbewust handelen bij leerkrachten in het Vlaams secundair onderwijs

Bavo
Holvoet
  • Bart
    Luysterman

Niet alleen leerkrachten bepalen bedrag schoolfactuur

De discussie rond kinderarmoede en de schoolkosten laaide de voorbije jaren herhaaldelijk op. In het basisonderwijs voerde men reeds de maximumfactuur in. Het secundair onderwijs daarentegen blijft achter. In afwachting van beweging op bestuurlijk niveau, werd stilgestaan bij de rol van de leerkracht in de schoolkosten; welke factoren beïnvloeden het kostenbewustzijn en kostenbewust handelen van leerkrachten in het secundair onderwijs? Meer bepaald werd de impact van de vijf volgende betrokkenen onderzocht: de leerlingen, de ouders, de collega-leerkrachten, de directie en de overheid. Verder werd onderzocht of bepaalde persoonlijke eigenschappen van leerkrachten invloed hebben op hun kostenbewustzijn en handelen.

Online enquête bij 13 scholen

Het opzet van het onderzoek bestond uit een online enquête die door leerkrachten moest worden ingevuld. Enerzijds werd gepeild hoe kostenbewust het lesgevend personeel was en handelde met het oog op de doorgerekende kosten op de schoolrekening. Anderzijds werden allerhande factoren die te maken hebben met de relatie tussen de leerkracht en de vijf betrokkenen, onderzocht. Deze factoren werden zorgvuldig gekozen met behulp van eerder onderzoek. Na het willekeurig aansturen van 264 scholen, verleenden dertien scholen uit het katholieke net hun vrijwillige medewerking. Na drie weken werd de enquête afgesloten met 270 volledig en geldig ingevulde responsen.

Elke betrokkene kan kostenbewustzijn stimuleren

Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat feedback van de leerlingen en ouders een sterke invloed heeft op het kostenbewustzijn en kostenbewust handelen van de leerkrachten. Leerkrachten die feedback over de globale schoolkosten krijgen van leerlingen of ouders, vertonen een groter kostenbewustzijn en kostenbewust handelen. Opvallend is dat leerkrachten die van leerlingen specifieke feedback krijgen over het financiële aspect van hun eigen vak, minder op kosten letten. Mogelijks beschouwt men vakgerelateerde feedback als een persoonlijke aanval, terwijl globale feedback aanzien wordt als een gedeelde verantwoordelijkheid met collega’s en directie. Een geëngageerde leerkracht die zich verplicht voelt om verantwoording af te leggen aan de leerlingen en op de hoogte is van de financiële situatie van de leerlingen, is meer kostenbewust. Verder stimuleert een ouderavond (ontmoeting met alle ouders samen) het kostenbewustzijn en handelen van een leerkracht.

Evenzeer hebben collega’s een effect op het kostenbewustzijn en kostenbewust handelen. Leerkrachten die regelmatig communiceren over financiën met collega’s, zijn en handelen kostenbewuster. Vanzelfsprekend is dit thema belangrijk voor deze leerkrachten, waardoor zij meer kostenbewust gedrag zullen vertonen. Tevens zouden zij creatievere oplossingen kunnen bedenken om de kosten te reduceren. Hetzelfde positief effect wordt bekomen als een collega het voortouw neemt in kostenreducties binnen de school. Voorts is een goede relatie met de collega’s ook bevorderlijk voor het kostenbewustzijn. Echter, leerkrachten die vaak samenwerken, blijken minder kostenbewust te zijn en handelen. Dit negatief effect van samenwerken wordt deels opgeheven indien de samenwerking enkel onder vrouwelijke leerkrachten gebeurt. Het zou kunnen dat leerkrachten die samenwerken, andere doelstellingen dan het reduceren van de kosten vooropstellen.

Directies die een kostenbewuste schoolcultuur opzetten, verkrijgen meer kostenbewuste leerkrachten. Dit geldt ook voor directies met een duidelijk gecommuniceerde langetermijnvisie en directies die financiële informatie (prijzenlijsten, reeds gemaakte kosten voor leerlingen, financiële situatie van leerlingen, …) aan leerkrachten beschikbaar stellen. Deze drie factoren zijn trouwens sterk gecorreleerd. Hierdoor wordt vermoed dat een kostenbewuste cultuur onderdeel uitmaakt van het langetermijndenken van een directie. Bovendien is het openbaar maken van financiële informatie een middel om de kostenbewuste cultuur uit te dragen.

Als laatste betrokkene werd de overheid onderzocht. Eerder verrassend werd slechts één belangrijke conclusie gevonden: leerkrachten die de invoering van de maximumfactuur in het secundair onderwijs steunen, zijn en handelen meer kostenbewust. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat leerkrachten die bereid zijn zichzelf een financieel plafond op te leggen, in praktijk ook meer kostendiscipline hebben.

Tot slot werden nog enkele persoonlijke eigenschappen van de leerkracht onderzocht. Deze factoren hadden in eerder onderzoek over kostenbewustzijn al significante resultaten opgeleverd. Leerkrachten die in hun privéleven ook op de kosten letten, zijn en handelen kostenbewuster op school. Dit geldt niet voor leerkrachten die van nature nauwgezet zijn. Indien een leerkracht echter over deze beide eigenschappen beschikt, wordt het kostenbewustzijn en kostenbewust handelen nog versterkt. Eerder onverwacht vertonen leerkrachten die een betere kennis van de kosten hebben, geen significant hoger kostenbewustzijn en kostenbewust handelen. Dit lijkt zeer onlogisch aangezien het beschikbaar stellen van financiële informatie door de directie wel een positief effect heeft. Enkel een prijzenlijst openstellen is waarschijnlijk wel een noodzakelijke maatregel, maar zeker niet voldoende. Daarenboven zijn leerkrachten die een hoge werkbelasting ondervinden, minder kostenbewust. De onderwijstaak op zich neemt al zoveel tijd in beslag dat er weinig ruimte is om met kosten bezig te zijn.

Implicaties

Via de Masterproef werd bijgedragen tot het onderzoek naar kostenbewustzijn en kostenbewust handelen bij leerkrachten. Dit staat nog steeds in haar kinderschoenen. In een tijdsgeest waarin kinderarmoede een alsmaar prangender probleem wordt, is dergelijk onderzoek onontbeerlijk. Niet geheel onverwacht heeft de huidige Vlaamse minister van Onderwijs, Mevrouw Hilde Crevits, kostenefficiëntie en armoedebestrijding in het onderwijs als één van de kernpunten van haar beleidstermijn gekozen. Kostenbewustzijn is één van de belangrijkste factoren om hierin resultaten te boeken.

Ook voor de mensen op het terrein biedt deze Masterproef mogelijkheden. Leerlingen en ouders moeten beseffen dat hun gedrag een invloed heeft op het kostenbewustzijn en kostenbewust handelen van leerkrachten. Directies kunnen op hun beurt de schoolvisie afstemmen op de resultaten van dit onderzoek. Ze kunnen een platform bieden aan ouders en leerlingen om feedback te geven over de kosten van het onderwijs. Verder kan er meer financiële informatie ter beschikking worden gesteld aan leerkrachten. Tevens biedt deze Masterproef aan de overheid de opportuniteit om een campagne op te starten die zich richt op het verhogen van het kostenbewustzijn en kostenbewust handelen bij leerkrachten of in de leerkrachtenopleiding.

Deze Masterproef is ontegensprekelijk nog het meest waardevol voor de leerkrachten. Dit onderzoek kan de basis vormen van een constructieve zelfreflectie. Leerkrachten kunnen ontdekken in welke situatie ze zich bevinden op vlak van kostenbewustzijn en kostenbewust handelen. Door hun maatschappelijke rol bekleden leerkrachten nog steeds een voorbeeldfunctie. Het is dus gerechtvaardigd om financiële discipline van hen te verwachten.