De Vlaamse zorgcoördinator: "soms ben je wel eens leeggezorgd..."

Lindsey
Lefevre

De Vlaamse zorgcoördinator: “soms ben je wel eens leeggezorgd…”

 

Positie van de zorgcoördinator vanuit een historisch perspectief

 

Wie vandaag een klas binnenstapt zal ongetwijfeld de diversiteit tussen de leerlingen opmerken. Scholen dienen te allen tijden in staat te zijn om een antwoord te bieden op de toenemende diversiteit. Vorig jaar gaf het ondertussen bekende M-decreet[1] deze diversiteit een duwtje in de rug. Het decreet heeft als doel om het aantal leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het regulier onderwijs te doen stijgen. Met als resultaat dat leerlingen met verschillende mogelijkheden en beperkingen samenzitten in één klas. Maar is ons onderwijs klaar voor zulke ingrijpende veranderingen? En wie moet deze veranderingen leiden? Zijn onze huidige zorgcoördinatoren klaar voor (alweer) een verschuiving van taken en verantwoordelijkheden?

Van achterstand ophalen tot de rechterhand van de directie

Meer dan ooit wordt er de dag van vandaag naar een kind in al zijn facetten gekeken. Dit in tegenstelling tot vroeger waar de aandacht hoofdzakelijk gefocust was op de beperkingen en/of zwaktes van de kinderen. De voorloper van de zorgcoördinator, de taakleerkracht, was dan ook fulltime bezig met het bijsturen van leerlingen die niet mee konden volgen in de klas. Wie uiteindelijk niet mee kon, werd maar al te makkelijk doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Hierdoor is Vlaanderen de koploper van Europa wat betreft leerlingen die schoollopen in aparte scholen. De tendens van uitsluiting leidt tot isolatie en heeft invloed op verschillende domeinen (geen diploma, minder kans op werk, meer kans op armoede, etc.).

Figuur  1. Pupils in special schools and classes as a % of the total school population in each European Country. Overgenomen van “Education and Disability/Special Needs” door NESSE, 2012, pg 19. Auteursrecht 2012 door European Union.

Figuur  1. Pupils in special schools and classes as a % of the total school population in each European Country. Overgenomen van “Education and Disability/Special Needs” door NESSE, 2012, pg 19. Auteursrecht 2012 door European Union.

Afbeelding verwijderd.Een keerpunt kwam er in 2003 bij het in leven roepen van de functie van zorgcoördinator. Deze functie moest gelijke onderwijskansen creëren door aan de slag te gaan op drie niveaus: leerling-, leerkracht- en schoolniveau. Al hebben zorgcoördinatoren van het eerste uur de indruk dat ze ongelijkheid juist meer op de voorgrond hebben gebracht dan dat ze deze hebben weggewerkt. Zoals een zorgcoördinator uit het onderzoek getuigt: “Hoe meer ik in de gangen loop, hoe meer problemen er zijn.”. Scholen mogen zelf beslissen hoe de zorgcoördinator zijn job/taak uitoefent, hierdoor is er veel verschil tussen zorgcoördinatoren. De ene blijft deels een taakleerkracht die voornamelijk gaat inzetten op leerlingniveau terwijl de andere bijna in het verlengde werkt van de directeur. Onder meer door de invloed van de zorgcoördinator worden steeds vaker de positieve aspecten en mogelijkheden van leerlingen beklemtoond. Maar is dit voldoende om de ongelijkheid buiten de schoolpoort te houden?

Focus op leerkrachten

In de beginjaren werden de taken verdeeld en namen de zorgcoördinatoren steevast taken over van de leerkrachten. De evolutie naar meer begeleiden van leraren wordt door de zorgcoördinatoren beaamd: “we deden de job dat de leerkrachten nu zelf opnemen in de klas, die differentiatiegroepjes (…) en dan is dat stilletjesaan echt beginnen evolueren naar meer los van de kinderen.”

Zorgcoördinatoren gaan leerkrachten ondersteunen en coachen in het kwaliteitsvol omgaan met diversiteit in de klas. Iets wat in het huidige M-decreet nagestreefd wordt. Namelijk dat iedere leerling, door de leerkracht in de klas, op zijn eigen niveau les kan volgen. De zorgcoördinatoren worden hierdoor ‘de bewaker’ van de zorg die in de klas aangeboden wordt.

Kritiek op ‘meten=weten’

Een bijkomende taak die zorgcoördinatoren naar zich toegeschoven krijgen, is het afnemen en scoren van verschillende testen en toetsen (voor het leerlingvolgsysteem, leestoetsen, eindtoetsen, welbevinden van leerlingen, etc.). Het ‘meten=weten’ principe wordt door de zorgcoördinatoren fel bekritiseerd. Naast het vele werk dat het met zich meebrengt, brengt het de aandacht terug op de tekorten van leerlingen. Zorgcoördinatoren moeten de testresultaten voortdurend nuanceren: “een kind met een lage score op een leestest wil niet automatisch zeggen dat het kind een leesprobleem heeft.”.

M-decreet

De invloed van het M-decreet begint na één schooljaar stilaan voelbaar te worden. Steeds vaker wordt van de zorgcoördinator verwacht dat hij de vernieuwing binnenbrengt in de school, verduidelijkt en gaat leiden. Zorgcoördinatoren krijgen daardoor het gevoel dat de verwezenlijking van het M-decreet volledig op hun schouders terecht komt. Vernieuwing leiden vraagt niet enkel vaardigheden en kennis maar ook de nodige draagkracht. De functie van zorgcoördinator wordt steeds complexer en omvangrijker. De vraag blijft echter of zorgcoördinatoren van nu klaar zijn om met deze uitdagingen om te gaan. Of hebben we, in het kader van professionalisering, nood aan een nieuwe opleiding die toekomstige zorgcoördinatoren klaarstoomt om de ‘manager of change’ op school te worden?

Die ene leerling…

Het wordt duidelijk dat de positie van de zorgcoördinator voortdurend in verandering is. De verschuiving van het stoornisdenken (wat is er mis met deze leerling?) naar het diversiteitsdenken (wat heeft deze leerling nodig?) heeft de grootste impact op de positie van de zorgcoördinator. Hierdoor verschuift de aandacht van het kind naar het kind én zijn omgeving. We gaan van kindgericht werken naar leerkracht en schoolgericht werken. Maar een nieuwe manier van denken vervangt nooit volledig het vorige. Het diversiteitsdenken en open staan voor leerlingen met verschillende mogelijkheden is nog niet door iedereen geautomatiseerd. Het wordt duidelijk dat zorgcoördinatoren een veeleisende opdracht hebben. “Soms ben je wel eens leeggezorgd…” zegt één van hen. Het verschil willen maken voor kinderen is en blijft één van de belangrijkste redenen om zorgcoördinator te zijn of te willen worden. En zeg nu zelf, is dat niet het mooiste aan de job, het verschil kunnen maken voor die ene leerling?

 

[1] ‘Decreet betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften’

Download scriptie (1.74 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Elisabeth De Schauwer
Thema('s)