Kwalitatief onderzoek naar kwaliteitsvolle retentie bij beginnende leraren

Nele
De Witte

Eindelijk een positief verhaal over beginnende leraren

Ongeveer een op de vier leraren verlaat het onderwijs binnen de vijf jaar. Alsof dat nog niet voldoende is, stopt in Brussel bijna een op de twee leraren. De redenen daarvoor zijn reeds onderzocht en halen vaak de media. Maar hebt u ooit al het positieve verhaal van de leraren die wél volhouden gehoord?

Kwaliteitsvolle retentie, wat is dat?

Het onderwijs is vaak onderwerp van maatschappelijke discussies. Vooral leraren halen wekelijks de media, jammer genoeg op een negatieve manier. Hoog tijd voor een positief verhaal over leraren. Hieruit wordt duidelijk waarom deze beginnende leraren wel volhouden. Ook geven de leraren zelf suggesties om in de toekomst kwaliteitsvolle retentie van leraren te verhogen. Retentie wil zeggen dat leraren niet uitstromen en dus blijven lesgeven. Het best van al is er sprake van kwaliteitsvolle retentie. Dit wil zeggen dat de leraren kwaliteitsvol blijven lesgeven dankzij bijvoorbeeld hun motivatie. Daar is nood aan in het Brusselse onderwijs.

Veel beginnende leraren verlaten binnen de eerst vijf jaar van hun loopbaan het onderwijs. Daardoor ontstaan er leraartekorten en verliest het onderwijs veel talenten. De uitstroom van leraren blijkt het grootst te zijn in het secundair onderwijs in Brussel. Ongeveer een op de twee leraren is na vijf jaar alweer uit het Brusselse secundair onderwijs gestroomd. Dit onderzoek heeft voor het eerst gefocust op de positieve kant van dit verhaal. Er werd geluisterd naar de persoonlijke verhalen van beginnende leraren die wel blijven lesgeven in Brussel. Daarbij voldoen deze leraren aan kwaliteitsvolle retentie. Ze zijn namelijk gemotiveerd, veerkrachtig en betrokken tijdens het lesgeven.

Elf inspirerende leraren

De verhalen van de elf leraren waren uiteraard heel verschillend. De leraren geven les in verschillende onderwijsvormen(aso, bso, kso en tso), geven zowel praktische als theoretische vakken hebben tussen de 4 en 10 jaar ervaring en zijn tussen de 28 en 59 jaar oud. Dit wil zeggen dat er leraren zijn die meteen na hun studies in het onderwijs zijn gestapt, maar dat er ook enkele zij-instromers zijn. Dit betekent dat zij kozen voor het onderwijs na een andere carrière. Kennis maken met deze elf verschillende leraren was zeer boeiend, hun persoonlijke verhalen kunnen een inspiratiebron zijn.

Ondanks de verschillen, kwamen er ook gelijkenissen uit alle verhalen naar voor. Het blijkt dat er op alle onderwijsniveaus factoren zijn die van invloed zijn op de uitstroom of het blijven lesgeven. Zowel het klasniveau met bijvoorbeeld de leerlingen, het schoolniveau met de directie en collega’s en het beleidsniveau met de regelgeving zijn van belang voor de individuele leraar. Hoewel alle factoren elkaar beïnvloeden zijn er toch enkele belangrijke resultaten.

Waarom zij wel?

Uit de elf verhalen blijkt dat vooral de persoonlijkheid van de leraar doorslaggevend is om vol te houden in het Brussels secundair onderwijs. De leraren kunnen goed relativeren, zijn volhardend en staan vanuit de juiste motivatie in het onderwijs. Daar blijkt een verschil te liggen tussen de leraren naargelang onderwijsvorm. Zo leggen aso- en kso-leraren meer nadruk op vakinhoud, terwijl tso- en bso-leraren de leerling meer centraal stellen. Daarnaast blijken ook schoolfactoren van belang. Collega’s, een mentor en ondersteunende directie zijn medebepalend. Het beleid krijgt kritiek van de leraren. Het heeft niet meteen positieve invloed op hun retentie. Wel zijn de leraren veerkrachtig genoeg om om te gaan met moeilijkheden of beperkingen. Vooral zij-instromers kunnen verplichtingen opgelegd vanuit het beleid beter relativeren.

Nood aan verandering

Aan de leraren werd ook gevraagd welke maatregelen zouden helpen om de kwaliteitsvolle retentie van beginnende leraren in Brussel te bevorderen. Het is duidelijk dat alle functies in de onderwijswereld aandacht moeten hebben voor kwaliteitsvolle retentie. Zeker bij beginnende leraren moet er expliciet aandacht worden besteed aan ondersteuning op verschillende vlakken. Het welzijn van de leraren zou voorop moeten staan. Daar kunnen leraren zelf, ook scholen maar vooral het beleid een belangrijke rol in spelen. Aangezien de leraren kritiek hebben op het beleid, suggereren ze dat er vooral daar zaken moet veranderen. Zo stellen de leraren dat er meer budget nodig is voor het onderwijs, de lerarenopleiding moet verbeteren en meer aandacht voor de Brusselse context kunnen helpen om de uitstroom te verkleinen. Daarnaast is er ook nood aan een positief schoolsfeer zodat leraren kunnen samenwerken. Als laatste hebben de leraren zelf enkele persoonlijkheidskenmerken die van belang waren voor hun eigen kwaliteitsvolle retentie. Zo zouden beginnende leraren doorzetten, zelfvertrouwen hebben en flexibel moeten zijn. Ook moeten toekomstige leraren bewust kiezen voor het leraarschap. Belangrijker is misschien dat de leraren ook bewust kiezen voor het Brusselse onderwijs. Het lesgeven is er complexer omdat de leerlingen opgroeien in een andere leefwereld dan die van een niet-Brusselaar.

Een mix van factoren

Aandacht voor positieve verhalen van leraren maakt duidelijk dat een mix van factoren bepaald of een leraar gemotiveerd, veerkrachtig en betrokken blijft lesgeven. De kwaliteitsvolle retentie van de elf leraren kwam niet zomaar tot stand. Ook is het uitstroomprobleem niet eenvoudig aan te pakken. Suggesties van leraren zelf zijn interessant om mee te nemen. Misschien ligt daarin de verandering voor het probleem in de toekomst. Maar een oplossing ligt niet enkel in onderzoek of het beleid. Of zoals een leerkracht zegt: “Je moet de juiste mensen in de juiste scholen krijgen”.

Download scriptie (772.58 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014
Thema('s)