Goed boeren in de thuiszorg

Dimitri
Heyndrickx

Thuiszorg, een boerenstiel?

Anno 2016 circuleert het nieuws dat Piet Vanthemsche zijn voorzitterschap bij de Boerenbond inruilt voor dat van het Wit-Gele Kruis Vlaanderen. Wat heeft de man die het gezicht is van vleeshandel en andere aan de boerenstiel gelieerde activiteiten te maken met de zachte thuiszorgsector? Gaat het om een rituele stoelendans binnen de christelijke zuil? Of heeft de thuiszorg meer te leren van de vleesindustrie dan we op het eerste zicht denken?

Zorg voor kwaliteit, in elke schakel

September 2019. Een gezelschap tafelt in het Gentse ter gelegenheid van de plechtige proclamatie van één van de aanwezigen. De tafelgenoten vragen de alumnus om uitleg over zijn masterproefonderzoek. Hij kijkt naar zijn bord en begint te vertellen over de net geserveerde sint-jacobsnoten. Zijn pointe is dat een chef-kok met een goed imago niet volstaat voor de kwaliteit van de fijn versneden zeevrucht op zijn bord. Ook de precisie die de leverancier, de distributeur en zelfs de zeelieden besteden aan de juiste randfactoren is cruciaal. Daartoe kent de voedingsindustrie kwaliteitsnormen en -labels voor elke schakel van het proces. Hoewel het eindproduct in de thuiszorg veel minder tastbaar is, is een permanente zorg voor kwaliteit in elk deel van de keten in die sector niet minder belangrijk. Stof voor onderzoek.

Praktijk, wetenschap en beleid onder de loep

Op vlak van kwaliteit van zorg richt de wetenschap zich tot nu voornamelijk naar intramurale zorgvoorzieningen. Gelet op de demografische en maatschappelijke evoluties is de thuiszorg nochtans een aan belang winnende sector. Het recht op een menswaardig leven is een sociaal grondrecht. De stijgende levensverwachting en toenemende vergrijzing dagen de samenleving continu uit. De vraag naar zorg stijgt. Mensen geven er de voorkeur aan om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Het thuiszorgaanbod neemt navenant toe en verhoogt de druk op het overheidsbudget. De kwaliteit van zorg is een gedeelde bekommernis van zorgvragers, overheid en zorgaanbieders. Elk kijken zij vanuit een eigen perspectief naar kwaliteit van zorg. Kwaliteitsmanagement in de thuiszorg is dus een thema met een uitgesproken maatschappelijke relevantie.

Deze masterproef verkent of en hoe de thuiszorg in Vlaanderen kwaliteitsmanagement toepast, hoe doorleefd dit is en welke technieken diensten daartoe inzetten. Nadat de thuiszorgcontext in Vlaanderen in kaart is gebracht, volgt een overzichtelijke samenvatting van de relevantste kwaliteitssystemen. Na quasi twintig pagina’s is de lezer semi-expert in het onderzoeksthema.

Diensten voor gezinszorg, diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen en diensten voor thuisverpleging zijn drie zorgvormen die door de Vlaamse overheid erkend worden. Elk leveren zij hun deel in de keten van de zorg aan huis. Een diversiteit aan kwaliteitsexperten werkten mee aan het kwalitatief exploratief onderzoek. Via diepte-interviews getuigden zij over hun kwaliteitsmanagementpraktijk. De resultaten werden vergeleken onder meer naargelang de aard van zorgverlening, het type initiatiefnemer en verschillen in schaalgrootte. 

Ook de veerkracht van deze praktijken ten aanzien van actuele evoluties op vlak van kwaliteitszorg kwam aan bod. Dit gebeurde in een focusgroep met het kabinet van de minister van Welzijn, de zorginspectie, het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg, academici en het werkveld. Welke intenties leven op het politieke beleidsniveau? Welke uitdagingen zien de bevoegde overheidsdiensten? Hoe kijkt de thuiszorgsector daar zelf tegenaan? Door deze confrontatie tussen beleid, wetenschap en praktijk werpt dit onderzoek dus ook een blik op de toekomst.

Elk zijn huisje: veel diversiteit, weinig standaardisatie

Een conceptueel ontwikkeld onderzoeksmodel geeft de onderzoeksresultaten op een inzichtelijke manier weer. 

image 430

Aan de linkerkant staan de factoren die invloed uitoefenen op de mate waarin het werken aan kwaliteit doorleefd is in de sector. Voor elke factor volgt een beschrijving of deze voor een thuiszorgdienst faciliterend dan wel afremmend is om in te zetten op kwaliteitsmanagement.

Daaruit blijkt onder meer de eigenheid van de thuiszorg: “wij werken niet in standvastige randomstandigheden op een goed beheerst bedrijventerrein met tastbare eindproducten. Wij moeten ons aanpassen aan de huisregels van de cliënt en niet andersom.”

Maar zelfs binnen die complexiteit die zorg al is, laat de thuiszorg zich kenmerken door specifieke uitdagingen op vlak van kwaliteitsmanagement:Ziekenhuizen en woonzorgcentra zijn in de regel grote voorzieningen onder één dak, met één directie, één beleidsplan, één kwaliteitscoördinator die alles kan aanpakken. Dat is een andere realiteit dan zich begeven in de thuiszorg waar verschillende disciplines, organisaties, verstrekkers over de vloer komen en allemaal een deeltje van de zorg komen leveren. Dat maakt dat thuiszorg veel minder pakbaar is om een kwaliteitsbeleid op los te laten.” Die grote diversiteit maakt dat er in de thuiszorg op vandaag weinig gemeenschappelijke normen zijn.

De rechterzijde van het onderzoeksmodel bevat een opsomming van relevante ontwikkelingen. Onderzoek loopt naar hoe de thuiszorg middels kwaliteitsindicatoren toch uitdrukking kan geven aan kwaliteit. Sommige diensten gaan voluit voor een kwaliteitslabel op basis van een genormeerd kwaliteitssysteem. Dit fenomeen zien we vooral in de thuisverpleging. De meningen over de toegevoegde waarde hiervan zijn echter verdeeld. Één ding staat vast: transparantie van kwaliteit is het nieuwe credo.

Als deel van de eerstelijnszorg staat de thuiszorg voor een heuse hervorming. Verdere liberalisering van de zorg lijkt definitief komaf te maken met het ons kent ons verhaal. Verbindingen van onderling vertrouwen maken plaats voor objectiviteit en transparantie. Essentieel uitgangspunt daarbij is de centrale rol van de cliënt. Die moet zich kunnen baseren op duidelijke en gevalideerde informatie over de geleverde kwaliteit van verschillende aanbieders. In een wereld van persoonsvolgende financiering zullen zorgaanbieders die keuze elke dag moeten verdienen. Dat bewustzijn is er. Het kwaliteitsdenken is aan een opmars bezig, de thuiszorgsector is mee aan boord en toont initiatief.

Mag het een Beke meer zijn?

In het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024 zijn een aantal van deze ontwikkelingen expliciet opgenomen: de actualisering van het kwaliteitsdecreet, de ontwikkeling van indicatoren en zelfs de koppeling van kwaliteit aan centen. Een stimulerende houding vanwege de overheid is nodig. Koepelverenigingen getuigen: “de grootste investering is de tijd en mankracht om alles op punt te krijgen”. Ook in een sector met schaarste heeft kwaliteit een prijs. De nieuwe minister van welzijn heeft nog een sint-jacobsnoot te kraken.

Download scriptie (5.21 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Paul Gemmel