Een taal voor trauma uitvinden: Ken Saro-Wiwa's verhaal over de Nigeriaanse burgeroorlog

Christopher
Hebert

Voor veel lezers in Europa is Afrika niet zozeer een continent als wel een idee. We kennen allemaal de sensationele beelden van oorlog, onveiligheid en armoede die op de televisieschermen worden uitgezonden, maar daar houdt de betrokkenheid bij Afrika vaak op. Het geval van de Nigeriaanse burgeroorlog van 1967-1970, waarin de oostelijke regio van Nigeria zich onder de naam “Biafra” probeerde af te scheiden, is niet anders. Afgezien van beelden van uitgehongerde kinderen en pleidooien voor humanitaire hulp, weten de meeste mensen in het zogenaamde Globale Noord heel weinig van deze grote historische gebeurtenis. Juist in de moderne aandachtseconomie die wordt gedomineerd door gemakkelijke verhalen over goed en kwaad, en simplistische beelden van geweld en instabiliteit, is het noodzakelijk om het complexe verleden op te graven door middel van de interpretaties van minderheden en gemarginaliseerden.

Literatuur vormt een van de meest cruciale middelen om het verleden weer te geven, met name romans en poëzie die historische gebeurtenissen in herinnering brengen of herinterpreteren en zo bijdragen aan het culturele geheugen. Literatuur kan een krachtig instrument zijn om afwijkende meningen in te zetten tegen onrechtvaardige regeringen of hegemonische verhalen. Ken Saro-Wiwa's anti-oorlogsroman Sozaboy uit 1985 onthult het verhaal van de etnische minderheden die gevangen zitten tussen beide kanten van de Nigeriaanse burgeroorlog. Vervolgd door zowel de Biafra-afscheidingsactivisten als de Nigeriaanse federale regering tijdens de oorlog, hadden etnische minderheden zoals de Ogoni geen stem om hun verhalen mee te delen. Die marginalisatie zette zich na de oorlog voort, toen het officiële verhaal van de Nigeriaanse regering geen ruimte liet voor publieke afwijkende meningen, en de meeste literaire verslagen van de oorlog die in het Westen beschikbaar waren, werden geschreven door Igbo-auteurs die vaak sympathie hadden voor de Biafra-zaak. Sozaboy is daarom historisch belangrijk omdat het een leemte opvult in het discours over de Nigeriaanse burgeroorlog.

Mijn scriptie verkent de roman van Saro-Wiwa door te focussen op het snijvlak van trauma, taal en ecologie. Het is buitengewoon moeilijk om het trauma en het verdriet van de oorlog door middel van taal over te brengen, aangezien gruwelijke gebeurtenissen vaak niet te beschrijven zijn. Ik beargumenteer echter dat Saro-Wiwa's unieke literaire uitvinding van “Belabberd Engels” (“Rotten English”) een nieuwe en innovatieve manier inluidt om zowel het trauma van oorlog als de ecologische effecten ervan weer te geven.

This image is of two military aircraft in the sky

Taal uitvinden

Afgezien van zijn interessante historische en politieke context, is de roman van Saro-Wiwa innovatief vanuit taalkundig oogpunt. Het is geschreven in wat Saro-Wiwa “Rotten English” noemt, wat in wezen een mengeling is van standaard, ‘correct’ Engels en Nigeriaans Pidgin-Engels. Hoewel het relatief gebruikelijk is dat Nigeriaanse auteurs een of andere pidgin-dialoog of alledaagse uitdrukkingen in hun werk opnemen, is het vrij zeldzaam dat een hele roman in niet-standaard Engels wordt geschreven, vooral omdat dat het moeilijker maakt om het op de markt te brengen voor een lezerspubliek dat standaard Engels gewend is.

Saro-Wiwa heeft echter een doel met het schrijven van zijn verhaal over de Nigeriaanse burgeroorlog in belabberd Engels: door ervoor te kiezen talen te vermengen in plaats van zijn moedertaal of een andere van de vele talen van Nigeria te gebruiken, creëert hij een denkbeeldige politieke gemeenschap die via taal met elkaar verbonden is in plaats van door etniciteit. Saro-Wiwa's primaire taak in Sozaboy is om het verhaal van de Nigeriaanse burgeroorlog vanuit een minderheidsperspectief te vertellen, maar zijn gebruik van Rotten English creëert ook een gemeenschap die de chaos en het verdriet van oorlog kan overleven.

Saro-Wiwa's uitvinding van Rotten English is ook een belangrijke stap in de richting van de ontwikkeling van een Nigeriaans nationaal bewustzijn dat verder gaat dan identificatie van etnische groepen. Sozaboy is politiek subversief omdat het de verhalen van beide kanten van de Nigeriaanse burgeroorlog niet onderschrijft. In plaats daarvan wordt het verteld door Mene, een jonge man die wordt meegesleurd in een conflict dat hij niet begrijpt. Het verhaal van Mene is het verhaal van minderheidsgroepen in Nigeria en Rotten English is de taal die deze groepen tot een gemeenschap maakt.

Trauma en ecologie

Het medium Rotten English in de roman communiceert dat oorlog chaotisch, verwarrend en ongefilterd is. Voor Mene is de oorlog direct en tastbaar—hij ziet “soso human flesh in small small pieces” nadat het soldatenkamp is gebombardeerd, en wanneer hij zich realiseert dat zijn vrienden dood zijn, "I just begin to cry like woman" (Saro-Wiwa 111). Via Rotten English deelt Mene zijn ervaring op een intieme manier met de lezer en doorbreekt hij de barrière tussen verteller en luisteraar. Een ander interessant voorbeeld van Rotten English in Sozaboy is de herhaalde tautologische uitspraak “war is war” (“oorlog is oorlog”). Veel personages doen deze uitprak in de roman, en Mene begint het te geloven. Hoewel de uitspraak “war is war” onlogisch is, weerspiegelt het het zinloze geweld en de volslagen onbegrijpelijkheid van Mene's ervaring.

Vanuit een ecologisch perspectief zien we dat het bombarderen van het soldatenkamp niet alleen de lichamen van de soldaten vernietigt, ook het fysieke landschap verandert drastisch. Zoals Mene stelt nadat de bommen waren gevallen, was het land “full of pit and pit and pit” (Saro-Wiwa 111). De bommen maken littekens op de aarde, net zoals de aanblik van zijn gesneuvelde kameraden bij Mene mentale littekens achterlaat. Het geweld vindt daarom plaats op twee onderling verbonden niveaus, het ecologische en het psychologische. Doorheen de hele roman wordt de totale impact van de oorlog gevoeld door zowel het land als de mensen erop, en alles is met elkaar verbonden via Rotten English.

Conclusie

Het lezen van Sozaboy onthult de complexiteit van de Nigeriaanse burgeroorlog en versterkt bij uitbreiding het feit dat Afrikaanse literaire verhalen een tegengif kunnen zijn voor de simplistische en schadelijke beelden van het continent waaraan we zo vaak worden blootgesteld. Bovendien wordt de aandacht van de lezer bepaald bij Saro-Wiwa's innovatieve gebruik van Rotten English, waardoor we worden aangemoedigd om na te denken over het potentieel van literaire taal om terug te vechten tegen hegemonische, dominante verhalen.

Download scriptie (620.03 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Inge Brinkman