Waarom had de verzetspers in de Tweede Wereldoorlog zo weinig oog voor de Jodenvervolging?

Manon
Mortier

Wanneer de nazi-Duitsers in 1940 België bezetten, gaan heel wat individuen daar niet mee akkoord. Verschillende vormen van verzet ontstaan, zoals inlichtingendiensten of ontsnappingslijnen. Ook de verzetspers wordt een belangrijk instrument om tegenwicht te bieden aan de Duitse propaganda. Toch is er in die honderden verzetskranten bitter weinig aandacht voor de Jodenvervolging. Vanuit de Dossinkazerne in Mechelen vertrekken vanaf augustus 1942 nochtans duizenden Joden richting Auschwitz-Birkenau. Waarom schrijven de verzetskranten daar zo weinig over? Zijn ze niet op de hoogte? Of is er meer aan de hand?

Het blijft een veel bediscussieerde vraag: welke houding neem je als omstander aan in een conflict? Blijf je passief, en laat je alles aan je voorbij gaan? Of neem je het op voor zij in nood? Niet alleen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ook vandaag kunnen omstanders een grote invloed hebben op het verder verloop van een conflict. Als ongecensureerde krant zou je kunnen stellen dat de verzetsbladen het ideale platform vormden om de Jodenvervolging aan te kaarten. Toch deden ze dat maar in beperkte mate. Dat bleek uit mijn onderzoek, waarbij ik een kritische discoursanalyse maakte van acht prominente verzetskranten. Er verscheen sporadisch wel artikel over de deportaties of anti-Joodse maatregelen, maar die verdronken in de massa artikels die voorhanden waren. De lezers moesten informatie over de Jodenvervolging vooral in de marge gaan zoeken. Hoe komt dat?

Taal als wapen

Doorheen de bezetting worden om en bij de 700 verzetskranten geproduceerd en verdeeld. Van onafhankelijke tot communistische, socialistische of katholieke kranten, tot bladen gekoppeld aan verzetsbewegingen of politieke partijen: de verzetspers is op zijn minst gezegd omvangrijk. De bladen representeren niet ‘het’ verzet, maar zijn net heel divers en leggen andere accenten. Zij die betrokken zijn bij de productie en verspreiding van de kranten zetten hun leven op het spel. 

Om te begrijpen waarom de Jodenvervolging op zo weinig belangstelling kan rekenen, loont het de moeite om de mechanismen van de verzetspers van dichterbij te bekijken. Geen geweren, maar woorden vormen de wapens van de sluikbladen. Zij willen een tegendiscours bieden voor de gecensureerde pers, en hun lezers behoeden om mee te stappen in het betoog van de collaborateurs en nazi-Duitsers. De redacties zijn dus niet neutraal, maar hebben hun eigen, uitgesproken agenda. De auteurs roepen op om deel te nemen aan betogingen, de verplichte tewerkstelling te weigeren, of ze proberen hun lezers ervan te overtuigen dat de overwinning nabij is. 

De artikels moeten dus de bredere belangen van de krant dienen: zo veel mogelijk mensen tot hun lezerspubliek laten aansluiten, patriottisme stimuleren en tegenstrijd creëren voor de bezetter. Verschillende frames moeten daarbij helpen. Zo zetten de sluikbladen via het slachtofferframe sterk in op het beeld van de gewapende Duitse beul die zich richt op weerloze slachtoffers. Dat schept een gevoel van onrechtvaardigheid, wat de woede ten aanzien van de bezetter moet stimuleren. Ook het beeld van de woeste plunderaar die in de bezette gebieden de bevolking berooft van brood en vlees, moet opnieuw de afkeer voor de nazi-Duitsers bevorderen. 

Wanneer is de Jodenvervolging nieuwswaardig?

De nieuwswaarde van een gebeurtenis is nooit vanzelfsprekend. Dat geldt ook voor de Jodenvervolging in België. De redacties waren ongetwijfeld op de hoogte van de anti-Joodse maatregelen en de omstandigheden van de deportaties. Uiteraard hadden ze geen zicht op de omvang van de genocide, maar dat verklaart niet waarom ze zo weinig berichten over de Jodenvervolging. Want ook na de oorlog, wanneer de kampen bevrijd zijn en de feiten op tafel liggen, duurt het nog jaren vooraleer de Holocaust een plek in het collectief geheugen krijgt. 

Als we de berichtgeving rond de Jodenvervolging beter willen doorgronden, moeten we dat tegen deze achtergrond plaatsen. Waarom is het bericht voor de redacties nieuwswaardig? En hoe past het artikel binnen het beeld dat de krant over de nazi-Duitsers wil creëren? Wanneer berichten rond de Jodenvervolging kaderen binnen de grotere doelstellingen en ambities van de verzetspers, groeien ze in nieuwswaarde. Ze dienen dan als een extra bewijs of getuigenis van de wreedheid van de collaborateurs en bezetter. Artikels over de meedogenloze manier waarop de bezetter Joodse families uiteen haalt en deporteert, hoe ze Joodse kinderen verhinderen naar school te gaan of hen verplichten een Davidster op te pinnen, versterken het beeld van de harteloze bezetter die de Belgische bevolking onderdrukt, verhongert en opsluit. 

De verplichte tewerkstelling als keerpunt

In de maanden augustus en september 1942 verschijnt het merendeel van de artikels rond de Jodenvervolging. Op dat moment is de nieuwswaarde van de gebeurtenissen dus het hoogst. De start van de deportaties in augustus betekent dat de feiten dan uiterst actueel zijn. Maar de auteurs achten het gebeuren ook relevant voor hun lezerspubliek. De onderzochte kranten zijn ervan overtuigd dat Joden slechts de eerste slachtoffers zijn, waarna de andere Belgen volgen. De herinnering aan de Tweede Wereldoorlog raakte in de loop der jaren sterk gericht op de Holocaust, wat de indruk kan geven dat Joden ook toen als ‘de’ grote oorlogsslachtoffers werden aanzien. Dat klopt niet, want de verzetskranten plaatsten de Joden tussen andere slachtoffergroepen, zoals patriotten, politieke gevangen, partizanen en vrijmetselaars.

Maar vanaf oktober 1942 daalt de nieuwswaarde van de Jodenvervolging. Frustraties rond de verplichte tewerkstelling vormen dan prioriteit. Maar ook het cultureel aspect speelt een rol. Het merendeel van de Joden komen uit het buitenland en houden er andere sociale, culturele en religieuze gewoontes op na. Daarbij komt nog eens het latent antisemitisme dat aanwezig is bij enkele verzetskranten. Uit de analyse blijkt duidelijk dat de kranten de Joden als een “zij”-groep zien. Gebeurtenissen die een directe impact dragen op het leespubliek van de kranten – de “wij”-groep - dragen een grotere nieuwswaarde dan kwesties die Joden treffen. Door de verplichte tewerkstelling van arbeiders in Duitsland zijn de deportaties van Joden niet langer uitzonderlijk of verrassend nieuws. Voorheen zagen de kranten hen als een ‘voorbode’ voor wat de andere Belgen te wachten stond. Vanaf oktober 1942 zijn Joden niet langer de enigen die verplicht gedeporteerd worden. De Jodenvervolging dient vanaf dan niet langer als een extra bewijs of getuigenis van de wreedheid van de bezetter, en verliest daarom aan nieuwswaarde. 

Download scriptie (10.51 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
prof. dr. Koen Aerts
Thema('s)