Levensloop van het begin tot het einde… Herbestemming rusthuis Hoogstraten tot zorgcentrum met focus op palliatieve zorg…

Bieke
Hillen

Levensloop van het begin tot het einde…

Herbestemming rusthuis Hoogstraten tot zorgcentrum met focus op palliatieve zorg…

Bieke Hillen – Masterscriptie – Interieurarchitectuur - Universiteit Hasselt

Gestimuleerd door het werken rond de bijdrage die interieurarchitectuur kan hebben aan ‘geluk’ , word er in deze thesis een concept uitgewerkt voor de herbestemming van het voormalige rusthuis te Hoogstraten. Het concept groeide door middel van een historisch onderzoek van dit pand en een omgevingsanalyse van de stad Hoogstraten. De omgevingsanalyse wees uit dat Hoogstraten een relatief grote onderwijsinstelling omvat; van lagere scholen, middelbare scholen tot de verbinding met hogescholen en universiteiten. Ook heeft het een vrij goed ontwikkeld zorglandschap dat aan de traditionele ‘noden’ van de bewoners in en rond Hoogstraten kan voldoen; er zijn verschillende ziekenhuizen en residentiële zorgcentra in de omgeving. Uit het onderzoek is gebleken dat er een gebrek is aan palliatieve centra dichtbij Hoogstraten in vergelijking met het aantal beschikbare rusthuizen, ziekenhuizen en andere zorginstellingen. Ook alternatieve plekken om veilig te bevallen, buiten de reguliere moederhuizen, bleken erg beperkt aanwezig. Deze vaststellingen zorgde voor de groei van het hybride concept omtrent ‘the circle of life’ dat in het masterontwerp tot in detail uitgewerkt werd.

Om het leegstaande pand te Hoogstraten terug leven in de blazen werden deze drie geanalyseerde levensfases hierin ondergebracht; geboorte, student zijn en het einde van het leven. De levensfase ‘geboorte’ houdt een geboortehuis in op het gelijkvloers, waar ouders terecht kunnen om poliklinisch te bevallen en ‘zorg op maat’ te kunnen krijgen voor hun baby en henzelf. De eerste verdieping biedt een palliatief zorgcentrum aan voor mensen van allerlei leeftijdscategorieën. De bovenste verdieping wordt ingenomen door studenten die er een stille studeerplek ter beschikking krijgen, en een aantal verblijfplekken voor een beperkt aantal Erasmus studenten en studenten die stage lopen in het gebouw.

In het ontwikkelde herbestemmingsprogramma fungeren de drie functies als drie aparte afdelingen, drie aparte etages. Toch worden zij op verschillende plekken op een subtiele manier met elkaar verweven, zodat er een “positieve confrontatie” ontstaat tussen de uiteenlopende levensfases die tezamen voeding geven aan dit gebouw. Door de hybride vermenging van verschillende levensfases in de uitwerking van de herbestemming van het gebouw wordt beoogd een serene omgeving te creëren. Er wordt getracht dit te bekomen door het creëren van open en gesloten ruimtes, het spelen met gemeenschappelijke en private ruimtes. Door hiermee te werken worden er op de verschillende etages ruimtes gecreëerd waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en activiteiten kunnen ondernemen, maar evengoed plekken waar ze zich kunnen terugtrekken en tot rust kunnen komen. Er moet doorheen het hele gebouw ruimte zijn voor een lach en een traan. 

Door middel van onderzoek en het creëren van een masterplan krijgen de verschillende fases van het leven ‘vorm’ in een gedaante van architectuur, interieurarchitectuur en objecten. Het uiteindelijke ontwerp gaat verder dan een  “vanzelfsprekende” of “voor de hand liggende” aanpak. De opzet van het ganse project is de uitwerking van het begrip ‘positive design’: vanuit een positieve insteek ruimtes ontwerpen met de specifieke bedoeling om omgevingen te creëren die mensen stimuleren activiteiten te ondernemen die bijdragen aan hun ervaring van ‘geluk’. Het heeft het doel om een omgeving te creëren die het welbevinden van mensen bevorderd.

De uiteindelijke focus van het ontwerp ligt op de uitwerking van een palliatieve afdeling, de laatste fase van het leven. Het doel is om hiervoor een zo mooi mogelijke omgeving te creëren waarin de mensen daadwerkelijk de ruimte ten volle beleven. Deze gedachtegang werd gecreëerd doormiddel van het actief participeren in de vorm van interviews met X, Y en Z, vrijwilligerswerk, bezoeken aan palliatieve afdelingen en case studies. Op deze manier is er getracht te bekomen dat de bewoners zich er oprecht ‘goed’ en ‘gelukkig’ kunnen voelen in de palliatieve afdeling, zelfs in deze moeilijke fase in het leven. In het ontwerp wordt dan ook gestreefd om een optimale relatie tussen de mens en zijn omgeving uit te werken. Ook moet er een vloeiende verbinding tussen buiten en binnen zijn; de tuin wordt mee een actief onderdeel van het geheel.

In de palliatieve afdeling is ‘positieve afleiding’ een hoofdzaak. Mensen moeten in staat gesteld worden om de hele betekenis rond het ‘palliatief zijn’ even te kunnen vergeten. De residenten die te maken krijgen met zorgen, pijn of een lijdensweg moeten de kans krijgen om even te ontsnappen aan de negativiteit waar ze al zo vaak mee geconfronteerd worden. Dit gebeurt door het actief deelnemen aan activiteiten, de mogelijkheid tot interactie met andere mensen (ook als men niet meer heel actief is), het betrekken van de omgeving en het groen, de fijne motoriek actief houden door middel van kruiden telen, geluiden en geuren.

De bewoners en bezoekers van het zorgcentrum moeten zich er echt thuis voelen, en zelf betekenis geven aan het geheel. Dit ‘thuis-gevoel’ begint al bij de kerngedachte van het werk; het herbestemmen van een bestaand pand. Het voormalige rusthuis te Hoogstraten is tot op vandaag een straatbepalend gebouw. Het heeft een waardevolle identiteit in de omgeving. De naaste omgeving, de mensen, de objecten en de plekken leveren aan mensen uit de buurt een bedrage aan hun ‘thuisomgeving’. 

Download scriptie (21.12 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Hasselt
Thesis jaar
2014