Tevredenheid meten, geluk weten?

Nathan
Herrebosch

Bent u ook jaloers op de Finnen? Volgens het World Happiness Report wonen zij in het gelukkigste land ter wereld, met een geluksscore van 7,8 op 10. Maar wat betekent die score? Hoe wordt onderzoek naar geluk eigenlijk uitgevoerd? En is de meest gebruikte methode om geluk te meten ook de beste manier om te doen? Filosoof Nathan Herrebosch zocht het uit.

Ranglijst van de gelukkigste landen ter wereld tussen 2017 en 2019.Geluk is hot. Je kan nog moeilijk een dag op sociale media of een nieuwssite doorbrengen zonder een artikel tegen te komen dat gewag maakt van “nieuwe wetenschappelijke inzichten” over wat nu écht gelukkig maakt. Maar wat blijkt: het gros van het wetenschappelijk onderzoek naar geluk maakt gebruik van dezelfde methodiek: zogenaamde life satisfaction surveys of levenstevredenheidsenquêtes.

Levenstevredenheid en geluk

Levenstevredenheidsenquêtes polsen – aan de hand van één of meerdere vragen – naar hoe goed mensen zélf denken dat hun leven voor hen gaat. Respondenten moeten dan hun eigen leven een score geven, vaak tussen 1 en 10. Het resultaat daarvan wordt iemands levenstevredenheid genoemd. En het is die levenstevredenheid die in artikels vaak gelijkgesteld wordt met geluk. Ook wanneer de onderzoekers achter het World Happiness Report zeggen dat Finland het gelukkigste land ter wereld is, bedoelen ze dus eigenlijk dat de Finnen gemiddeld genomen het meest tevreden zijn over hun eigen leven.

Maar zijn geluk en levenstevredenheid wel zomaar hetzelfde? Wanneer we zeggen dat iemand gelukkig is, bedoelen we toch meestal iets anders dan dat die persoon tevreden is over zijn of haar leven? Iemand kan ook heel tevreden zijn over zijn leven, maar tegelijkertijd met een depressie kampen; is die persoon dan gelukkig? Bovendien lijkt geluk voor veel mensen ook belangrijker te zijn dan levenstevredenheid. De frase “Ik wil gewoon gelukkig zijn” klinkt misschien logischer dan “ik wil gewoon tevreden zijn over mijn leven”. We doen er dus allicht beter aan om levenstevredenheid en geluk niet zomaar als synoniemen te gebruiken.

Subjectief welzijn

Maar als levenstevredenheid en geluk twee verschillende dingen zijn, waarom komt onderzoek dat gebruik maakt van levenstevredenheidsenquêtes dan zo vaak in de media als ‘geluksonderzoek’? Wat meestal gebeurt is dat die wetenschappers onderzoek doen naar subjectief welzijn. Subjectief welzijn wordt gedefinieerd als “de mate waarin iemand zelf vindt dat zijn of haar leven goed gaat”, en levenstevredenheidsenquêtes zijn inderdaad een redelijk betrouwbare methode om dat te meten. Maar het brede publiek weet nauwelijks wat subjectief welzijn precies betekent, en daarom wordt het in de media vulgariserend omschreven als onderzoek naar geluk.

Het probleem daarmee is echter dat ook subjectief welzijn en geluk – hoewel gerelateerd – niet zomaar hetzelfde zijn. Het is dus niet omdat levenstevredenheidsenquêtes subjectief welzijn kunnen benaderen, dat ze ook als accurate meting voor geluk kunnen dienen.

Elk voordeel heeft zijn nadeel

Er zijn natuurlijk goede redenen om over ‘geluk’ te schrijven, eerder dan ‘levenstevredenheid’ of ‘subjectief welzijn’. Om te beginnen maakt dat het artikel eenvoudiger om te begrijpen. Onderzoek naar bijvoorbeeld subjectief welzijn bereikt namelijk vaak een erg breed publiek en de meeste mensen zijn nu eenmaal meer vertrouwd met het woord ‘geluk’. Daardoor kunnen ze sneller een idee vormen over de inhoud van het onderzoek. Daarnaast is het ook voordelig voor de exposure van onderzoek om over geluk te spreken. Geluk is iets waar veel mensen intuïtief waarde aan hechten, en wanneer je zegt “dit is wat bijdraagt aan het geluk van mensen” zullen daar wellicht veel mensen naar luisteren en rekening mee houden. Wie graag een groot publiek bereikt met zijn onderzoek of krantenartikel, schrijft dus liever over geluk dan over subjectief welzijn.

Maar je zou natuurlijk ook kunnen zeggen dat het enigszins misleidend is wanneer men de impact van onderzoek op die manier probeert te vergroten. Of een onderzoek belangrijk genoeg is om door veel mensen gelezen te worden, kunnen die mensen immers ook zelf bepalen. Bovendien kan het ook verwarrend zijn: aangezien levenstevredenheid niet de enige of zelfs maar de meest gebruikte betekenis is van geluk, zou men een verkeerd beeld kunnen krijgen over wat er precies gemeten werd.

Conclusies van het onderzoek

Wat moeten we hier nu uit concluderen? Mogen wetenschappers levenstevredenheidsenquêtes nog gebruiken in onderzoek naar geluk? Moeten we alle geluksonderzoek dat in de media komt wantrouwen? Aan de hand van het gedane onderzoek komen er twee aanbevelingen uit de bus. Ten eerste is het aangewezen om onderzoek naar levenstevredenheid of subjectief welzijn niet zomaar in de media te brengen als onderzoek naar geluk. Aangezien “tevreden zijn over het eigen leven” niet het eerste is waar mensen aan denken wanneer ze over “geluk” lezen, kan dat immers verwarrend of misleidend zijn. Ten tweede kan men overwegen om –  wanneer men onderzoek wil doen naar geluk – daarvoor niet enkel en alleen gebruik te maken van levenstevredenheidsenquêtes. Een combinatie van levenstevredenheidsenquêtes met andere methodes is waarschijnlijk beter geschikt om een breed concept als geluk in al zijn facetten te vatten.

Als je nog eens een artikel ziet verschijnen met “wetenschappelijk bewijs over wat mensen nu echt gelukkig maakt”, kijk dan dus eerst even na wat men er precies bedoelt met ‘geluk’,  alvorens je je leven ervoor omgooit.

Download scriptie (1.94 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Prof. Farah Foccquaert (promotor) en prof. Lieven Annemans (co-promotor)