Maakt de wil het verschil?
Over de bepalende rol van de wil in de geluksfilosofie
van Alain (Émile Chartier)
Ce que nous pouvons faire de mieux pour ceux
qui nous aiment,
c’est encore d’être heureux.
ALAIN
De niet zo bekende Franse filosoof Alain (1868-1951) wordt vaak gemeenzaam de
filosoof van het geluk genoemd. Die flaterende titel heeft hij waarschijnlijk hoofdzakelijk te
danken aan zijn meest bekende en in een recordaantal talen vertaalde werk “Propos sur le
bonheur”. Kort door de bocht zou men van de “Propos sur le bonheur” kunnen zeggen dat het
e en bloemlezing is van common sense adviezen en „tips‟ om gelukkig te zijn. Vandaar
waarschijnlijk de immense populariteit van het werk.
Maar de eigenlijke „geluksfilosofie‟ — die Alain overigens niet systematisch uitwerkt
— is veel dieper gegrond dan wat in “Propos sur le Bonheur” ogenschijnlijk voorkomt als een al
dan niet interessante reeks „geluksadviezen‟.
Alains eigenlijke geluksfilosofie is mijns inziens
existentieel verankerd in het wezen van de mens. Via zijn denken ontwikkelt Alain een
fundamentele en een radicalistische visie op la condition humaine, waarin hij de vinger legt
op een heleboel zaken die deze conditie — vooral negatief — bepalen. Al deze zaken die de
menselijke conditie bepalen belemmeren volgens Alain de menselijke vrijheid. En enkel vrij
zijn betekent voor hem gelukkig zijn, oftewel er is geen geluk mogelijk zonder vrijheid en
zonder onafhankelijkheid.
Maar, vrijheid en onafhankelijkheid worden natuurlijk niet op een zilveren schaaltje
aan de mens aangeboden. Vrijheid, onafhankelijk en geluk moet ieder voor zich realiseren, is
het credo van de individualist Alain. En eenieder beschikt daarvoor over zijn of haar
persoonlijk vermogen, namelijk de wil. Zoals de ondertitel laat vermoeden is gelukkig zijn
een kwestie van willen en van „willen willen‟ zoals Alain het zelf zegt. Anders gezegd, geluk
is een zaak van activiteit (van de wil). Geluk komt niet binnengewandeld terwijl je er op een
stoel in je kamer er op zit te wachten.
We komen dus tot een schema met drie hoofdelementen, namelijk (i) mens, (ii) wil en
(iii) vrijheid. Deze drie elementen in een zin gegoten geven dan samen: “[de] mens wil
vrijheid”.
Alains rudimentaire gedachtengang die op basis van het voorgaande thans kan
ontwikkeld worden is deze: de mens streeft naar geluk. Om gelukkig te zijn moet de mens vrij
zijn. Er blijken evenwel allerlei weerstanden te bestaan die de vrijheid belemmeren.
De mens
beschikt echter over een vermogen, d.i. zijn wil, waarmee hij — potentieel alleszins — in
staat is die weerstanden te bekampen. Het is deze gedachtengang die doorheen mijn scriptie
loopt en die er wordt in uitgewerkt.
Deze uitwerking bestaat er concreet in de relevante elementen uit Alains uitgebreid
filosofisch werk samen te brengen en ze op een zo coherent mogelijke manier in functie van
de titelvraag aan de lezer voor te stellen. Mijn opzet is echter niet om te proberen een
antwoord te formuleren of te suggereren op die vraag. Wel tracht ik zoveel als mogelijk
componenten aan te reiken op basis waarvan de lezer zelf de geloofwaardigheid en de
haalbaarheid van Alains geluksfilosofie vrij kan beoordelen.