Herinneringen aan Congo

Luka
Vandebroek

Mijn overgrootvader werkte voor de Belgische koloniale overheid van 1924 tot 1955. Hierdoor brachten mijn grootvader en zijn broers en zussen een deel van hun jeugd door in Belgisch-Congo. Telkens wanneer op familiefeesten oude foto's van deze periode werden getoond of verhalen werden verteld, kwamen er vele vragen in mij op. Als witte Belg met een koloniaal familieverleden voelde ik een zekere verantwoordelijkheid om meer te leren over dit verleden en over de rol die ik speel in de koloniale erfenis. Tijdens de recente piek in het koloniale debat besloot ik: “Waar beter te beginnen dan bij de herinneringen van mijn eigen familieleden?”

Ik interviewde zes familieleden: vier kinderen van mijn overgrootvader die als kind in Congo geleefd hebben en twee van hun echtgenoten. In deze interviews bespraken we familiefoto’s om te achterhalen hoe zij denken, voelen en praten over deze periode in hun leven, over Belgisch kolonialisme en over wat het vandaag nog voor hen betekent. Ik ging ik niet op zoek naar “de waarheid” of de “juiste” manier om het koloniale verleden te herinneren. Het doel was om te achterhalen hoe zij omgaan met verschillende herinneringen en perspectieven, en met het hedendaagse maatschappelijke debat.

Segregatie of deel van de familie?

Tijdens mijn onderzoek was er één foto die opviel. In deze foto zitten mijn overgrootouders met zeven van hun negen kinderen op een bankje voor een raam van hun huis in Elisabethville (nu Lubumbashi) tussen 1953 en 1955. Achter dat raam staat een figuur in het minder-belichte interieur van het huis. Dit is Samuel (pseudoniem), de “boy”, een paternalistische term voor de vaak volwassen Congolese mannen huishoudhulp die werkten in Belgische huishoudens.

Mijn familieleden vertelden spontaan over de controversie die recent was ontstaan rond deze foto. Twee jaar geleden werden zij door een museum uitgenodigd om foto’s en herinneringen te delen voor een tentoonstelling over de rol en impact van Limburgers in Congo en Congolezen in Limburg. Volgens een medewerker van het museum toont de foto aan “hoezeer de levens van Belgen en Congolezen samenliepen, maar dat er toch altijd een zekere scheidingslijn bleef bestaan.” De beschrijving die eronder gezet zou worden, was “Met de hele familie op de foto / Alleen onze schaduw heeft dezelfde kleur”. Hier ging mijn familie niet mee akkoord. “Onze relatie met Samuel was heel goed,” zeiden ze.

Voor hen toonde deze foto dat Samuel graag mee op de foto wou staan en dat hij welkom was. “Hij was deel van de familie.” Professor in Afrikaanse kunstgeschiedenis, Sandrine Colard, beschreef in haar doctoraat hoe foto’s tijdens de periode van Belgisch-Congo gebruikt werden na de internationale veroordeling van de mensenrechtenschendingen in Congo onder Leopold II. Fotografie diende voor de promotie van de koloniale samenleving als een “Belgisch-Congolese familie”. Dit idee komt duidelijk naar boven in de herinneringen die deze foto opriep bij mijn familieleden.

Familiefoto buiten aan het huis in Elizabeth, met de "boy" binnen achter het raam.

Familiefoto buiten aan het huis in Elizabeth, met de "boy" binnen achter het raam.

Niet gelijk maar wel een sterke band

Ik merkte op dat de “boys” slechts enkele keren samen met hen op de foto stonden en schijnbaar nooit gepland of op gelijke voet. Hierdoor veranderde de interpretatie van deze beelden.De “boy” zou het raar gevonden hebben om als een gelijke met hen op de foto te staan. Ze vergeleken het met hoe dienstmeiden in België ook niet mee op familiefoto’s stonden. De mentaliteit toen was anders en de jeugd van tegenwoordig oordeelt vanop een afstand. Dit soort argumenten werden weerlegd in de Congo-commissie van 2021 die vrij toegankelijk is online.

Ondanks de conclusie dat de “boys” niet echt deel waren van de familie, bleven mijn familieleden benadrukken dat ze wel een sterke band hadden en om elkaar gaven. Ook hier bleken de herinneringen gecontesteerd te zijn, deze keer binnen de familie. Mochten ze van hun ouders spelen met de kinderen van de “boys” of moesten ze beschermd worden tegen ziektes en “onbeschaafde” gewoontes? Vele anekdotes werden gedeeld en foto’s werden ingezet om te bewijzen dat onze familie niet deelnam aan het racisme van andere kolonialen en hun exploitatie van de Congolezen. Dit is een veelvoorkomende strategie van families met een koloniale achtergrond om een positieve sociale identiteit en het zelfbeeld te bewaren.

Toch steunden ze ook regelmatig op koloniale ideeën om de aard van hun contact met de “boys” en andere Congolezen te legitimeren. Denk maar aan ideeën over beschaafdheid en primitiviteit. Zo bediscussieerden we met behulp van familiefoto’s niet enkel onze familiegeschiedenis en hun persoonlijke herinneringen, maar ook hoe het Belgische koloniale verleden collectief herinnerd wordt in het maatschappelijke debat.

“Ik denk dat we te snel reageren. Omdat er zoveel kritiek was.”

Ik zag binnen één generatie in één familie zeer verschillende visies op het verleden, van pro-koloniaal tot anti-koloniaal en soms een beetje van beide. Ongeacht hun standpunten, menen kinderen van ex-kolonialen vaak dat ze hun herinneringen van een voor hen mooie jeugd moeten verdedigen.

Ook anderen reageren vaak overhaast. Zo vroeg ik een organisatie die zich bezig houdt met de dekolonisatie van universiteiten of zij interesse hadden om kritische feedback te geven op mijn thesis. Daarop kreeg ik als antwoord dat als mijn thesis “op enige manier de kolonisatie goedpraat of white fragility (zonder kritiek) centraal plaatst,” ze er liever niet aan meewerkten. Dit was nog voor ze een goed idee hadden van het preciese onderwerp van mijn thesis of ook maar iets ervan gelezen hadden.

Ik begrijp de sterke reacties van zowel mijn familie als van deze organisatie, maar helaas kan dit zulke belangrijke conversaties vroegtijdig afbreken. Door mijn onderzoek hoop ik anderen te inspireren om zulke gesprekken te blijven aangaan met een open geest, en om te luisteren naar andere perspectieven, zodat we onze eigen opvattingen blijven evalueren.                                                                                                                                                

 

Download scriptie (677.75 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Dr. Paolo Favero