Dankzij krantenkoppen en overheidshulp openden Belgen hun huis voor Oekraïners

Anke
Steenwegen

Het beeld dat in de media werd neergezet en de praktische hulp van de overheid waren belangrijke redenen voor Belgen om vlak na de Russische invasie Oekraïense vluchtelingen op te vangen. De beeldvorming in de media en de houding van de politiek droegen bij aan een ‘welkomstcultuur’, die de bereidheid om onderdak te bieden vergrootte. Dat blijkt uit masteronderzoek aan de Universiteit Gent naar de motivatie van gastgezinnen die Oekraïners opvingen. 

 

‘Terwijl wij lekker in onze zetel zaten, met genoeg eten en verwarming, zagen we op televisie beelden van mensen zoals wij, in een verschrikkelijke situatie’, vertelt Sam*, een gastgezin. ‘Toen dachten we: mocht ons dat overkomen, zouden we ook willen dat iemand ons hielp.’ 

Sam is niet de enige. Alleen al in de eerste vierentwintig uur nadat de Belgische overheid onder de slogan #plekvrij opvangplaatsen voor Oekraïners zocht, toonden meer dan achtduizend Belgen zich bereid vluchtelingen onderdak te bieden. ‘Deze burgers zijn niet altijd hardcore activisten die al een leven lang op de barricaden staan’, zegt Anke Steenwegen, masterstudent Conflict & Development aan de UGent. Voor haar onderzoek sprak ze uitgebreid met enkele gezinnen. ‘Zij zien vooral een maatschappelijke uitdaging en willen onderdeel zijn van de oplossing.’ 

Die gastvrijheid lijkt in schril contrast te staan met de manier waarop vluchtelingen en migranten doorgaans worden bejegend. ‘Miljoenen vluchtelingen overal ter wereld zijn afhankelijk van de gastvrijheid van gemeenschappen die hen al dan niet willen opvangen’, zegt Steenwegen. Hoewel het een Mensenrecht is om je land te verlaten en asiel aan te vragen in een ander land , zijn er talloze verhalen van mensen die aan de grenzen worden tegengehouden. ‘Pushbacks verhinderen mensen om een veilige haven te bereiken. Wie er wel in slaagt om de grens over te steken wordt niet altijd met open armen ontvangen door de gemeenschappen  in het gastland’, zegt Steenwegen. 

 

Ongeziene crisis

Wat dreef dan juist de massale golf van solidariteit, nadat Rusland Oekraïne binnenviel en miljoenen burgers hun land ontvluchtten? Waarom stonden we met z’n allen klaar om deze Oekraïners te helpen? Steenwegen constateert dat de voorwaarde voor geslaagde solidariteitsacties is dat ze binnen de ‘dominante denkbeelden’ van een samenleving moeten passen. ‘Binnen de dominante politieke opvattingen ontstond een breed verspreide welkomstcultuur’, zegt Steenwegen. ‘Die zorgde dat ‘helpen’ niet enkel op de barricaden plaatsvond, maar ook werd omarmd door de mainstream samenleving.’ 

Het verhaal van de Oekraïense vluchtelingen die vluchtten van een ongeziene crisis werd wijdverspreid door de media. ‘Beelden van vluchtende vrouwen en kinderen versterkten de behoefte om iets te willen doen’, merkte Steenwegen in de gesprekken die ze met gastgezinnen voerde. ‘Hun gevoel van nabijheid en het beeld over Oekraïense vluchtelingen als onze vrienden, die vluchtten van een gemeenschappelijke vijand, Rusland hielpen daarbij.’ 

Een welkomstcultuur, zo schetst Steenwegen in haar onderzoek, bestaat bij de gratie van ‘samenlevingsfactoren’. Dat zijn o.a. instanties binnen een maatschappij die invloed hebben op het maatschappelijk debat, zoals de media en de overheid, maar ook bijvoorbeeld dominante denkbeelden die ons beïnvloeden. ‘De media spelen een cruciale rol in het beeld dat we van vluchtelingen hebben’, zegt Steenwegen. Beelden kunnen ervoor zorgen dat mensen zich gaan identificeren met mensen op de vlucht. ‘Ze bepalen wie we als vriend en vijand zien en wat we als ‘ongeziene crisis’ beschouwen’, zegt de masterstudent van de UGent. ‘De berichtgeving vormt ons beeld over de ‘onmenselijkheid’ van de situatie in het land van herkomst. Alles samen zet dit mensen aan tot actie.’ 

 

Een redelijke oproep

‘De oproep vanuit de politiek vond ik heel redelijk’, zegt een voormalige schooldirecteur die Oekraïense vluchtelingen opving. ‘Ik ben ervan overtuigd dat een minister niet elk moment voor alles een oplossing kan voorzien. Ook burgers moeten hun verantwoordelijkheid nemen.’ 

Met de #plekvrij-campagne plantte de overheid de nodige zaadjes bij mensen, zoals de oud-directeur. Want naast de media spelen ook overheden een rol bij de vraag in hoeverre een samenleving solidariteit toont. ‘De overheid kan burgerinitiatieven versterken door concrete voorstellen te doen over wat burgers voor mensen op de vlucht kunnen betekenen’, zegt Steenwegen. ‘Daarnaast kan een overheid geld beschikbaar stellen, een sociaal vangnet bieden en burgerinitiatieven ondersteunen.’ 

Steenwegen suggereert meer manieren waarop overheden hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. ‘Aarzel niet om individuen en gezinnen meer concrete voorstellen te doen over het verschil dat zij kunnen maken voor mensen op de vlucht. Zo geef je als overheid het signaal dat solidair zijn deel uitmaakt van burgerschap.’ Mensen zetten zich natuurlijk ook om persoonlijke redenen in voor vluchtelingen: ‘De één identificeert zich met het verhaal van een persoon die op de vlucht is, de ander heeft een groot huis met genoeg ruimte om mensen tijdelijk onderdak te bieden.  Maar de rol van de overheid en de is niet te onderschatten’. 

 

Lessen uit #plekvrij

De bereidheid van gezinnen om mensen in nood op te vangen, gaat verder dan louter persoonlijke overwegingen. Terwijl persoonlijke aspecten, zoals het identificeren met de cultuur van vluchtelingen, zeker een rol kunnen spelen, mogen we niet voorbijgaan aan de impact van bredere sociale en institutionele krachten. De media en de overheid kunnen het gevoel om iets te willen doen bij burgers versterken. De inzet voor Oekraïense vluchtelingen, gestuwd door #Plekvrij, biedt waardevolle inzichten voor hoe onze samenleving een gastvrije samenleving voor alle vluchtelingen kan creëren.

*Sam is een fictieve naam.

Download scriptie (529.43 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Marlies Casier