Help, mijn peuter heeft een gaatje!

Chanelle
Segers

Getuigenissen van gezondheidsmedewerkers uit de regio van Ledeberg, Gent laten blijken dat moeders en vaders vaak niet weten wanneer ze de tanden van hun peuter moeten poetsen, waarom ze op jonge leeftijd de tanden al moeten poetsen en wat de tandpasta nu juist doet met de tanden van hun kind. Naast de onwetendheid van de ouders, kunnen ook achterliggende factoren van de moeder of vader bepalend zijn voor onderliggende problemen aan het kindergebit.

 

De ontwikkeling van een gaatje

Tandplaque is een dun laagje op de tanden dat ontstaat wanneer de tanden in aanraking komen met voedsel of speeksel. Bacteriën in de tandplaque maken zuren aan waardoor het glazuur heel geleidelijk oplost. Als door niet of weinig tandenpoetsen de tandplaque onvoldoende verwijderd of verstoord wordt, kan er cariës in de volksmond een gaatje genoemd, ontstaan.

 

Verschillende factoren

Niet alleen het niet of onvoldoende poetsen zorgt voor een snellere ontwikkeling van een gaatje, ook de factoren als de etniciteit van een ouder, de omgeving (achtergestelde buurt), de regio (geografie), het maandelijks inkomen (SES) en de dagelijkse inname van zoetrijke dranken verhogen het risico op een gaatje. In Gent werd aangetoond dat maar liefst 18,5% van de kinderen tussen de 24 en 34 maanden een gaatje had. We weten dat een gezonde mond in relatie staat met de algemene gezondheid en de levenskwaliteit van een persoon. Dit wil dus zeggen dat een slechtere mondgezondheid het risico op lichamelijke aandoeningen kan verhogen. Voorbeelden van deze aandoeningen zijn cardiovasculaire aandoeningen, diabetes mellitus, longontstekingen, vroeggeboortes…

 

Hoe nagaan?

Voor het observationeel, kwantitatief onderzoek binnen deze bachelorproef werd samen gewerkt met Kind & Gezin, in het bijzonder het Pluralistisch Consultatiebureau Kind en Gezin Gentbrugge-Ledeberg (PCBKGGL). Zo kwamen alle kinderen tussen de 24 en 35 maanden oud in aanmerking voor het onderzoek. Kind en Gezin is een Vlaamse openbare dienst met als doel het welzijn en de gezondheid van alle kinderen vanaf de geboorte tot de leeftijd van 3 jaar te bewaken en te bevorderen. Ouders die vrijblijvend deelnamen aan het 30 maandenconsult, kregen dan ook tijdens het laatste consult een uitnodiging om deel te nemen aan een bijkomend mondzorgconsult. Tijdens deze gratis preventieve consulten werden kinderen onderzocht, kregen de ouders advies over voeding, eet- en poetsgewoonten van hun kind en werd een vragenlijst over de socio-economische factoren van het gezin begeleid afgenomen. De begeleidende volwassene van alle kinderen werd gevraagd het formulier voor geïnformeerde toestemming te ondertekenen. In totaal werden er 162 kinderen tussen de 2 en 3 jaar gescreend. Het klinisch mondonderzoek bij de peuter om plaque te diagnosticeren gebeurde met een gevalideerde plaque index. Om na te gaan of het kind een gaatje had, werd een two-digit gevalideerd model gebruikt. Naast het verzamelen van de klinische gegevens van het kind, werd er ook nog aanvullende informatie verkregen op basis van een gevalideerde vragenlijst afgenomen bij de begeleidende volwassene van het kind (ouder van het kind). De vragenlijst omvatte vragen over de nationaliteit van de ouders, de samenstelling van het gezin, het huisadres, verschillende vragen die de socio-economische status van het gezin omvat en de mondgezondheid gerelateerde voedings- en hygiënegewoonten van het kind. Alle data werden geregistreerd op papier en werden daarna direct in IBM SPSS statistics for Windows ingevoerd. Zo werd de uitkomstvariabele “gaatje” gecombineerd met de mogelijke verstorende achtergrondfactoren van het gezin: etniciteit van de moeder, het recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming, het hoogste diploma binnenin het gezin, de hoogste beroepsklasse binnenin het gezin, aantal personen die bijdragen doen aan het gezinsinkomen, het rondkomen en het wonen in een achtergestelde buurt. Op die manier werd nagegaan welke achtergrondfactoren van een ouder een rol speelden op het ontstaan van gaatjes in de tanden van de peuter.

 

Het puntje van de sluier

Uit dit onderzoek bleek dat er bij 13,1% van de kinderen in het PCBKGGL in Gent een gaatje werd vastgesteld. Het gemiddeld aantal aangetaste tanden bedroeg 0,52. De belangrijkste risicofactoren voor het voorkomen van een gaatje waren de etniciteit van de moeder (in het bijzonder moeders van Oost-Europese en de Aziatische origine) en het krijgen van een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorg in het gezin, wat wijst op materiële kwetsbaarheid. Voor andere socio-demografische variabelen kon geen verband aangetoond worden op het voorkomen van een gaatje bij een peuter.

 

Is dit geldig voor elke peuter?

Deze bevindingen bevestigen deels wat in andere regio’s binnen Europa door onderzoek werd vastgesteld. Migratie achtergrond en gedepriveerde omgeving zijn een risicofactor voor gaatjes bij heel jonge kinderen. Aanvullend wordt er in dit onderzoek aangetoond dat het krijgen van een verhoogde tegemoetkoming voor gezondheidszorg in het gezin wijst op een risicofactor bij het voorkomen van een gaatje bij peuters in de regio Ledeberg, Gent.

 

screeningskamer image 647

Download scriptie (3.58 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Prof. Dr. Jacques Vanobbergen, Mevr. Isabel Haentjens
Thema('s)
Kernwoorden