Genetische manipulatie bij mensen, zijn we er klaar voor?

Jolien
De Clercq

"Designer babies"

De evoluties binnen de biotechnologie volgen snel opeen. Zo hebben onderzoekers in 2019 de eerste ‘designer baby’s’ gecreëerd. Dit houdt in dat de genen van een ongeboren kind werden aangepast. Deze genetische manipulaties op mensen is iets dat de bevolking fascineert, maar ook bang maakt. De vraag die we ons nu kunnen stellen is of de populatie in Vlaanderen klaar is voor dergelijke evoluties. En hoe zit het met de morele kwesties die hiermee gepaard gaan? Om dit te onderzoeken, hebben we een online vragenlijst samengesteld om na te gaan hoe de houding tegenover genetische manipulatie van mensen samenhangt met verschillende morele waarden.

Genetische manipulatie: genezen of verbeteren?

Genen zijn stukjes DNA die bepalen hoe een organisme eruitziet en hoe het functioneert. Door deze genen aan te passen, kunnen onderzoekers bepaalde eigenschappen en de werking van een organisme veranderen. Een manier om deze genen aan te aanpassen is door gebruik te maken van genetische manipulatietechnieken zoals CRISPR. Deze technieken kunnen gerichte breuken maken in het DNA en maakt het zo mogelijk om stukken DNA te verwijderen, toe te voegen of te vervangen.

Genetische manipulatie kan verschillende toepassingen hebben. Het kan toegepast worden voor zowel medische redenen als voor het verbeteren van het organisme. Een medische toepassing is het verwijderen van genetische ziektes. Een voorbeeld van het verbeteren van een organisme is het verhogen van de intellectuele of atletische capaciteiten.

Uit ons onderzoek bleek dat de bevolking over het algemeen voorstander is van genetische manipulatie bij mensen als het een medisch doel. Daarentegen is men tegen de genetische ingrepen met een zuiver verbeterend doel. Een mogelijke verklaring kan zijn dat bij het verbeterend doel de gevaren van genetische manipulatie de uitkomst van de manipulatie overschaduwt.

Moraliteit en menselijke genetische manipulatie: de morele pilarentheorie

Niet enkel is er de vraag of het haalbaar is om genetische manipulatie op mensen uit te voeren, maar een vraag die mogelijks nog belangrijker is, is of het ethisch verantwoord is. Er is namelijk nog altijd een mogelijkheid dat de genetische manipulatie fout loopt, wat kan leiden tot ongewenste uitkomsten. Er is ook de vraag wie deze praktijken gaat kunnen betalen. Als dit enkel de rijken zijn, gaat dit kunnen zorgen voor het groeien van de ongelijkheidskloof.

In ons onderzoek waren we vooral geïnteresseerd in de ‘Moral Foundations Theory’, dat ontwikkeld werd door de Amerikaanse psycholoog Haidt. Het doel van deze theorie is om de diversiteit en universaliteit van morele oordelen te verklaren. De theorie bestaat uit vier claims.

1) We worden allemaal geboren met een moreel kompas.

2) Dit kompas ondergaat veranderingen doorheen de ontwikkeling en is gevormd door cultuur.

3) Morele beslissingen worden gedomineerd door intuïtie.

4) Er zijn meerdere, afzonderlijke types van moraliteit.

De theorie stelt bovendien dat moraliteit uit vijf pilaren bestaat. Elke pilaar gaat gepaard met een morele vraag die we onszelf kunnen stellen.

1) “Was iemand gewond?” (zorg versus schade)

2) “Is het eerlijk?” (eerlijkheid versus bedrog)

3) “Was iemand ontrouw?” (loyaliteit versus verraad)

4) “Volgen we diegenen die de leiding hebben? (autoriteit versus ondermijning)

5) “Vinden we dit walgelijk of onrein?” (heiligheid versus heiligschennis)

We vonden dat voornamelijk de morele pilaren “zorg versus schade” en “heiligheid versus heiligschennis” gekoppeld kunnen worden aan attitudes over genetische manipulatie van mensen. Mensen die hoog scoren op de “zorg versus schade”-pilaar zijn tegen het berokkenen van schade aan anderen, terwijl zij die hoog scoren op “heiligheid versus heiligschennis” veel waarde hechten aan reinheid en het behouden van de natuurlijke orde. Deze groepen individuen toonden in het algemeen de sterkste afkeer tegen genetische manipulatie van mensen.

Een kijk op genetische manipulatie: deontologie versus utilitarisme

Naast de morele pilaren waren we ook geïnteresseerd of er een verband was met deontologie en utilitarisme. Deontologie houdt in dat men zich aan absolute gedragsregels wilt houden, bijvoorbeeld “men mag niemand pijn doen”. Utilitarisme houdt in dat men zo veel mogelijk goed wil voor zo veel mogelijk mensen. Een typisch voorbeeld van de utilitaristische ingesteldheid is het opofferen van één persoon om onrechtstreeks meerdere personen te redden. In ons onderzoek vonden we dat mensen die utilitaristisch ingesteld waren positiever tegenover genetische manipulatie stonden dan mensen die eerder deontologisch ingesteld waren. Dit kan mogelijk zijn omdat genetische manipulatie bij mensen een wereld met minder ziektes mogelijk kan maken waarin minder mensen lijden.

Hoe moet het verder?

Binnen de biotechnologie ontwikkelen onderzoekers technieken die genetische manipulatie op mensen meer en meer toegankelijk maken, maar is de algemene populatie hier klaar voor? Dit is een vraag die we moeten blijven stellen wanneer we dergelijke praktijken op de markt zouden kunnen brengen. Voor het opstellen van een goede regelgeving rondom genetische manipulatie op mensen is het belangrijk om niet alleen naar experts te luisteren, maar ook naar de bevolking en dat is wat we in dit onderzoek hebben proberen doen. De evolutie in de biotechnologie omtrent genetische manipulatie op mensen is beloftevol, maar zijn we als mens klaar om hierin mee te gaan?

De resultaten van dit onderzoek geven meer inzicht over hoe de attitudes tegenover genbewerkingen van mensen gelinkt kunnen worden aan morele oordelen. Dit is een belangrijke stap voor maatschappelijke discussies over de toekomst van genetische modificatie.

Download scriptie (651.51 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2023
Promotor(en)
Prof. Dr. Arne Roets