Liefde op het tweede gezicht

Robine
Horckmans

 

Wie het afgelopen jaar niet onder een steen leefde, heeft het waarschijnlijk al gemerkt: tweedehands is ‘in’! Niet enkel in het straatbeeld, maar ook online zien we steeds meer initiatieven die inzetten op het (ver)kopen van tweedehandskledij. De tweedehandssector – die zich ooit in de taboesfeer bevond en sterk gestigmatiseerd werd – heeft als het ware een hip en jeugdig jasje aangetrokken. Maar waarom trekken we massaal naar de tweedehandsmarkt? En is dit wel een positieve evolutie?

Nieuw fenomeen of oude bekende?

De tweedehandsmarkt staat al enkele jaren in de schijnwerpers, nochtans is het tweedehands (ver)kopen van kledij en andere spullen allesbehalve een nieuw fenomeen. Zelfs in de middeleeuwen bestond er al een tweedehandsmarkt. Tijdens de industrialisatie werden nieuwe technologieën en een systeem van standaard kledingmaten ontwikkeld. Bijgevolg werden voor het eerst in de geschiedenis op relatief korte termijn gigantische hoeveelheden kledij geproduceerd. Mensen gingen op een andere manier consumeren: kledij was niet langer een item dat meeging voor het leven, maar een wegwerpgoed. Een ongeziene berg textielafval ontstond en als reactie hierop werden tweedehandswinkels – zoals we die vandaag kennen – geboren. Jammer genoeg zorgde deze ontwikkeling voor een groeiend stigma rond tweedehandskledij, want de kleren in tweedehandswinkels werden gezien als ongewild, versleten en onhygiënisch. Kortom: tweedehandsshoppers winkelden er uit noodzaak, niet uit vrije wil.

Anno 2022 is dit een heel ander verhaal. Wie in de stad rondloopt, merkte het misschien al op: lange rijen hippe tieners en jongeren troepen er samen voor de deuren van tweedehandswinkels. Ook de cijfers bevestigen deze observatie: met een wereldwijde jaarlijkse omzet van 30 tot 40 miljard dollar en een groeimarge die mogelijks het dubbele bedraagt, is de tweedehandsmarkt big business geworden.  

Why, tell me why?

Dit fenomeen kan verbazen. Waarom zou je tweedehandskledij kopen als je je nieuwe kleren kan veroorloven? Klassieke winkels zijn niet alleen praktischer, hun collectie is ook up-to-date met de laatste modetrends en je moet geen eindeloos aantal rekken doorzoeken.

Dus trok ik op onderzoek uit. Twintig jongeren tussen de 18 en 25 jaar vertelden me waarom zij hun kledij (ver)kopen op de Brusselse tweedehandsmarkt.

Zo is het ‘scoren’ van tweedehandskledij om je eigen unieke stijl te benadrukken en je te onderscheiden van de massa een terugkerend motief. Ook zijn deze jongeren zich steeds meer bewust van de klimaatproblematiek en denken via de (ver)koop van tweedehandskledij zelf een positieve bijdrage te leveren. Gaandeweg keren ze zich meer af van de fast fashion industrie en haar bedenkelijke productieprocessen en arbeidsomstandigheden. Hoe klein ook, het is voor hen belangrijk een steentje te verleggen in de rivier.

Een minder voor de hand liggende reden heeft te maken met de genderneutrale gedaante van tweedehandswinkels. Gedaan met de dames- en herenafdeling, vrouwen- en mannenkleding hangt kris kras door elkaar. Niemand die raar opkijkt als je als jongen een rokje past, waardoor de drempel om de eigen genderidentiteit te verkennen verlaagd wordt.

Persoonlijke en politieke motieven winnen aan terrein, de economische drijfveer verschuift naar de achtergrond. Ook al is de (ver)koop van tweedehandskledij eeuwenoud, onze tijdsgeest bepaalt mee waarom we tweedehands kopen.

Te mooi om waar te zijn?

We ‘buycotten’ met z’n allen de fast fashion winkels, vermijden elke mainstream winkelstraat en gaan massaal tweedehandskopen. Duurzaamheid? Check! Jammer genoeg is het niet zo simpel. Deze studie maakte niet alleen duidelijk dat jongeren steeds meer en elk met hun eigen motieven naar de tweedehandsmarkt trekken, maar legde ook bloot waar het schoentje (nog) knelt.

Om te beginnen maken kledingkeuzes en shopgedrag deel uit van het grotere duurzaamheidsverhaal. Voor velen lijkt tweedehandskledij kopen een mooie manier om de ecologische voetafdruk te minimaliseren. Toch moeten we niet alleen stilstaan bij wat we kopen, maar ook hoe we kopen. Tien tweedehandsbroeken aanschaffen en na een jaar weggooien, is niet duurzaam. Overdadig shoppen – in welke winkel dan ook – is nooit duurzaam.  Een kritisch consument koopt met mate.

Gentrificatie – gentri-watte? – is een relatief nieuw verschijnsel waarbij de toestroom van kapitaalkrachtige middenklassers in een buurt enerzijds leidt tot een opwaardering van die buurt (denk aan trendy koffiezaken, boetieks enzovoort), maar anderzijds ook de prijzen op de huizenmarkt de lucht in jaagt. Hierdoor worden de oorspronkelijke, minder kapitaalkrachtige inwoners van de buurt verdrongen. Waarschijnlijk speelt datzelfde mechanisme ook op de tweedehandsmarkt voor kledij. Hippe, eco-minded middenklassers trekken naar de tweedehandsmarkt, jagen onbedoeld de prijzen in de lucht of kopen de beste stukken op om ze zelf door te verkopen. De vraag die zich vervolgens opdringt, is wat er gebeurt met zij op wie deze markt oorspronkelijk gericht was, namelijk minder kapitaalkrachtige sociale groepen. Zullen zij het gelag betalen?

Een tweedehandswinkel vandaag de dag

Download scriptie (1.05 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Bram Spruyt