Movement patterns, nesting preferences and population estimates of the digger wasp Bembix rostrata

Adinda
Vanommeslaeghe

Bedreiging en behoud van de harkwesp

De laatste jaren is er heel wat bezorgdheid over het (al dan niet plaatselijk) achteruitgaan en uitsterven van soorten. Een belangrijke reden hiervoor is dat geschikte leefgebieden verdwijnen, verkleinen of ongeschikt worden door veranderingen in het milieu.

Een heel ecologisch waardevol gebied zijn de Europese kustduinen. Winddynamieken zorgen voor voortdurende zandverstuivingen, die leiden tot een systeem met continue verstoring. Dit resulteert in een heel verscheiden landschap, met een groot aantal verschillende habitattypes en een hoge soortenrijkdom. In Vlaanderen kan 30% tot 50% van alle plant- en diersoorten teruggevonden worden in de kustduinen. De duinen maken deel uit van de Europese habitatrichtlijn en sommige delen zijn zelfs aangeduid als speciale beschermingszone.

Helaas wordt dit kostbare ecosysteem bedreigd. De belangrijkste oorzaak hiervan is het grote verlies aan duinoppervlakte en een verhoogde versnippering door onder andere verstedelijking en toerisme. Wanneer duingebieden onvoldoende groot zijn, is het niet mogelijk om de winddynamiek en de zandverstuivingen in stand te houden. Het wegvallen van de verstoring zal ervoor zorgen dat toenemende plantengroei de bodem kan fixeren, en dit leidt tot een meer homogeen duingebied. Vanzelfsprekend zal dit de achteruitgang, en eventueel zelfs het uitsterven, veroorzaken van de levensvormen die verbonden zijn aan bepaalde habitattypes. De meest unieke soorten leven in de meer dynamische duintypes, en net deze delen worden het hardst getroffen.

Om de overgebleven gebieden in stand te houden volstaat het niet om ze uitsluitend passief te beschermen. Er is actief beheer nodig. In België worden meestal grote grazers ingezet als beheersmaatregel. Van deze maatregel wordt een positief effect voor het hele ecosysteem verwacht: ze zou de landschapsverscheidenheid in stand houden en successie tegengaan. Het feitelijke resultaat lijkt echter niet zo rooskleurig te zijn: er wordt vooral op bepaalde soorten en plaatsen gegraasd en vertrappeling kan voor sommige soorten dramatische gevolgen hebben, met soms zelfs uitsterven tot gevolg. Voor deze soorten is er nood aan aangepaste beheersmaatregelen. Hoewel een afzonderlijk onderzoek naar elke soort niet realiseerbaar is, kan het opnemen van de vereisten van een aantal welgekozen soorten in de beheersplannen ervoor zorgen dat de kans op een succesvol behoud van een groter aantal soorten beduidend toeneemt.

Een van deze gespecialiseerde soorten is de harkwesp (Bembix rostrata). Het is een duinspecialist, die door de achteruitgang van de mosduinen (deels gefixeerde duinen met kruidachtige vegetatie) haar leefgebied zag verminderen en sterk bedreigd wordt. Daarenboven is de aanwezigheid van grazers in het nestgebied nefast voor de soort, net zoals voor een groot aantal andere gravende soorten.

Over deze soort bleven er nog heel wat vragen onbeantwoord die onontbeerlijk zijn om een efficiënte behoudspoging te kunnen ondernemen. In mijn thesis werd een poging ondernomen om hier toch enig licht op te werpen.

Op vier plaatsen in natuurreservaat de Westhoek (De Panne) werden in de zomer van 2014 harkwespen bestudeerd in verschillende opzichten.

Ten eerste werd de vegetatie rond de nesten vergeleken met de vegetatie op lukrake punten. Deze analyse maakte duidelijk dat er een significante voorkeur is om nesten te bouwen op plekken met een grote hoeveelheid zand. Er bleek ook een voorkeur om te nesten op hellingen. Deze condities zullen de beste omstandigheden voor succesvolle nestbouw opleveren. Met onvoldoende zand is het onmogelijk om nesten te bouwen. De toenemende vegetatiesuccessie door het verdwijnen van windverstoring zal een zandrijk gebied omvormen tot een gebied met veel meer vegetatie, dus het vereiste leefgebied is in gevaar.

Ten tweede werd ook een clustering van de holen waargenomen. Van zodra alle omgevingsvoorwaarden zijn vervuld, is het waarschijnlijk het meest voordelig om een nest te bouwen dicht bij soortgenoten. Nestaggregaties kunnen meerdere voordelen hebben. In het geval van de harkwesp is het op zijn minst al duidelijk dat parasitisme per individu afneemt als de nestdensiteit toeneemt.

Ten derde vertonen vrouwelijke wespen een heel hoge plaatstrouw. 98% van alle dieren werd opnieuw gevangen binnen het eigen studiegebied. De zeldzame dieren die wel in een andere gebied teruggevonden werden, tonen aan dat de verschillende populaties wel verbonden zijn, en dat dispersie niet verhinderd wordt door de barrières tussen de verschillende locaties. De soort heeft een hoge potentiële mobiliteit (tot 3.5 km), maar in dit onderzoek bleven ze toch liever dicht bij hun eigen nesten. Wat mogelijk een verklaring kan zijn, is dat de voedselvoorziening binnen het eigen gebied voldoende is om aan alle noden te voldoen, in zoverre dat het afleggen van een grotere afstand geen extra voordeel oplevert, maar uitsluitend meer energie kost.

De afstand tussen twee opeenvolgende nestholletjes van eenzelfde vrouwtje was in de meeste gevallen heel klein. Waarschijnlijk kiest een vrouwtje ervoor om in haar vertrouwde omgeving te blijven wanneer eerdere condities er goed genoeg waren. Aangezien gezamenlijk nesten voordelig is, leidt dit vaak tot een nest in dezelfde cluster.

Als laatste werden de populatiegroottes bepaald. De bekomen groottes waren heel klein. Zelfs wanneer we de vier deelgebieden als een grote populatie beschouwen, is de grootte ervan slechts 70 vrouwtjes. Kleine populaties hebben te lijden onder genetische en demografische effecten, en zijn ook gevoeliger aan toevallige negatieve omstandigheden. Daarnaast is er een verhoogde kans op parasitisme in kleine populaties van de harkwesp. Het kleine aantal nesten per vrouwtje wijst ook op een lage voortplanting.

Een soort met bijzondere (en bedreigde) nestvereisten, een hoge plaatstrouw, een kleine populatiegrootte en een lage voortplanting bezit meerdere eigenschappen die de gevoeligheid voor uitsterven verhogen. De beste manier om bescherming te bieden is om de huidige bezette gebieden in goede staat te houden en, indien mogelijk, uit te breiden. Het is helaas onmogelijk om de oorspronkelijke natuurlijke zanddynamiek te herstellen, en begrazing leidt enkel tot extra achteruitgang, dus de beste beheersmaatregel lijkt in dit geval een handmatig openhouden van het geschikte gebied door het verwijderen van begroeiing en het voorkomen van invasies van vegetatie uit de omringende gebieden. Dit beheer zal ook een aantal andere soorten ten goede komen, en dit resultaat, gecombineerd met resultaten uit onderzoek op andere soorten, kan deel uitmaken van een veelomvattend beheers- en behoudsplan.

Download scriptie (1.73 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015