Personen met een beperking als slachtoffers van administratieve en beleidsmatige keuzes

Kaat
Somers

‘Er wordt te veel geprofiteerd van de Sociale Zekerheid’, u hebt deze stelling vast al eens gehoord of zelf in de mond genomen. Overgebruik of misbruik van socialezekerheidsrechten is een veelbesproken thema in de Belgische politiek. Dit artikel wil echter de aandacht vestigen op de andere kant van de medaille. Want waar overgebruik is, is ook niet-gebruik, het fenomeen waarbij mensen de ondersteuning die hen rechtmatig toekomt niet ontvangen. Deze groep van mensen is minstens even groot en soms zelfs nog groter dan het aantal mensen dat misbruik maakt van het systeem. Nog elke dag worstelen mensen om rond te komen terwijl zij eigenlijk recht hebben op extra financiële ondersteuning van de overheid, maar deze niet krijgen. Mensen in deze situatie lopen een hoger risico om in armoede terecht te komen omdat hun inkomen lager is dan dat dit volgens de wet zou moeten zijn. Dit artikel zoemt in op de waaromvraag van dit niet-gebruik bij de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.

 

De inkomensvervangende tegemoetkoming (IVT) en de integratietegemoetkoming (IT) aan personen met een handicap zijn twee Belgische tegemoetkomingen waarbij sprake is van een groot aantal niet-gebruikers. Voor personen met een beperking, die vaak opbotsen tegen vele moeilijkheden in onze samenleving, kan een extra tegemoetkoming een groot verschil uitmaken. Wanneer deze financiële steun dan om een of andere reden niet tot bij hen raakt, kan dit verstrekkende gevolgen hebben op het leven en de zelfstandigheid van deze personen. Personen met een beperking zijn een kwetsbare groep in onze samenleving en daarom is het niet-gebruik van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap een ernstig sociaal probleem. In het streven naar een rechtvaardig sociaal beleid moeten we ervoor zorgen dat deze mensen alle ondersteuning ontvangen waarop zij recht hebben en dat zij niet in de kou blijven staan omwille van administratieve en beleidsmatige drempels waaraan zij zelf niets kunnen doen.

Niet-gebruik kan zowel intentioneel als niet-intentioneel zijn. Dit betekent dat een persoon er enerzijds bewust voor kan kiezen om een tegemoetkoming niet aan te vragen, maar anderzijds is het ook mogelijk dat een persoon geen ondersteuning krijgt omwille van factoren die buiten zichzelf liggen. Hierbij is niet-gebruik het resultaat van administratieve en beleidsmatige processen en structuren die het verkrijgen van de tegemoetkoming tegenwerken. Uit onderzoek komt naar voren dat het vooral deze laatste factoren zijn die maken dat een persoon met beperking zijn tegemoetkoming niet ontvangt. De overgrote meerderheid van niet-gebruikers kiest er dus niet zelf voor om geen tegemoetkoming aan te vragen, maar zij zijn het slachtoffer van beslissingen op het niveau van het beleid en de administratie waardoor zij niet de financiële ondersteuning krijgen waar zij recht op hebben.

De oorzaken niet-gebruik bij de IVT en de IT zijn erg uiteenlopend. Sommige personen slagen er in de eerste plaats al niet in om een aanvraag voor een tegemoetkoming te doen. De oorzaak hiervan is vaak een gebrek aan kennis. Personen met een beperking zijn vaak onvoldoende op de hoogte van het bestaan van de IVT en de IT omdat zij hierover te weinig geïnformeerd worden vanuit het beleid en door professionals binnen de gehandicaptensector. Daarnaast zijn de voorwaarden van de tegemoetkomingen dermate complex omschreven dat het voor personen met een beperking en hun omgeving heel moeilijk is om uit te maken of ze wel of niet recht hebben op een tegemoetkoming. Een grote groep van rechthebbende personen weet daarom niet van zichzelf dat ze recht hebben op een IVT/IT, waardoor ze deze tegemoetkomingen niet aanvragen.

Sommige personen slagen er wel degelijk in om een aanvraag te doen voor een IVT/IT maar krijgen deze tegemoetkoming toch niet toegekend, ondanks het feit dat zij hierop wel recht zouden hebben. Dit is te wijten aan de vele moeilijkheden die zich voordoen tijdens de aanvraagprocedure waardoor sommige mensen voortijdig een aanvraag stopzetten. De aanvraagprocedure voor de IVT/IT is lang, gemiddeld 5 maanden, en bovendien erg ingewikkeld. Vaak heeft een persoon met beperking professionele ondersteuning nodig om de aanvraag op een correcte manier in te vullen. Als laatste is ook de medische controle voor veel mensen vaak een grote struikelblok omdat deze vaak als erg confronterend ervaren wordt. Al deze aspecten maken dat het voor mensen met een beperking erg moeilijk is om de aanvraagprocedure op een correcte en volledige manier te doorlopen. Afhaken wordt dan niet langer een uitzondering.

 

Het is de taak van onze samenleving om kwetsbare groepen te beschermen en ervoor te zorgen dat ook deze mensen hun rechten kunnen uitoefenen. Wanneer mensen met een beperking een tegemoetkoming waarop zij wettelijk gezien recht hebben niet ontvangen, is dit een ernstige sociale onrechtvaardigheid waartegen fel opgestreden dient te worden. Onderzoek geeft aan dat verschillende maatregelen getroffen kunnen worden om dit onrecht tegen te gaan.Vooral het belang van een verbeterde informatieverstrekking wordt aangehaald als een belangrijke stap in de goede richting. Alle organisaties binnen het gehandicaptenbeleid moeten personen met een beperking duidelijke informatie verschaffen over de IVT en de IT zodat mensen weten wanneer ze wel of niet voor een tegeen tegemoetkoming in aanmerking kunnen komen. Daarnaast moeten organisaties mensen ook gericht doorverwijzen naar de juiste ondersteunende instanties die personen met een beperking kunnen begeleiden bij het aanvragen van een tegemoetkoming.

Niet-gebruik van de IVT en de IT wordt niet in de eerste plaats veroorzaakt door de keuze van mensen zelf, maar door keuzes die gemaakt werden op beleids- en administratief niveau. Keuzes die gemaakt werden op deze niveaus creëren drempels die maken dat mensen niet de financiële hulp krijgen die hen wettelijk toekomt. Deze personen worden dan het slachtoffer van structurele factoren waarop zij zelf geen vat hebben. Dit artikel wil daarom pleitten voor het aanpakken van deze structurele drempels die in de aanvraagprocedure en in de wetgeving zitten vervat.

Download scriptie (4.35 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Wim van Oorschot