Nieuw millennium, nieuwe student? De relatie tussen de millenniumgeneratie en de masterstudent aan de KU Leuven

Marjolein
Moonen

 ‘Nieuw millennium, nieuwe student?

Vandaag de dag zijn de ‘millenniumgeneratie en de ‘millenniumstudent’ niet weg te denken uit de onderwijsmedia. Met de komst van een nieuw millennium zou een nieuwe generatie van studenten, met een geheel ander profiel, het hoger onderwijs zijn ingetreden. Daarnaast wordt een millenniumstudent vaak voorgesteld als zou hij in zijn onderwijscontext gelijkaardige kenmerken vertonen als in zijn alledaagse leven. Wat is geweten over deze generatie en studenten is vaak echter grotendeels afgeleid van anekdotische bevindingen en vooronderstellingen. Afgaande op deze onderwijsmedia beschikt de huidige jongvolwassene over verscheidene kenmerken. Hij is zo onder meer een erg sociaal wezen dat veelvuldig geprikkeld wil worden en vlot overweg kan met moderne communicatiemiddelen en multitasking. Andere kenmerken van de millenniumgeneratie die herhaaldelijk in de media worden aangehaald zijn hun gelijkwaardige relatie met opvoeders, hun voorkeur voor visuele prikkels, hun exploratieve en prestatiegerichte instelling en tenslotte hun positieve, zelfzekere houding. Dezelfde onderwijsmedia dragen evenwel ook bij aan een vorm van ‘moral panic’, een onzekerheid rond de invulling van het hoger onderwijs en een negatieve connotatie rond de huidige student. Het beeld van de millenniumgeneratie lijkt zo suggestief en krachtig te zijn dat het een belangrijke drijfveer vormt in de roep naar verandering in het hoger onderwijs. Is het onderwijs vandaag de dag nog wel uitgerust om aan de noden van de millenniumstudent tegemoet te komen?

De masterproef ‘Nieuw millennium, nieuwe student?’ had als doel om meer klaarheid te scheppen in het speculatieve literatuurlandschap van de millenniumgeneratie en –student. We lieten hierbij eerder dan opiniemakers de studenten zelf aan het woord. Deze masterproef vormde een eerste exploratieve onderzoek naar deze fel bestreden studenten, de millenniumstudenten. Aan de hand van enquêtes werden 535 masterstudenten, uit vier verschillende opleidingen van drie wetenschapsgroepen van de KU Leuven (Humane Wetenschappen, Wetenschap en Technologie en Biomedische Wetenschappen) ondervraagd. De insteek van deze enquêtes richtte zich hoofdzakelijk op het dubbele profiel van de studenten. In hoeverre kunnen de kenmerken van de millenniumgeneratie teruggevonden worden bij jongvolwassenen? In welke mate blijven deze kenmerken relevant wanneer diezelfde jongvolwassenen zichzelf omschrijven als student aan de KU Leuven?

Deze masterproef wees uit dat de ‘moral panic’ als lichtjes overdreven kan afgedaan worden. Studenten lijken in hun alledaagse leven inderdaad vlot aan het opgehangen profiel van de millenniumgeneratie te beantwoorden. In hun onderwijscontext daarentegen is deze generalisatie moeilijk te maken. De studenten vertonen nauwelijks de in de literatuur vaak voorkomende millenniumkenmerken. Meer nog is het opvallend hoe erg de studenten uit verschillende opleidingen van elkaar verschillen. Dit houdt mogelijk verband met de onderwijscontext die voor elke opleiding verschillend en uniek is.

Zullen we de zaken dan maar laten zoals ze zijn? De drang naar verandering in het hoger onderwijs links laten liggen nu blijkt dat de millenniumstudent weinig stand houdt in de praktijk? Door de vanzelfsprekendheid van de millenniumstudent te nuanceren wil deze masterproef het denken over nieuwe werkvormen zeker geen halt toe roepen. Een bedenking die in het discussieluik wordt gemaakt is namelijk dat studenten in hun onderwijscontext mogelijk veel minder millenniumkenmerken vertonen dan in hun alledaagse leven doordat deze kenmerken in hun onderwijscontext momenteel veel minder worden gestimuleerd.

Nieuwe mogelijkheden die studenten in hun alledaagse leven aangeboden krijgen, kunnen mogelijk wel van betekenis zijn, naast de meer klassieke werkvormen, om kwaliteitsvol onderwijs efficiënt en effectief in te richten. Een docent moet kunnen inschatten wat het beste werkt voor zijn specifiek publiek met zijn specifieke inhoud. Een oeroud recept dat vandaag de dag nieuwe invullingen kan krijgen. In de ene opleiding zijn het klassieke hoorcolleges die de ‘holy grail’ vormen, in de andere opleiding vormen moderne clickers een ideale werkvorm voor een bepaalde inhoud. Generalisaties over ‘de‘ millenniumstudent zijn passé, de variatie in studentengroepen moet opnieuw de aandacht trekken. 

 

Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2012
Thema('s)