Vissen doe je vanachter het bureau

Dylan
Vynck

Een selecte groep Belgische mannen vaart dag in en dag uit op zee om verse vis op uw bord te brengen. Wanneer deze vissers met hun sleepnetten de vis aan boord brengen, vangen zij ook een hoop vis die wettelijk te klein is. De matrozen gooien die gewoon weer de zee in, maar de opkomst van een nieuwe Europese wet wil dit veranderen. Tot ontsteltenis van onze Belgische vissers dwingt de aanlandplicht hen om al die te kleine vis aan boord te houden en aan land te brengen. Volgens de vissers is dit praktisch onhaalbaar en zal deze wet de Belgische visserijsector kapotmaken.

 

De aanlandplicht ontstond in 2010 toen een verontwaardigde maatschappij – opgebouwd uit groene ngo’s, burgers en nationale bekendheden – daar bij de Europese Unie op aandrong. Te kleine vis, de zogenaamde bijvangst, stierf aan boord van vissersschepen en verdween dood terug in zee. Deze voedselverspilling en vissterfte kon niet blijven duren. Het Europees parlement maakte hier werk van en keurde in 2014 de aanlandplicht goed. Die wet eist dat alle vissersschepen elke gevangen vis aan land moet brengen. Ze werd echter nog niet volledig in de praktijk doorgevoerd. Elk jaar implementeert de Europese Unie een nieuw onderdeel van de aanlandplicht, zodat de Europese visserijsectoren zich kunnen aanpassen.

Sinds de invoering van de aanlandplicht klinkt er heel wat protest. Enkele mariene biologen, Europese parlementsleden en vissers trekken aan de alarmbel. Zij zien een hele hoop problematische gevolgen van de aanlandplicht. Niet alle gevangen vis sterft aan boord van een schip, enkel een bepaald percentage. Hoeveel vis daadwerkelijk sterft, wordt nog druk onderzocht. Daarbij dient de te kleine vis die aan land wordt gebracht niet ter consumptie voor mensen, maar wordt ze vernietigd of in dierenvoedsel gemengd. Tot slot sterft nu álle te kleine vis, wat dus nog meer vissterfte veroorzaakt. De aanlandplicht lijkt in dat opzicht zijn doel voorbijgeschoten te zijn en mist slagkracht.

 

Groener vissen

Naast vissterfte tegengaan, moet de aanlandplicht de visserijsector ook aanzetten tot het ontwikkelen en gebruiken van milieuvriendelijkere en duurzamere visserijtechnieken. Alle spelers rond de aanlandplicht zijn een voorstander van innovatieve visserijtechnieken. Alleen kosten die ontwikkelingen veel tijd en geld. Terwijl de aanlandplicht de vissers daartoe moet stimuleren, klagen zij over hoe drastisch deze stimulans wel niet is. Hierdoor raken ze de hoge hoeveelheid opgelegde regels en wetten beu. Terwijl groene ngo’s en enkele Europese parlementsleden eisen dat de vissers het moeten proberen, fronsen mariene biologen en enkele andere parlementsleden de wenkbrauwen en zien vissers hierdoor de toekomst somber in.

 

Alternatieven of oplossingen

Het is noodzakelijk dat alle partijen met elkaar samenwerken en overeenkomen. De aanlandplicht is er en zal ook blijven tot de nieuwe Europese verkiezingen in 2019. Daarom is het belangrijk om te zoeken hoe iedereen tevreden kan blijven. Terwijl de oppositie hun best doen om de pijn te verzachten, voeren mariene biologen zo snel als ze kunnen onderzoek uit naar innovatieve visserijtechnieken. Zo staat bijvoorbeeld de pulskor, een nieuwe vorm van visserij waarbij gebruik gemaakt wordt van stroomstootjes, klaar om door te breken. Of er kan verder onderzoek gevoerd worden naar een Europese programma van restocking, waarbij Europa vis aan land kweekt en die vis dan later in zee uitzet. In het verleden paste België dit al succesvol toe op tong en tarbot. De meeste Europese lidstaten blijken ervaring en kennis te hebben met visteelt, dus is een Europese piste iets om over na te denken.

Download scriptie (5.81 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool West-Vlaanderen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Ilse Mestdagh