Ben ik hier welkom? Een kwalitatief onderzoek naar de relatie tussen inburgering en burgerschap in het Inloopteam De Mobil te Leuven

Marloes
Dhaluin

Ben ik hier welkom?

Een kwalitatief onderzoek naar de relatie tussen inburgering en burgerschap in het Inloopteam De Mobil te Leuven

 “In De Mobil heb ik het gevoel dat iedereen gelijk is”. Een plaats van gelijkheid waar verschil aan bod kan komen, of een plaats van verschil waar men gelijkheid probeert te creëren?

In het Inloopteam De Mobil, een integraal laagdrempelig opvoedingsondersteuningspunt dat zich voornamelijk richt op gezinnen die door armoede en uitsluiting kwetsbaar zijn, werd in november 2015 een proeftuin opgestart. Eén namiddag per week komen er externe begeleiders langs die een inburgeringstraject op maat aanbieden aan de aanwezigen in De Mobil. Dit project gaat uit van het AMIF, het Europees fonds voor Asiel, Migratie en Integratie. Het fonds wil hiermee laaggeletterde vrouwen uit derde wereldlanden met jonge kinderen beter integreren in onze samenleving.

Sinds de oprichting van deze proeftuin voelen de medewerkers van De Mobil een spanning tussen het inburgeringstraject en hun eigen werkingsprincipes. Ze worstelen met de vraag hoe zich te verhouden tot het proces van inburgering. In deze masterproef wordt deze spanning geconcretiseerd vanuit een reeks verschillende invullingen die aan burgerschap gegeven worden. Er wordt gezocht naar wat de plaats is van De Mobil in het gehele inburgeringsverhaal.

Inburgeringstraject in België

In de literatuurstudie wordt de betekenis van burgerschap nagegaan, een bekend begrip, maar met veel uiteenlopende invullingen. Zo zijn nieuwkomers in België verplicht een inburgeringstraject te volgen om het burgerschap te verwerven. Dit traject houdt een bepaald normatief concept van burgerschap in, gezien het wordt beschouwd als een geschikte manier om nieuwkomers de kans te geven om actief en gedeeld burgerschap op te nemen. Op die manier wil België sociale samenhang en actieve participatie bereiken. 

Daarbij rijst de vraag wie burger is en wie niet en of dit niet zorgt voor een afscheiding van bepaalde groepen. Wordt burgerschap hier niet ingevuld als exclusieve status die als basis dient voor uitsluiting van burgers en van wie niet als burger erkend wordt?  

Bindmiddel of splijtzwam?

Uit de literatuurstudie blijkt dat de nadruk op nationaal burgerschap eerder als splijtzwam functioneert dan als bindmiddel. Het “wij-gevoel” is op nationaal vlak heel snel uitsluitend en polariserend. Zo wordt de verantwoordelijkheid bij nieuwkomers gelegd, die competenties moeten ontwikkelen. Deze invulling van de actieve, participerende burger leidt tot een onderscheid tussen participanten en non-participanten, waarbij de schuld bij de individuen zelf wordt gelegd indien men niet deelneemt.

Moet burgerschap toegekend worden op basis van gedeeld nationaal gevoel of kan het ook op basis van gedeeld participeren? Kan er geen burgerschap ontstaan op basis van cultuurverschillen met burgerschap als bindmiddel, waarbij allochtonen en autochtonen als gelijken zich op eenzelfde route bevinden, en op basis van evenwaardigheidsgevoel de samenleving opbouwen?

Burgerschap in De Mobil

Na de literatuurstudie volgde er een empirisch onderzoek in De Mobil. Tijdens een maand observatie en interviews met zowel de medewerkers als de aanwezigen, kwamen een aantal interessante, verassende zaken aan het licht rond burgerschap.

Uit de beschikbare gegevens kunnen we afleiden dat allochtone gezinnen onzeker zijn om de stap naar de westerse samenleving te zetten. Waar Vlaanderen verwacht dat nieuwkomers zelfstandige, actieve burgers worden, blijkt dat sommige mensen in De Mobil niet eens vat hebben op hun eigen leven. De hulpverleningsdiensten zijn niet zo laagdrempelig als beoogd wordt en men vindt moeilijk toegang tot informatiebronnen. De Mobil komt hieraan tegemoet door mee te stappen naar de nodige instanties, waardoor men al doende de problemen aanpakt.  

Zo draagt De Mobil onrechtstreeks bij tot de ontwikkeling van alle burgerschapscompetenties, voorgeschreven in het geïntegreerd doelenkader van het inburgeringstraject. Maar hoewel de interne medewerkers kunnen vergeleken worden met de begeleiders van het inburgeringstraject, is er een groot verschil tussen beide werkingsprincipes. Anders dan bij inburgering ontstaat zelfredzaamheid in De Mobil niet door een opgelegd programma, maar door ontmoetingen en relaties tussen de mensen onderling en de medewerkers. De Mobil bevordert de zelfredzaamheid en autonomie, maar deze gaan hier steeds gepaard met verbondenheid. Er is plaats voor open dialoog en vrije confrontatie, met andere waarden en normen, andere culturen. Het is een ontmoeting tussen gelijken, waar verschillen aan bod kunnen komen. Waar inburgering werkt als splijtzwam, werkt burgerschap in De Mobil eerder als bindmiddel.

We zijn allen afhankelijk van elkaar

De idee dat we allen afhankelijk zijn van elkaar is inherent aan ons menselijk bestaan. De Mobil overstijgt de werking van het inburgeringstraject die autonome, zelfstandige, actieve burgers wil creëren. Er is geen onderscheid in De Mobil tussen wie burger is en wie niet, burgerschap wordt door iedereen gedragen. Het is een kwaliteit van relaties tussen individuen en niet meer van individuen. De mensen hebben het gevoel ergens bij te horen. Burgerschap wordt niet gezien als een status die men kan bereiken, maar als een praktijk, ingebed in de dagelijkse realiteit, waarbij het gemeenschappelijke doen centraal staat.

Dit burgerschap wordt het relationele burgerschap genoemd, waarbij het samenleven met anderen centraal staat. Onze maatschappij heeft nood aan plaatsen waar gedeelde identiteiten vorm kunnen krijgen, over zowel socio-economische als etnisch culturele grenzen heen, als collectieve, sociale praktijk. Sommige auteurs spreken over het geleefd burgerschap. Het uitgangspunt is hierbij geen opgelegd model maar er wordt vertrokken van de leefwereld van de burgers. Een burger wordt men niet door zich aan te passen aan de meerderheidscultuur maar door meervoudige en gelaagde identificatieprocessen. Er wordt voorbijgegaan aan de kant-en-klare burger of het maakbaar burgerschap.

Er wordt geen stempel gedrukt op de mensen die naar De Mobil komen want iedereen wordt er als een gelijke gezien. Hoewel er nog steeds groepen ontstaan van allochtonen en autochtonen, heerst er een groot respect voor de verschillende culturen en de bijhorende waarden en normen.

Als conclusie kunnen we stellen dat de medewerkers in De Mobil streven naar een ‘ontruimde ruimte’: een plek waar niets op voorhand vastligt, waar zowel op fysiek als mentaal vlak ruimte gecreëerd wordt in plaats van deze op te vullen met oordelen, adviezen en/of theorieën. Het is een plek waar men zichzelf kan zijn en er ruimte is om samen mee vorm te geven aan de samenleving.

Download scriptie (1.83 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Stefan Ramaekers
Thema('s)