Relatieopbouw tussen moslims en christenen in Vlaanderen. Veldonderzoek in de wereld van interreligieuze dialoog en diapraxis

Sarai
De Graef

Moslims en christenen in Vlaanderen zetten zich in voor dialoog en diapraxis


In het multiculturele en multireligieuze Vlaanderen van vandaag hoort men vaak oproepen voor verschillende soorten ‘dialoog’. Politici willen gesprekken tussen autochtonen en allochtonen. Religieuze leiders zoeken elkaar op. Op het internet vindt men websites die het in dialoog treden met ‘Anderen’ als doel hebben. De ‘dialoog’-initiatieven zijn talrijk en divers. De huidige context is er één van zoeken naar manieren waarop men mensen dichter bij elkaar kan brengen. Het loont dan de moeite één van deze ‘dialogen’ vanuit een antropologische invalshoek te analyseren, met name de ‘dialoog’ tussen leden van de twee grootste religieuze groepen in Vlaanderen: christenen en moslims. België is lange tijd een relatief homogeen katholiek land gebleven. De islam is de grootste religieuze minderheid in België. Hoe trachten deze christenen en moslims vandaag in Vlaanderen in dialoog te treden en samen activiteiten op te zetten om tot goede relaties te komen?

 

Onderzoeksvragen en methodologie

Een eerste stap in het onderzoek bestond uit een literatuurstudie naar de dialoog tussen islam en christendom in het verleden en het heden. De literatuur die deze thema’s behandelt, is enorm uitgebreid. Over de definitie van ‘interreligieuze dialoog’ bestaat geen consensus. Dit werd niet enkel uit de literatuur duidelijk, maar bleek ook tijdens gesprekken met betrokkenen. Mijn eerste aandachtspunt werd dus het definiëren van ‘de dialoog tussen moslims en christenen’. Daarnaast werd de praktijk van deze ‘dialoog’ in Vlaanderen in detail bestudeerd. Welke soorten van ‘dialoog’ komen voor? Wie zijn de actoren? Wat zijn de onderwerpen en de doelen van deze initiatieven? Welke hindernissen worden ondervonden? Hoe worden de activiteiten geëvalueerd door de betrokkenen en hoe schatten zij de toekomst in?

 

Om deze vragen te beantwoorden werd aan anthropology at home gedaan. Het veldonderzoek gebeurde aan de hand van drie antropologische methoden: participerende observatie tijdens ‘dialoog-initiatieven’ overal in Vlaanderen, informele gesprekken met moslims en christenen en diepte-interviews met elf christenen en negen moslims, die nooit deelnamen, die sporadisch deelnemen aan interreligieuze initiatieven of die organiseren. Aangezien het opzet van het onderzoek inductief en actor-oriented is, trachtte ik van bij het begin de visie, angsten en hoop van de betrokkenen zo getrouw mogelijk weer te geven.

 

Interreligieuze dialoog en diapraxis in Vlaanderen

De positieve connotatie die momenteel aan ‘dialoog’ wordt gegeven, zorgt ervoor dat veel van de activiteiten als ‘dialoog’ bestempeld worden, maar dat in de strikte zin niet zijn. Interreligieuze dialoog is volgens mij ‘een gesprek met een religieuze basis tussen leden van verschillende religies’. Dit gesprek kan gaan over de geloofsleer of over maatschappelijke onderwerpen. Naast dialoog wordt er in Vlaanderen ook aan diapraxis gedaan: samen handelen op religieuze basis. Ook bij diapraxis kan men de nadruk leggen op religieuze activiteiten of op maatschappelijke thema’s. Onder de overkoepelende term ‘interreligieuze relatieopbouw’ kunnen dan vier soorten activiteiten geplaatst worden: ‘dialoog over de geloofsleer’, ‘dialoog over maatschappelijke onderwerpen’, ‘diapraxis: gebed en meditatie’ en ‘diapraxis: ontmoeting en samenwerking’.

 

Interreligieuze dialoog over de geloofsleer komt in Vlaanderen weinig voor. Het gaat immers meestal om een gesprek tussen officiële vertegenwoordigers van de godsdiensten. Verschillende betrokkenen twijfelen aan het maatschappelijke nut van deze vorm van dialoog. Dit soort van activiteiten kan volgens anderen een positief signaal zenden naar ‘gewone’ moslims en christenen. Bovendien is deze vorm van relatieopbouw uitgelezen wanneer men diepe kennis over beide religies beoogt. Dialoog over maatschappelijke onderwerpen vinden de meeste betrokkenen belangrijker in de huidige samenleving, maar ook deze vorm van relatieopbouw komt in Vlaanderen minder voor dan interreligieuze diapraxis.

 

De laatste jaren vonden verschillende interreligieuze gebedswakes en meditaties plaats. Vaak worden die georganiseerd in een samenwerkingsverband van islamitische en christelijke organisatie(s) en eventueel aanhangers van andere religies. Vele relatieopbouwende activiteiten worden afgesloten met een gezamenlijke bezinning of gebed. In Vlaanderen werden de laatste jaren ook verschillende ontmoetingsmomenten voor moslims en christenen georganiseerd, onder andere naar aanleiding van bepaalde godsdienstige feesten. Bij deze vorm van relatieopbouw ligt de nadruk op persoonlijke contacten. Echte samenwerking (of shared involvement) komt in Vlaanderen weinig voor.

Hindernissen voor de relatieopbouw

Naast het hanteren van verborgen agenda’s door deelnemers (zoals het zoeken van een bondgenoot in ethische kwesties, het willen bevestigen van het eigen gelijk of het zich maatschappelijk willen positioneren), werden ook organisatorische en financiële moeilijkheden aangehaald. Andere problemen hebben te maken met het publieksbereik. Een meerderheid van christenen en moslims heeft nog nooit gehoord van relatieopbouwende activiteiten of organisaties. Andere problemen zijn het feit dat de islam geen hiërarchie kent, de steeds kleiner wordende interesse in het christendom bij Vlamingen, de ‘bekeringsdrift’ van islam en christendom en enkele onverzoenbare theologische standpunten.

 

Optimisme

Bijna alle betrokkenen erkennen deze hindernissen, maar geloven in de toekomst en de belangrijke rol van de relatieopbouw in het multireligieuze Vlaanderen. Religie blijft volgens de respondenten vandaag belangrijk en mag niet over het hoofd gezien worden wanneer men een vredige samenleving tracht op te bouwen. Het aantal (lokale) initiatieven groeit en steeds meer mensen tonen interesse voor ‘de Andere’.

 

Als onderzoeker heb ik me verschillende maanden ondergedompeld in ‘de wereld van de dialoog en diapraxis tussen christenen en moslims’. Enerzijds zie ook ik een positieve evolutie wat de relatieopbouw tussen deze groepen betreft. Anderzijds kan men de escalatie van geweld, racisme en fundamentalisme in de huidige wereld niet negeren. Deze feiten hangen als een zwaard van Damocles boven de inspanningen die moslims en christenen leveren. Niet alleen de handicap van het verleden moet overwonnen worden. Dagelijks wordt er nog olie op het vuur gegoten. Een respondent beschreef de relatieopbouwende activiteiten als “werken aan de vrede op kleine schaal”. In een tijd waarin de vrede op grote schaal steeds verder weg lijkt, is die kleinschalige bruggenbouw echter moeilijk. Het heeft nochtans geen zin om zich bij deze angstaanjagende situatie neer te leggen en de zaken op hun negatieve beloop te laten. Een goede verhouding tussen groepen van mensen begint met een goede verhouding tussen twee mensen. Vanuit die overtuiging blijven vele moslims en christenen zich vandaag in Vlaanderen inzetten voor interreligieuze dialoog en diapraxis.

Download scriptie (378.3 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2006