The influence of a third language on cognate and homograph recognition. The role of a “hidden” language in bilingual language processing.

Renilde
Seyssens

Subsaharisch Afrika werd en wordt in het Noorden verbeeld als ‘meest exotische plaats’ en Afrikanen als ‘ultieme anderen’. Dit soort verbeelding gaat gepaard met veralgemeningen en vooroordelen over dit deel van het Afrikaanse continent en zijn bewoners. In het koloniale verleden ondersteunden bepaalde ideëen over andere volkeren het Europees imperialisme en superioriteitsgevoel. Het fenomeen van ‘menselijke zoos’, waarbij mensen en voorwerpen uit de kolonies in het Westen (letterlijk) werden tentoongesteld, is het duidelijkste voorbeeld van koloniale propaganda. Eigen aan dit fenomeen is dat de nadruk werd gelegd op het primitieve, exotische karakter van de tentoongestelde mensen en voorwerpen. Ter vergelijking werd getoond hoe de kolonisatie bijdroeg tot zogenaamde beschaving en ontwikkeling naar het voorbeeld van de kolonisator. Dit soort tentoonstellingen dienden als promotie en verrechtvaardiging van het kolonisatieproject. De stem van de gekoloniseerde werd hierbij uiteraard niet gehoord. Het is eenvoudig om terug te kijken naar dat verleden en het negatieve, racistische karakter van die eenzijdige koloniale propaganda vast te stellen.

Het is veel moeilijker om hedendaagse stereotiepen met betrekking tot Subsaharisch Afrika kritisch te bekijken en de gevolgen ervan te onderkennen. Vandaag spelen vooral toerisme en media een belangrijke rol bij de voorstelling van Subsaharisch Afrika. In het beeld- en tekstmateriaal dat zij hiervoor gebruiken is nog steeds het exotische element prominent aanwezig. De ‘marginaliteit’ en het ‘exotisme’ van Afrikaanse mensen en plaatsen worden namelijk beschouwd als de aantrekkingskracht ervan. Ondanks het commerciële karakter van media en toerisme en een zekere mate van stereotypering die daaraan eigen is, is dit soort representatie niet onschuldig. In twee specifieke vormen van toerisme en media, namelijk cultureel toerisme en reality-tv, komen hedendaagse versies van ‘menselijke zoos’ tot uiting.

Het onderwerp van cultureel toerisme is een (voor de betrokken toeristen) vreemde cultuur. Bij dit soort toerisme is de intentie het bekijken van en de interactie met mensen die een exotisch voorkomen en vreemde gebruiken zouden hebben. In Oeganda kan men bijvoorbeeld als toerist de Basua-Pygmeeën bezoeken. Ook in reality-programma’s zoals Stanley’s Route en Toast Kannibaal staan ‘primitieve stammen’ centraal. Zowel bij cultureel toerisme als vernoemde reality-programma’s gebeurt een constructie van Afrikaanse ‘realiteit’ waarin culturele verschillen als ‘natuurlijk’ worden opgevoerd. Dit leidt tot een normalisering van deze verschillen waardoor de grens tussen ‘wij’ en ‘zij’ als onoverkomelijk wordt voorgesteld.

Zowel in de vroegere exposities van ‘exotische’ mensen als in de eigentijdse versies van dit fenomeen krijgt de Afrikaanse ‘ander’ slechts een plaats binnen de westerse maatschappij via bepaalde eigenschappen die passen in het exotische beeld van de ‘ander’. Net zoals tijdens de kolonisatieperiode ligt de macht van deze verbeelding voornamelijk in het Noorden. Het is van belang te erkennen dat dit tot cultureel-mediatieke uitsluiting leidt met een ongelijke raciale categorisatie van Afrikanen tot gevolg.

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2006