Stimuleringsbeleid voor lokale toegang via alternatieve breedbandnetwerken in Zuid-Afrika

Pieter
Soete

                                                              

Breedband in Zuid-Afrika: baie vinnig of een utopie?



Baie vinnig = vertaling uit het Afrikaans voor ‘heel snel’.



ICT in ontwikkelingslanden



De telecommunicatie-industrie is door de continue technologische vernieuwing

een van de snelst evoluerende sectoren ter wereld. Zeker de laatste jaren

ondergingen telecommunicatietechnologieën revolutionaire veranderingen door

de digitalisering van informatie. De 2e Internetrevolutie, breedband genaamd,

betekende in het Westen een verdubbeling van de gespendeerde tijd online.

Breedbandnetwerken zijn er de norm geworden om grote hoeveelheden digitale

data snel te transporteren.

Echter ook voor ontwikkelingslanden biedt dit zowel nieuwe kansen, als

bijkomende uitdagingen. Deze studie gaat in op de problematiek van informatie-

en communicatietechnologieën (ICT) in ontwikkelingslanden, en meer in het

bijzonder op de verspreiding van breedband in Zuid-Afrika. We zien in

breedband potentieel voor het vernauwen van de bestaande digitale kloof. Maar

ook breder, moeten we de kansen die ICT ons biedt, durven aanwenden om

ontwikkeling te stimuleren. Zonder daarbij te vervallen in technologisch

determinisme. In dit opzicht is vooral de toegang via lokale alternatieve

breedbandnetwerken veelbelovend.

Dat de overheid in deze de grootste verantwoordelijkheid draagt blijkt uit het

samenbrengen van normatieve ervaringen uit verschillende landen. De mate

waarin men de vrije marktwerking zijn gang laat gaan verschilt echter van land

tot land. Een coöperatief model tussen overheid en marktspelers, biedt de

meeste kansen voor een succesvolle breedbandverspreiding. Er dient te

worden gestreefd naar een evenwicht tussen regulering en liberalisering, met

zowel aandacht voor diensten en infrastructuur, als aanbieders en gebruikers.

Voor het realiseren van een dergelijk integraal beleid is een stabiel

regulatorisch kader met een proportionele regulering noodzakelijk.

Breedband als afgeleide van het telecommunicatiebeleid

Op het vlak van breedband bleef het lange tijd stil in de beleidsvorming in Zuid-

Afrika. Vanaf 1996 herkennen we echter een golfbeweging met wisselende

aandacht voor het onderwerp. Met aanvankelijk sterke statements over de

noodzaak van breedbandige en geconvergeerde infrastructuren, leek alles er

op te wijzen, dat Zuid-Afrika een breedbandvoortrekker voor het Afrikaanse

continent zou worden. Echter, met de afkeuring van de breedbandlicenties in

2001, zien we ook de mislukking van de operationalisering van het beleid rond

breedband en de verschuiving van breedband naar de achtergrond van het

beleidsprogramma. In lijn met de ontwikkeling van het telecommunicatiebeleid,

bleek Zuid-Afrika ook voor breedband in hetzelfde bedje ziek. Tegen 2005

groeide een georganiseerde weerstand. De druk om in te grijpen nam toe, en

dit kristalliseerde zich in de goedkeuring van de ‘Electronic Communications

Bill’ (ECB) en een tweede nationale operator. Sinds 2005 waait er in Zuid-Afrika

dan ook duidelijk een nieuwe wind op het vlak van breedbandbeleid.

                                                                 

Gevraagd: duidelijk wetgevend kader



Voor wat betreft de regelgeving ten aanzien van breedband, zien we ook dat de

onafhankelijke regulator (ICASA) af te rekenen heeft met veel kritiek.

Fundamenteel daarbij is overlappende rechtsbevoegdheid van de Minister voor

Communicatie. Ook de belangenvermenging van de regering, door het

strategische aandeelhouderschap, strookt niet met de doelstellingen van

algemeen belang. De realisatie van meer competitie in de sector kunnen we

dan ook maar ten dele geslaagd noemen. Er zijn echter steeds meer initiatieven

die wel in de goede richting wijzen. Zo lijkt de nieuwe wet te slagen in zijn doel

om meer duidelijkheid te brengen in de licentiepolitiek en werd met de ‘ICASA

Amendment Bill’, de slagkracht van ICASA verhoogd. Er worden ingrepen op

het niveau van de ADSL-prijszetting verwacht, de publieke consultatie ten

aanzien van het gebruik van het vrije spectrum en de verschillende

interconnectie-akkoorden getuigen eveneens van de motivatie bij ICASA. Er

werd ook een comité opgericht dat toezicht moet houden op de ontbundeling

van het lokale aansluitnetwerk.



Breedbandverspreiding op vandaag



Met 147.000 gebruikers eind 2005 ligt het aantal effectieve breedband

Internetaansluitingen in Zuid-Afrika bedroevend laag, toch is het land daarmee

een voortrekker voor het continent. Onderzeese glasvezel vormt daarbij de

belangrijkste bron van internationale bandbreedte in Zuid-Afrika. Breedband per

satelliet is de alternatieve optie, maar dit blijkt in de context van Zuid-Afrika

slechts onechte concurrentie. Ook op het niveau van de landelijke netwerken,

zijn er maar weinig breedbandaanbieders actief. De hoge prijzen, de beperkte

datasnelheden en de technische mankementen maken dat we in Zuid-Afrika

dan ook beter spreken van breedband met een kleine ‘b’.

De ontwikkeling van lokale netwerken wordt bemoeilijkt door het cascade-effect

van de beperkte beschikbare bandbreedte. De onvrede met de huidige situatie

en het lange wachten op beloofde verbetering, verklaart waarom lokale

initiatieven het recht in eigen handen nemen. ‘Wireless Internet Service

Providers’ (WISP) worden bijgevolg gedwongen om op de rand van de legaliteit

te balanceren. Echter ook hier merken we een gewijzigde positie in het

discours. De overtuiging om deze netwerken te disconnecteren op basis van

illegaliteit, verliest aan terrein ten opzichte van een informele acceptatie op

basis van wat het project realiseert in termen van universele toegang en lokale

ontwikkeling. Een formele erkenning is er echter niet, gezien de sfeer van

controverse rond dergelijke initiatieven. Het blijkt tevens dat lokale

gemeenschapsprojecten baat zouden hebben bij de toewijzing van

gereglementeerde frequentiebanden voor hun activiteiten en een onafhankelijke

en sterke regulator.



Tot slot



Deze studie resulteerde in een waardering van de huidige breedbandsituatie in

Zuid-Afrika, gekoppeld aan een aantal beleidssuggesties om de doelstelling van

lokale toegang te realiseren. Daartoe kan men: een infrastructuurprovider en

een breedband task force oprichten, streven naar proportionele regulering,

lokale initiatieven verbinden, meer middelen en mensen voor ICASA vrijmaken,

overlappende bevoegdheden van DoC en ICASA en belangenvermenging door

                                                             overheidsparticipaties beknotten, liberalisering op de landingspunten

doorvoeren en de lokale aansluiting vrijmaken.

Het mag duidelijk zijn dat breedband, tot nu toe, een eerder beperkte rol heeft

gespeeld in het telecommunicatiebeleid van Zuid-Afrika. En dat de problemen

rond breedband in Zuid-Afrika slechts een afgeleide zijn van de situatie op de

telecommunicatiemarkt. De aandacht voor breedband in het beleidsdiscours

neemt toe en zowel bij het DoC als bij de regulator heerst het besef dat

breedband nodig is om de Zuid-Afrikaanse bedrijven niet uit de markt te prijzen.

Steeds meer initiatieven en wetgevingen ondersteunen deze retoriek en voor

ons is dit aanleiding om te stellen dat Zuid-Afrika op het punt staat van de

langverwachte doorbraak naar een breedbandtoekomst. Daarbij worden de

beste mogelijkheden voor het realiseren van de doelstelling van universele

toegang, vooral door de alternatieve, lokale netwerken geboden. Vandaag is

echter nog maar het begin van een lange weg met veel obstakels.

Download scriptie (1.15 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2006