Over de clown en zijn fiets: een exploratieve studie naar de relatie tussen creativiteit en zelfregulerend leren.

David
Corradi

 

Wat betekent het om je leren zelf te sturen, wat is creativiteit, en wat ben je met het onderzoeken van hun verband?

 

Beeld je in, je hebt een probleem. Je bent student in de eerste bachelor rechten. Je zit achter je bureau met een stapel boeken en cursussen die een sherpa amper kunnen dragen. In de komende twee maanden moet je hier alles, tot in de kleinste details, van kennen en kunnen reproduceren. Hoe ga je hier nu aan beginnen? Die Mount Everest van kennis is een heuse uitdaging. Als een dieselmotor begint je hoofd op volle toeren te razen om dit probleem op te lossen.

De afgelopen twintig jaar is er veel onderzoek gebeurd naar wat er zich nu juist in dat hoofd afspeelt.

Je eigen leren kunnen reguleren betekent dat je zelf voor elke cursus tot een eigen succesvolle leermethode kan komen. Je valt terug op oude methoden uit het secundair of je past je aan en verzint er nieuwe. Belangrijk is dat je deze flexibel gebruikt, deze aan de situatie en de moeilijkheidsgraad aanpast.

 

Je hebt beslist om de cursus strafrecht samen te vatten. Je stuit echter op een moeilijk deel van de cursus, en je worstelt om het te begrijpen. Je maag krimpt en je gebruikt al je mentale energie om je te focussen op de leerstof. In je hoofd loop je razendsnel talloze mogelijkheden af, probeer je het probleem vanuit verschillende perspectieven te bekijken en je probeert verschillende oplossingen uit. Je ben creatief bezig.

Creativiteit is een denkproces waarbij men bij het aanvoelen van moeilijkheden zoals bij de student of bij een tekort aan informatie voorspellingen of schattingen maakt. Deze voorspellingen worden dan uitgetest en beoordeeld en op basis hiervan worden eventueel nieuwe voorspellingen gemaakt.

Economen als Richard Florida zien creativiteit als de basis voor een kenniseconomie. Daarin vormt innovatie een belangrijke spil. Onderwijsgoeroe sir Ken Robinson trekt dan weer volle zalen door artistieke en zingevende creativiteit te proclameren als oplossing voor het onderwijs. Socio-filosoof Alain De Botton ziet creativiteit als een persoonlijkheidskenmerk dat op dezelfde hoogte wordt gezet als intelligentie. Biologen zien creativiteit ten slotte als een soort adaptief gedrag, dat belangrijk is voor de evolutie en aanpassing van de soort aan de omgeving. Creativiteit is met andere woorden een breed begrip en de bruikbaarheid van het concept wordt vaak in vraag gesteld.

Mijn onderzoek was daarom niet om creativiteit los van andere zaken te analyseren zoals zo vaak wordt gedaan, maar te zoeken naar de grenzen van het concept door zijn samenhang met een ander concept na te gaan, namelijk zelf-sturend leren. Het doel is dus in de eerste plaats om meer inzicht te krijgen in de twee concepten, zodat er uiteindelijk ook meer mee gedaan kan worden, bijvoorbeeld in het onderwijs.

 

Op zich zijn er een aantal overlappingen tussen creativiteit en zelf-gestuurd leren te vinden. Indirect, door onderliggende theorieën met elkaar te vergelijken. Wanneer je bijvoorbeeld aan het studeren bent, kan je op een bepaald moment even stilstaan bij hetgeen je al hebt gedaan. Wat zijn de stappen geweest die je hebt ondernomen en tot welk resultaat heeft dit geleid? Hoe kan je dit nu in de toekomst verbeteren? Deze soort vragen behoren tot een speciaal denkproces dat metacognitie noemt. Je neemt een zekere afstand van je eigen denkproces en stelt deze in vraag. Deze vaardigheid is absoluut essentieel om je eigen leren te sturen. Leerlingen falen vaak doordat ze dit kritische denken missen. Het lukt hen niet om te leren van eigen ervaringen.

Ook voor creativiteit is metacognitie belangrijk. Iemand die voor zijn werk regelmatig met nieuwe ideeën moet afkomen zoals een scenarist of een uitvinder, zal vaak zeer bewust zijn van welke strategieën hij moet gebruiken. Dit zijn bijvoorbeeld grondig onderzoek doen naar een onderwerp of het leggen van verbanden tussen bepaalde zaken. Een “writer's block”, waarbij al de ideeën weg zijn, heeft vaak zijn oorsprong in het slecht toepassen van die metacognitieve strategieën.

Als een student eerste bachelor rechten dus op een moeilijk hoofdstuk stuit zal zij of hij zich kritisch moeten bevragen om die moeilijkheid to overwinnen. De student zal het probleem en de leerstof op verschillende manieren moeten benaderen om hier meer inzicht in te krijgen, een beetje zoals de scenarist of de uitvinder.

In mijn onderzoek vond ik echter dat er een grens was tussen creativiteit en zelf-gereguleerd leren. Deze grens wordt gevormd door de manier waarop onze aandacht werkt. Voor elke soort taak werkt deze op een andere manier. De student die rechten leert bijvoorbeeld, zit achter zijn boeken, focust zich op het materiaal en probeert al het andere te negeren. Dit is ook in zekere zin logisch, studeren kost zoveel energie dat je maar beter bij de zaak blijft, al de andere informatie zorgt voor afleiding en overlast. Dit is iets wat wetenschappers 'analytisch denken' noemen.

Creatief denken staat hier lijnrecht tegenover, want als je creatief wilt zijn, moet je je aandacht op andere zaken richten. Je wilt bijvoorbeeld zaken met elkaar in verband brengen om daaruit nieuwe ideeën te halen, waardoor je je aandacht op zoveel mogelijk zaken moet richten. Dit mechanisme vereist veel energie en creativiteit is dus een zeer langzaam denkproces.

Zelden zijn wetenschappelijke onderzoeken eenduidig, ook hier is er nood aan een kleine nuance. Er is namelijk ook een kleine overlapping gevonden. Wanneer we tijdens het studeren even stilstaan bij onze voorgaande ervaringen, lijken creatieve denkprocessen toch even nodig te zijn om niet enkel te zien wat we hebben gedaan, maar ook te beslissen hoe het leerproces nu verder moet.

 

Mijn masterproef was natuurlijk slechts een eerste onderzoek in de richting, en de methode van onderzoek heeft bovendien zijn beperkingen. Maar probeer toch eens zelf toe te passen wat hierboven staat, door op de volgende vragen te antwoorden: Waar zou creativiteit passen voor onze student rechten en wat zou dat voor voordeel bieden? Neem een pauze, laat de vraag even bezinken, ga misschien even iets halen om te drinken, terwijl je rustig verschillende ideeën afloopt.

Creativiteit in het (hoger) onderwijs is heel belangrijk, het doel is namelijk niet enkel om een levende bibliotheek te worden, maar om deze kennis actief te gebruiken en toe te passen voor de rest van je leven (en dus niet enkel voor dat examen). Wanneer leerkrachten zich beperken tot multiple choice of louter kennisreproductie gaat een student zich ook niet bezighouden met creatief denken, en zal die kennis ook niet kunnen leiden tot innovaties of nieuwe vormen van kennis. Creativiteit en diepgaand leren wordt pas gestimuleerd door bijvoorbeeld naar verbanden te vragen of door studenten uit te dagen met moeilijke problemen. Dan pas maakt men zelfstandige studenten die hun eigen leren (voor de rest van hun leven) reguleren, die plezier hebben in het leerproces en die klaar zijn voor complexe geglobaliseerde wereld.

 

Download scriptie (1.23 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2009